Rechtbank Amsterdam


Beslissingen van de rechtbank Amsterdam in de zaak Wilders, dd 30 maart 2011

Amsterdam, 30 maart 2011 - In de strafzaak tegen de heer Wilders zijn op 14 maart door de verdediging preliminaire verweren gevoerd. Dit zijn verweren over onder meer de bevoegdheid van de rechtbank of de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) die kunnen blijken zonder onderzoek van de zaak zelf. Het OM heeft op 16 maart afwijzing van alle verweren verzocht.
Hierna volgen, summier samengevat, de belangrijkste beslissingen van de rechtbank. De integrale tekst van de beslissingen is op rechtspraak.nl gepubliceerd onder LJ nummer BP9517.


1. bevoegdheid rechtbank Amsterdam
De rechtbank moet haar bevoegdheid beoordelen op grond van de beschuldiging (tenlastelegging). In de tenlastelegging is onder meer Amsterdam als pleegplaats vermeld. Daarmee is volgens de wet de bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam een gegeven. Het OM heeft deugdelijk gemotiveerd waarom het tot de keuze voor de rechtbank Amsterdam is gekomen. Van onzorgvuldigheid of strijd met een goede procesorde is niet gebleken.


2. rechtsmacht Nederland (toepasselijkheid Nederlandse strafwet) inzake film Fitna
Dat Fitna is geplaatst op een buitenlandse internetsite betekent niet dat Nederland geen rechtsmacht heeft. De film is gericht op Nederlands publiek gezien de inhoud en ondertiteling in de Nederlandse taal. De vertoning van Fitna, die in Nederland te zien is geweest, heeft in Nederland geleid tot meerdere aangiften. Daaruit blijkt dat de film zijn uitwerking heeft gehad in de Nederlandse rechtsorde. Daardoor heeft Nederland rechtsmacht.


3. verweren m.b.t. tot de artikel 12 Sv.-beschikking van het gerechtshof Amsterdam
De verdediging is van mening dat het gerechtshof zich niet bevoegd had mogen verklaren ten aanzien van klachten van een tweetal personen. Tegen de beschikking van het hof staat geen hoger beroep open, Dit brengt met zich dat hierover nu niet meer kan worden geklaagd.


4. uitlatingen Wilders over nazisme en fascisme Het gerechtshof beperkt het bevel tot dagvaarding inzake groepsbelediging tot uitingen inzake vergelijkingen met het nazisme. Ten onrechte zijn ook uitlatingen inzake het fascisme opgenomen in de beschuldiging.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het OM buiten het bevel van het gerechtshof is getreden. Dit betekent dat het OM niet ontvankelijk is in een deel van de tenlastelegging waar het betreft de aan Wilders toegeschreven uiting: "Ik heb genoeg van de Koran in Nederland: verbied dat fascistische boek".


5. aanzetten tot haat en discriminatie jegens Marokkanen en niet-westerse allochtonen
Het gerechtshof heeft de dagvaarding bevolen voor aanzetten tot haat en discriminatie. Het hof heeft niet aangegeven of het om aanzetten tot haat of discriminatie gaat van mensen wegens ras of godsdienst. Het hof heeft in haar overwegingen de klacht betrokken over uitlatingen ten aanzien van Marokkanen en niet-westerse allochtonen. Daarom is het OM binnen de grenzen gebleven van het door het gerechtshof gegeven bevel.


6. integrale tenlastelegging film Fitna
Het gerechtshof heeft de film Fitna als geheel beoordeeld en vervolgingswaardig geoordeeld. Het OM is dus ontvankelijk in de vervolging van de gehele film.


7. tenlastelegging internetcolumn
Bij het opstellen van de tenlastelegging van de op het internet gepubliceerde column met de titel "Mohammed (deel II): de islamitische invasie", is het OM niet buiten de grenzen van het vervolgingsbevel getreden.

Het vervolg
Het onderzoek ter terechtzitting zal worden voortgezet op 13 april 2011 om 09.00 uur. Dan zullen als getuigen worden gehoord de heren Jansen, Schalken en Hendriks.

LJ Nummer

BP9517

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Amsterdam Datum actualiteit: 30 maart 2011 Naar boven