Ingezonden persbericht
Persbericht
CNV Vakmensen
30 maart 2011, Utrecht
------
CNV Vakmensen teleurgesteld in laatste bod werkgevers kleinmetaal
'Kloof is groot, wij missen een brug'
'Dit vind ik behoorlijk jammer. Kennelijk willen de werkgevers onrust op de werkvloer. Terwijl CNV Vakmensen er veel aan wil doen om dat juist te voorkomen. Maar de werkgevers blijven gewoon te ver weg van een reëel cao-bod.' Onderhandelaar Marco Hietkamp van CNV Vakmensen betreurt de breuk aan de onderhandelingstafel, woensdagavond kort voor middernacht. De laatste geplande onderhandelingsronde bracht geen nieuwe cao voor de werknemers in de metaal- en technische bedrijven.
Het loonbod van de werkgevers bleef met 3,5 procent voor 24 maanden te ver verwijderd van wat CNV Vakmensen reëel acht. Hietkamp: 'Wij willen in een periode van twee jaar eigenlijk 2 x 2,5 procent, gezien ook de ontwikkelingen qua inflatie. Maar daar wilden wij ook best nog een stukje van afknabbelen als de werkgevers iets substantieels zouden doen op al die anderen punten die CNV Vakmensen heeft ingebracht. Want mijn bond gaat gewoon voor een gezonde en moderne bedrijfstak. Met ruimte en aantrekkingskracht voor nieuwe werknemers, met een plek voor Wajongers, met eerlijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten en met aandacht voor veilig en gezond werken; kortom voor een duurzame ontwikkeling van de bedrijfstak. Die per slot nog altijd aan heel veel mensen werk biedt.'
Volgens onderhandelaar Marco Hietkamp sturen de werkgevers aan op onrust. 'Zij geven aan zich te willen richten tot de achterban en niet tot een principeakkoord te kunnen komen. Dat doen wij uiteraard nu ook. En ik weet dat mijn achterban graag een nieuwe cao wil, maar die moet dan wel redelijk zijn qua inhoud. En met dit als voorlopig eindresultaat durf ik acties niet uit te sluiten. Al had ik dat graag gewild.'
Volgens Hietkamp biedt CNV Vakmensen bij uitstek ruimte en moderne mogelijkheden in de cao-onderhandelingen om de bedrijfstak én de mensen die er in werken een gunstige toekomst te bieden. 'Dan spreek je over opleidingsmogelijkheden, over het aantrekkelijk maken van de sector zodat bedrijven ook over tien jaar nog voldoende mensen hebben om het werk te doen. En dan heb je het ook over een reële koopkrachtversterking en het duurzaam maken van de branche zodat het product én het productieproces wereldwijd concurrerend kan zijn. Ik zou willen dat de werkgevers dat - net als wij - als koers hadden gezet voor or de branche.'