Gemeente Echt-Susteren
Regionale samenwerking handhaving en vergunningen
De gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen slaan de handen in
elkaar om te komen tot een verregaande samenwerking op het gebied van
vergunningverlening, toezicht en handhaving. De samenwerking zorgt voor
kennisoverdracht, inhoudelijke versterking en biedt
efficiencyvoordelen. In eerste instantie richt men zich op de
uitvoeringstaken vergunningverlening, toezicht, handhaving (WABO-breed)
en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Het streven is om te
voldoen aan de kwaliteitseisen van het ministerie VROM opgesteld naar
aanleiding van de commissie Mans. Deze commissie concludeerde in 2008
dat handhaving en toezicht in Nederland op een te laag peil zit. Door
een gelijke aanpak kunnen gemeenten zorgen voor meer duidelijkheid voor
hun inwoners en bedrijven. Het streven is dat de samenwerking vanaf 1
januari 2012 definitief is.
De praktijk
Op uitvoeringsniveau worden op dit moment al werkmethoden en
documentatie op elkaar afgestemd. Zo starten de gebiedsgerichte
toezichthouders al in 2011 met een gezamenlijke uitvoering van
handhavingthemaâs, zoals: hondenoverlast, verkeersveiligheid bij
scholen en evenementen. Daarnaast spelen er ook al ontwikkelingen sinds
de zomer van 2010, die gezamenlijk zijn opgepakt. Het betreft het
invoeren van de bestuurlijke strafbeschikking en het invullen van
specialismen zoals de nieuwe gebiedsindeling voor de Buitengewoon
Opsporingsambtenaar (BOA). Daarnaast wordt er gewerkt aan een
gezamenlijk toezichtprotocol. Door allemaal op dezelfde aspecten te
controleren kan het bouwtoezicht en de controle van bedrijven binnen de
drie gemeenten op dezelfde manier plaatsvinden. Tevens wordt er gekeken
hoe de controle op brandveiligheid hierin kan worden geïntegreerd. Het
uitgangspunt hierbij is dat de aanwezige specialismen bij de drie
gemeenten worden gedeeld en benut. Uiteindelijk zullen bedrijven en
inwoners merken dat binnen de drie gemeenten op dezelfde manier wordt
gecontroleerd.
Plan van aanpak
De gemeenten hebben op verzoek van de Provincie Limburg een plan van
aanpak opgesteld. In maart wordt dit plan door de drie gemeenten
aangeboden aan de Provincie. In april en mei vindt de toetsing van dit
plan van aanpak plaats door een reflectiecommissie op basis van de
landelijke eisen. In april is de volgende bestuursconferentie. Daar
wordt verder gesproken over de plannen en de uitkomsten. In juni vindt
de besluitvorming over het vervolgtraject plaats en worden verdere
stappen gezet om te komen tot de gewenste samenwerking. De drie
gemeenten staan ook open voor de deelname van andere Midden-Limburgse
gemeenten aan een verdere samenwerking op het gebied van
vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Het rapport Mans
De minister van VROM heeft in februari 2008 het Onderzoeksteam
Herziening Handhavingsstelsel VROM-regelgeving ingesteld. Dit
onderzoeksteam is de Commissie Mans. De commissie heeft een eindrapport
geschreven. In dit rapport staat dat de handhavingstaken van de
gemeenten, provincies en waterschappen dienen te worden uitgevoerd door
regionale omgevingsdiensten die landsdekkend opereren. De colleges van
de drie gemeenten gaan uiteindelijk beslissen over de manier van
samenwerken en het voldoen aan de gestelde eisen. De Provincie ziet er
op toe dat aan de gestelde eisen wordt voldaan. Als dat niet het geval
is, kan zij taken van de gemeente naar een regionale uitvoeringsdienst
overhevelen. Naar aanleiding van het rapport van de commissie Mans zijn
door het ministerie een aantal eisen opgesteld waaraan moet worden
voldaan op het gebied van toezicht en handhaving. Deze eisen hebben te
maken met de deskundigheid in de organisatie, het beheer van middelen,
beleid etc.