Rijksoverheid
Wet voor kostendekkende griffierechten
Nieuwsbericht | 31-03-2011
Het wetsvoorstel voor een kostendekkend griffiestelsel is op 31 maart
voor consultatie naar belanghebbende partijen gestuurd door minister
Opstelten van Veiligheid en Justitie. Voor 60 % van de Nederlandse
bevolking komt er een gereduceerd tarief. De minister voorkomt zo dat
het recht op toegang tot de rechter in het geding komt. Niet alleen on-
en minvermogenden worden gedeeltelijk gecompenseerd voor de hogere
griffierechten, maar ook de middeninkomens krijgen compensatie.
Voor
Het standaardtarief voor familiezaken voor de kantonrechter bedraagt
EUR 125. Voor familiezaken en zaken tegen de overheid wordt EUR 500
geheven. De hoogte van het griffierecht is voor overige zaken gekoppeld
aan de hoogte van het financieel belang van de zaak. Het
minimumgriffierecht voor de kantonrechter voor zaken tot EUR 500 euro
bedraagt bijvoorbeeld EUR 125. Volgens de compensatieregeling betalen
onvermogenden, minvermogenden en middeninkomens respectievelijk 25, 50
en 75% van het standaardtarief. Het tarief in hoger beroep en cassatie
bedraagt 2,5 maal het tarief in de eerste aanleg.
Bedrijven en stichtingen betalen straks niet meer het dubbel tarief,
maar hetzelfde bedrag dat ook natuurlijke personen betalen. Burgers die
betrokken zijn in incassozaken blijven in het nieuwe stelsel ongeveer
hetzelfde tarief betalen.
Redenen voor invoering kostendekkende griffierechten
Minister Opstelten noemt drie redenen voor de invoering van
kostendekkende griffierechten. De eerste reden is de eigen
verantwoordelijkheid van de rechtzoekende. Nu betalen alle
belastingbetalers mee aan de rechtspraak. Uit onderzoek blijkt echter
dat het gebruik van de rechtspraak niet evenredig over alle
Nederlanders is verspreid. Gemiddeld gaat iedere Nederlander één keer
in zijn leven naar de rechter, maar in werkelijkheid leggen vooral
burgers met de hoogste en de laagste inkomens geschillen voor aan de
rechter.
Ten tweede past dit wetsvoorstel bij het streven van het kabinet naar
een beter functionerend rechtsbestel, door via kostendekkende
griffierechten een meer directe relatie te leggen tussen de
rechtzoekende en rechtspraak. Ten derde zijn kostendekkende
griffierechten een noodzakelijke bezuiniging om de overheidsfinanciën
op orde te brengen. Conform de bepaling in het regeerakkoord, genereert
dit voorstel een netto bedrag van 240 miljoen euro. De minister streeft
naar inwerkingtreding van de wetswijziging op 1 juli 2012.
Ook verweerder betaalt griffierecht
Bij inwerkingtreding van de wet moet ook de verweerder straks in alle
zaken griffierecht betalen, behalve bij de kantonrechter. Bij de Eerste
Kamer ligt bovendien een wetsvoorstel dat de grens voor zaken, die voor
de kantonrechter worden gebracht, moet verhogen van EUR 5000 naar EUR
25.000. Ook hier blijven de kosten voor burgers en ondernemingen dus
beperkt. De uitzonderingen op het griffierecht worden gehandhaafd,
bijvoorbeeld voor asielzaken, ondertoezichtstellingen, eigen aangifte
faillissement en schuldsanering.
In het nieuwe stelsel geldt voor onvermogenden voor alle typen
kantonzaken (handel en familie) en bestuurszaken in eerste aanleg één
minimumtarief van 125 euro. Nu bedraagt het minimumtarief voor on- en
minvermogenden voor alle civiele zaken 71 euro. In het bestuursrecht
wordt gewerkt met een minimumtarief voor een beperkt aantal
zaakcategorieën (bijvoorbeeld sociale uitkeringen, studiefinanciering
en huurtoeslag). Dit tarief is 41 euro. Voor alle overige bestuurszaken
geldt het standaardtarief van 152 euro, ongeacht de financiële
draagkracht van degene die opkomt tegen het besluit. Met het invoeren
van één minimumtarief voor onvermogenden wordt een relatief willekeurig
verschil tussen civiele en bestuurszaken weggenomen.