Vrije Universiteit Amsterdam
Gouda 1787. Radicalisering - Revolutie - Restauratie
* Startdatum: 31-03-2011
* Locatie: Aula
* Titel: Gouda 1787. Radicalisering - Revolutie - Restauratie
* Spreker: W.A. Knoops
* Promotor: prof.dr. W.Th.M. Frijhoff
* Onderdeel: Faculteit der Letteren
* Wetenschapsgebied: Letteren
* Evenementtype: Promotie
In januari 1795 trokken de Franse revolutielegers over de bevroren
rivieren. Dat betekende het einde van de oude Republiek. Bijna vijftien
jaar eerder was een uiterst rumoerig tijdvak begonnen, traditioneel de
Patriottentijd (1780-1787) genoemd, maar moderner omschreven als de
Nederlandse revolutie van de achttiende eeuw. Het debacle van de Vierde
Engelse Zeeoorlog (1780-1784) had aangetoond dat de Republiek in verval
verkeerde. De patriotten streefden naar `grondwettig herstel'. Ze keken
terug naar het glorieuze verleden, maar via tijdschriften en pamfletten
uitten ze zich tegelijk in een nieuwe, revolutionaire taal, een
explosieve mix van historisch besef, nationalisme en verlangen naar
staatkundige modernisering. Dit vertelt Wim Knoops in zijn
proefschrift.
Het eerste slachtoffer van de patriotten was stadhouder Willem V,
symbool van verstarring. Toen hij in 1785 gedwongen was residentiestad
Den Haag te verlaten, werd de vraag acuut wie nu eigenlijk de
werkelijke macht in handen had. Macht moest, zeker in Holland, veroverd
worden via de steden, ware bolwerken van autonomie in het versnipperde
staatsbestel. De regentenoligarchie in de steden was vermolmd, de
burgerij eiste politieke invloed. De orangisten bouwden intussen aan
een nieuwe, sterkere Oranjepartij, terwijl de patriotse burgers zich
militair in vrijkorpsen organiseerden. Het land verkeerde vanaf het
najaar van 1786 dan ook in een staat van burgeroorlog. Zou in de
Republiek een revolutie uitbreken?
Gouda kan model staan voor wat er in de Hollandse steden gebeurde en
voor wat er mis ging. De politieke verhoudingen in deze stad
radicaliseerden snel in de eerste helft van 1787. Op 28 juni 1787 was
het Goudse vrijkorps van gewapende burgers betrokken bij de befaamde
aanhouding van Wilhelmina van Pruisen bij de Goejanverwellesluis.
Daarna smeedden de patriotten in het diepste geheim hun voorbereidingen
voor een stedelijke revolutie. De regenten van de tegenpartij moesten
worden afgezet. Maar de lokale Oranjepartij voltrok haar eigen
(contra-) revolutie, mogelijk gemaakt door de invasie waarmee Pruisen
Wilhelmina te hulp schoot. Gouda kreeg te maken met een gewelddadige
afrekening en een georganiseerde plundering van de stad, door
orangisten zelf een `zuivering' genoemd. Patriotten ontvluchtten de
stad; sommigen weken zelfs uit naar het buitenland. De stadhouder
keerde terug en de restauratie begon. Er was voorgoed iets geknakt in
de saamhorigheid van de natie.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam