Rijksoverheid
Staatssecretaris De Krom op landelijk SZW-congres
Toespraak | 28-03-2011
Toespraak staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
tijdens het SZW congres `De arbeidsmarkt in 2020, veranderende
paradigma's' op 28 maart 2011 in het World Forum Theater in Den Haag.
Dames en heren,
Hartelijk welkom. Vandaag is de eerste keer dat wij het landelijke
SZW-congres organiseren. Voor ons is het een grote eer dat u voor deze
middag uw drukke agenda's heeft schoongeveegd. Wij stellen uw
aanwezigheid zeer op prijs.
We organiseren dit congres nu omdat we voor de grootste veranderingen
op de arbeidsmarkt staan in decennia. De titel van dit congres - de
arbeidsmarkt in 2020, veranderende paradigma's - is dan ook geen
toeval. De kernvraag is of de gevestigde denkbeelden over de
arbeidsmarkt van vandaag houdbaar zijn om de uitdagingen van morgen aan
te kunnen. De vraag stellen is haar bijna beantwoorden.
Laat ik eerst even kijken naar vandaag. We geven jaarlijks zo'n zestig
miljard euro uit aan onze sociale zekerheid. Een kwart van de totale
Rijksbegroting. Ook mét de ombuigingen die het kabinet doorvoert groeit
dat bedrag de komende jaren door, zij het minder hard.
Al dat geld dat nodig is om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden
moet in de toekomst door steeds minder mensen worden opgebracht. U kent
het probleem: de ontgroening en de vergrijzing komen in hoog tempo op
ons af. Voor het eerst in decennia krimpt de Nederlandse
beroepsbevolking. En gaan er meer mensen met pensioen dan er jongeren
bijkomen op de arbeidsmarkt. Betaalden in 1957 nog zes werkenden één
AOW-uitkering, in 2010 waren dat er vier. En in 2040 zijn er nog maar
twee werkenden op één AOW'er. De komende decennia daalt het aantal
mensen dat kan werken met bijna één miljoen.
We zien dus een toekomst - als we niks doen - met een tekort aan
arbeidskrachten die banen kunnen vullen om bedrijven draaiend te
houden. Die toekomst werpt zijn schaduwen al vooruit. Er zijn in
Nederland op dit moment al zo'n 130.000 vacatures en een aantal
sectoren die te maken hebben met een structureel tekort aan personeel.
Tegelijk zitten er honderdduizenden mensen in een uitkering die wel
arbeidsvermogen hebben. Dan heb ik het over de bijstand, de WW en de
arbeidsongeschiktheidsregelingen. Het is duidelijk dat er iets moet
gebeuren als we onze bedrijven draaiend, en onze voorzieningen
betaalbaar willen houden.
Verder zorgen technologische vernieuwingen voor extra werk bij het ene
bedrijf terwijl zij bij het andere bedrijf banen kosten. Nederland
verandert in rap tempo van een maak- in een kennisindustrie.
Door deze veranderingen wordt de dynamiek op de arbeidsmarkt groter dan
ooit. Ook dat zien we nu al. Neem bijvoorbeeld Zuid Oost Brabant, waar
de arbeidsmarkt nauw samenhangt met de wereldwijde dynamiek van de snel
groeiende ict-sector.
Die uitdagingen kunnen we allemaal aan. Maar dan moeten we wel een paar
dingen doen.
In de eerste plaats moet de arbeidsparticipatie omhoog. Mensen die nu
nog onnodig thuis op de bank zitten moeten aan het werk. Je zult maar
graag willen werken en de kans niet krijgen, of kunnen werken terwijl
je het niet doet. Dat kunnen we ons niet langer permitteren. Sociaal
niet, maar ook economisch en financieel niet. Werk moet gaan boven een
uitkering. Mensen moeten meedraaien in een baan, niet wegdraaien in een
uitkering.
Daarvoor is nodig dat we stoppen met het bedenken van honderd redenen
waarom iemand niet aan het werk kan. Maar kijken naar wat iemand wél
kan. De stickers moeten van het hoofd af, de stigma's de deur uit. We
moeten toe naar een stelsel van sociale zekerheid dat is gereserveerd
voor mensen die het echt nodig hebben. Een stelsel dat mensen niet in
hun onmacht bevestigt, maar stimuleert en prikkelt. Wie niets van
mensen verwacht schrijft ze af en neemt ze niet serieus. Dat vereist
een verandering in denken. Mensen in een uitkering parkeren is niet zo
moeilijk. Mensen erbij halen is veel moeilijker. En daar kunnen we niet
voor weglopen. Wie terugkijkt op ingrijpende veranderingen uit het
verleden, zoals de herziening van de WAO en de bijstand, zal argumenten
herkennen die ook toen werden gebruikt om alles bij het oude te laten.
Maar het resultaat van de ingrepen was wel dat de instroom in die
regelingen wezenlijk daalde en de uitstroom naar werk substantieel
steeg. Op die weg moeten wij voort.
Werkgevers zullen alles uit de kast moeten halen om hun vacatures te
vullen. Daarbij zullen zij - meer dan nu - ook moeten kijken naar
mensen die wat verder van de arbeidsmarkt af staan. Dit biedt nieuw
perspectief. Voor werkgevers, maar ook voor mensen die nu nog onnodig
thuis zitten. Kansen en mogelijkheden genoeg! Ik zeg het opnieuw: we
kunnen het ons domweg niet permitteren om die te laten liggen.
Maar er is meer nodig. Een betere aansluiting van het onderwijs op de
arbeidsmarkt, niet in het minst in de arbeidsmarktregio's zelf. We
moeten nadenken over hoe we de toenemende vraag naar dynamiek en
flexibiliteit op de arbeidsmarkt opvangen. Hoe zorgen we er
bijvoorbeeld voor dat mensen die langer moeten werken ook langer kunnen
werken? Hoe benutten we ieders capaciteit, ongeacht leeftijd, afkomst
en eventuele beperking? Hoe vergemakkelijken we de overgang van werk
naar werk? Die dynamische arbeidsmarkt mag niet vastlopen omdat we
hebben nagelaten een aantal prangende vragen te beantwoorden.
Daarmee kunnen we niet te lang wachten. Om tijdig een nieuwe koers te
varen moeten de komende tijd knoppen worden omgedraaid. Want de
veranderingen die op ons afkomen zijn geen eenmalige schokken waaraan
de economie zich wel weer aanpast. Wie kijkt naar de ontwikkelingen in
Azië en andere nieuwe economieën zoals Brazilië, ziet dat we daar de
tijd ook helemaal niet voor hebben.
Het mooie is dat we in Nederland ideaal gepositioneerd zijn om die
handschoen op te pakken. Wij hebben het geluk te leven in een van de
meest welvarende en best georganiseerde landen ter wereld. Met grote
bedrijven die overal ter wereld hun vleugels uitslaan. Ik ben zelf in
een vorig werkzaam leven vele ondernemende Nederlanders in menig
buitenland tegengekomen. Met ongepoetste schoenen, dat wel.
Ik kom veel ondernemers tegen die niet alleen knokken voor hun omzet en
winst, maar met een minstens zo groot hart voor hun mensen. Ik kom bij
kleine ondernemers die zich verantwoordelijk voelen voor hun buurt, en
die uit overtuiging mensen ondanks beperkingen of problemen toch kansen
geven. Ik kom mensen tegen die ondanks tegenslagen met een
ongelofelijke kracht en doorzettingsvermogen aan het werk gaan en op
eigen benen staan. Ik heb mensen gesproken die elke dag
supergemotiveerd hun bed uitkomen om anderen aan het werk te helpen.
Ook tijdens dit congres komt u mensen tegen die graag willen. Van de
Haagse sociale werkvoorziening bijvoorbeeld, die meehelpen in o.a. de
catering.
Van al die mensen moeten we het hebben. Wij kunnen in Den Haag van
alles willen, maar zonder u en zonder hen lukt het niet. De overheid is
geen geluksmachine die alles kan regelen. Daar hebben wij u en hen hard
voor nodig.
Dames en heren, ik zou het mooi vinden als mensen in 2020 zouden
zeggen: de politiek heeft flink zitten tobben in 2011, maar het is goed
dat er toen maatregelen zijn genomen. Die waren niet altijd leuk, maar
wel noodzakelijk. Vandaag gaat het over de toekomst. De beste manier om
die te voorspellen is om die zelf te creëren. En daar zijn we allemaal
zelf bij. Om te beginnen vandaag.
Ik wens u een inspirerende dag. Ik hoop dat er uit uw bijdragen vele
ideeën en suggesties komen om de uitdagingen voor de arbeidsmarkt die
op ons af komen het hoofd te kunnen bieden.
Dank u wel.