Administratieve lasten Cultuurkaart kunnen beduidend lager
Persbericht van Algemene Rekenkamer
Oneigenlijk gebruik van Cultuurkaarttegoed mogelijk
Volgens de Algemene Rekenkamer kunnen de administratieve lasten en
uitvoeringskosten van de Cultuurkaart lager. De staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekijkt op dit moment of de
Cultuurkaart vanaf 2012 wordt voortgezet zonder rijksgeld. Wanneer de
Cultuurkaart inderdaad ook na 2012 blijft bestaan, zou het goed zijn
procedures en regels die voor de Cultuurkaart gelden nog eens kritisch
tegen het licht te houden.
Dit concludeert de Algemene Rekenkamer in het onderzoeksrapport
Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs, dat zij op 31 maart 2011
publiceert.
Cultuurkaartsysteem ingewikkeld: veel regels en procedures
De Algemene Rekenkamer constateert in het rapport dat het gebruik van
de Cultuurkaart door scholen en Cultuurkaartacceptanten (culturele
instellingen die de Cultuurkaart accepteren) ingewikkeld is. Dit komt
doordat de staatssecretaris met de Cultuurkaart meer doelstellingen
tegelijk nastreeft. De staatssecretaris wil met de kaart jongeren
vertrouwd maken met de Nederlandse cultuur en geschiedenis. Daarnaast
moet de Cultuurkaart er ook toe leiden dat scholen al aan het begin van
het schooljaar nadenken over hoe zij het tegoed willen besteden en dat
culturele instellingen vraaggerichter gaan werken. Culturele
instellingen worden indirect, via de scholen, gesubsidieerd. Het
ingewikkelde proces dat hierdoor ontstaat, leidde in het schooljaar
2008/2009 tot hoge administratieve lasten voor scholen.
Oneigenlijk gebruik Cultuurkaart mogelijk
De Algemene Rekenkamer constateert dat het voor scholen en
Cultuurkaartacceptanten soms onduidelijk is waar Cultuurkaarttegoed wel
en niet aan mag worden besteed. Het is bijvoorbeeld niet voor iedereen
duidelijk of Cultuurkaarttegoed mag worden gebruikt om de
vervoerskosten te betalen die samenhangen met een cultureel uitstapje.
Dit mag meestal wel. De Algemene Rekenkamer constateerde ook, dat het
in de praktijk voorkomt dat scholen en Cultuurkaartacceptanten
Cultuurkaarttegoed 'oppotten'. Dit mag meestal niet. Om oneigenlijk
gebruik te kunnen voorkomen, is het belangrijk dat duidelijk wordt
gemaakt welke kosten wel en welke niet met Cultuurkaarttegoed mogen
worden bekostigd.
Reactie staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Het kabinet-Rutte/Verhagen heeft in het regeerakkoord aangekondigd de
Cultuurkaart af te willen schaffen. De staatssecretaris zal de Tweede
Kamer uiterlijk in de Voorjaarsnota (die vóór 1 juni verschijnt)
informeren of en in welke vorm de Cultuurkaart na 2012 wordt
voortgezet. De staatssecretaris meent dat de informatie uit het rapport
van de Algemene Rekenkamer waardevol kan zijn voor de opdrachtgevers
van een eventuele doorstart van de kaart.
Over de Cultuurkaart
De Cultuurkaart is een soort culturele credit card. De bedoeling van de
Cultuurkaart is dat jongeren tot 18 jaar vertrouwd raken met cultuur en
kunstvormen en met de Nederlandse geschiedenis. Aan elke Cultuurkaart
verbindt het Ministerie van OCW een bedrag van 15 euro. Scholen voor
voortgezet onderwijs moeten aangeven of zij voor hun leerlingen van de
Cultuurkaart gebruik willen maken. Bijna alle scholen doen dit.
De Rijksoverheid heeft 15,5 miljoen euro per jaar op de begroting staan
voor de Cultuurkaart. De Algemene Rekenkamer heeft becijferd dat 17%
hiervan opgaat aan uitvoeringskosten. Daarnaast hebben scholen en
culturele instellingen die de Cultuurkaart accepteren
(Cultuurkaartacceptanten) te maken met administratieve lasten.
Razende Robot Reporter