European Union



D/11/3

COMMISSION EUROPÉENNE

SECRETARIAT GENERAL

Bruxelles, le 25 mars 2011

TEXTE NL

CONSEIL EUROPEEN - BRUXELLES
24 & 25 mars 2011

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van de Europese Raad (24/25 maart 2011).


________________________
Wij betuigen ons diepste medeleven en onze solidariteit met de bevolking en de regering van Japan vanwege het grote verlies aan mensenlevens in dat land. De gedachten van de burgers van de Europese Unie zijn bij de vele duizenden gezinnen die dierbaren hebben verloren en de honderdduizenden die hun leven en hun gemeenschappen nu weer moeten opbouwen. Wij loven het snelle en doortastende optreden van de Japanse autoriteiten. Indachtig de bestendige vriendschap en de nauwe politieke en economische betrekkingen die de EU aan Japan binden, zijn wij vastbesloten Japan de helpende hand te bieden bij het overwinnen van de problemen waarvoor het land zich gesteld ziet.

° °
De laatste maanden heeft Europa een ernstige financiële crisis doorstaan. Hoewel het economisch herstel in Europa op gang is gekomen, blijven er risico's bestaan en moeten wij doorgaan met ons vastberaden optreden. Wij hebben vandaag een breed pakket aan maatregelen goedgekeurd, dat ons in staat moet stellen de financiële crisis achter ons te laten en verder te gaan op de weg naar duurzame groei. Dit pakket zal de economische governance in de Europese Unie versterken en zorgen voor een blijvende stabiliteit van de gehele eurozone. Ook hebben wij overeenstemming bereikt over een krachtig optreden op EU-niveau waarbij groei wordt gestimuleerd door het versterken van de eengemaakte markt, het beperken van de totale regeldruk en het bevorderen van handel met derde landen. Wij hebben de ernstige situatie in Libië besproken, onze voldoening na de aanneming van Resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad uitgesproken en daarbij onze vastberadenheid onderstreept om bij te dragen aan de uitvoering daarvan. In verband met de zuidelijke buurlanden hebben wij benadrukt vastbesloten te zijn met deze regio tot een nieuw partnerschap te komen, en gevraagd om een snelle uitvoering van de op 11 maart vastgestelde richtsnoeren; wij hebben overeenstemming bereikt over de eerste concrete stappen om de zuidelijke buurlanden op korte termijn te steunen. Ten slotte hebben wij besproken welke lessen getrokken kunnen worden uit de gebeurtenissen in Japan, met name ten aanzien van de nucleaire veiligheid.


* ECONOMISCH BELEID


* De Europese Raad heeft vandaag een breed maatregelenpakket aangenomen om de crisis aan te pakken, de financiële stabiliteit te vrijwaren en de basis te leggen voor een slimme, duurzame, sociaal inclusieve en werkgelegenheid scheppende groei. Dit zal de economische governance en het concurrentievermogen van de eurozone en de Europese Unie ten goede komen.

Het Europees semester implementeren: Europa 2020, begrotingsconsolidatie en structurele hervorming
* In het nieuwe kader van het Europees semester heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake begrotingsconsolidatie en structurele hervorming goedgekeurd^1. Hij benadrukte dat voorrang moet worden gegeven aan het weer gezond en houdbaar maken van begrotingen, het terugdringen van de werkloosheid door hervormingen van de arbeidsmarkt en nieuwe inspanningen om de groei te stimuleren. Alle lidstaten zullen deze prioriteiten omzetten in concrete maatregelen die in hun stabiliteits- of convergentieprogramma's en in hun nationale hervormingsprogramma's zullen worden opgenomen. Aan de hand hiervan zal de Commissie tijdig haar voorstellen presenteren voor landenspecifieke adviezen en aanbevelingen zodat ze door de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst van juni kunnen worden goedgekeurd.


* Meer bepaald zullen de lidstaten een meerjarig consolidatieplan presenteren met specifieke doelstellingen op het gebied van tekorten, ontvangsten en uitgaven, de beoogde strategie ter verwezenlijking van deze doelstellingen en een tijdpad voor de uitvoering ervan. Het begrotingsbeleid voor 2012 moet gericht zijn op herstel van het vertrouwen; hiertoe moet de ontwikkeling van de schuld naar een houdbare koers worden omgebogen en moet de tekortquote binnen het door de Raad vastgestelde tijdschema weer onder de 3% van het bbp worden gebracht. In de meeste gevallen is hiervoor een jaarlijkse structurele aanpassing van ruim boven de 0,5% van het bbp nodig. In lidstaten met zeer grote structurele tekorten of met zeer hoge of snel toenemende overheidsschuldniveaus moet de consolidatie in de eerste fase geconcentreerd worden.


* De inspanningen op het gebied van begrotingsconsolidatie moeten samengaan met structurele hervormingen ter bevordering van de groei. Hiertoe benadrukken de lidstaten dat ze vastbesloten zijn de Europa 2020-strategie uit te voeren. In het bijzonder zullen ze maatregelen treffen om:


- werken aantrekkelijker te maken;

- werklozen aan een nieuwe baan te helpen;
- armoede te bestrijden en sociale insluiting te bevorderen;


- te investeren in onderwijs en opleiding;

- zekerheid en flexibiliteit in evenwicht te houden;
- de pensioenstelsels te hervormen;

- particulier kapitaal aan te trekken om de groei te financieren;
- onderzoek en innovatie op te voeren;

- en een kosteneffectieve toegang te verschaffen tot energie en het beleid inzake doelmatig gebruik van energie aan te scherpen.

5. De lidstaten zullen aangeven welke belangrijke maatregelen nodig zijn om de in juni 2010 overeengekomen Europa 2020-kerndoelen dichterbij te brengen. Zij zullen tevens beleidsmaatregelen presenteren om hardnekkige schadelijke macro-economische onevenwichtigheden te corrigeren en het concurrentievermogen te verbeteren.

6. Bij de uitvoering van al dit beleid zal, ook om een breed draagvlak te verzekeren, de nauwe samenwerking met het Europees Parlement en andere EU-instellingen en adviesorganen (EESC, Comité van de Regio's) worden voortgezet, met volledige betrokkenheid van de nationale parlementen, de sociale partners, de regio's en andere belanghebbenden.

7. De eengemaakte markt heeft een sleutelrol te spelen bij het creëren van groei en werk-gelegenheid en het bevorderen van het concurrentievermogen. De Europese Raad is ingenomen met het voornemen van de Commissie om het pakket eengemaakte markt te presenteren en verzoekt het Europees Parlement en de Raad om uiterlijk eind 2012 een eerste lijst van prioritaire maatregelen vast te stellen om de eengemaakte markt een nieuwe impuls te geven. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op maatregelen die groei en banen creëren en concrete resultaten opleveren voor burgers en bedrijven. Tevens dient de voltooiing van de digitale eengemaakte markt te worden benadrukt. De totale regeldruk moet, met name voor het midden- en kleinbedrijf, zowel op Europees als op nationaal niveau worden verlicht. Voor de zomer zal de Commissie hierover verslag uitbrengen. Ook was de Europese Raad ingenomen met het voornemen van de Commissie om voorstellen in te dienen waardoor micro-ondernemingen niet onder sommige toekomstige verordeningen vallen. Uitgaande van de mededeling van de Commissie "Op weg naar een betere werking van de eengemaakte dienstenmarkt" roept de Europese Raad de lidstaten op de dienstenrichtlijn onverkort uit te voeren, en verzoekt hij de Commissie en de lidstaten om waar nodig verdere maatregelen te nemen om de interne markt voor diensten te verbeteren.
8. De externe dimensie van de eengemaakte markt is eveneens belangrijk; de klemtoon moet daar, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 16 september 2010, liggen op het bevorderen van vrije, open en eerlijke handel, met als doel de afronding van de WTO-Doha-ronde en het sluiten van vrijhandelsovereenkomsten in 2011. Nu het verslag van de Commissie met de prioriteiten voor het wegnemen van handelsbelemmeringen in derde landen beschikbaar is, moet hieraan voortvarend worden gewerkt.

Sterkere governance
9. Het pakket van zes wetgevingsvoorstellen betreffende economische governance is cruciaal voor een strakkere begrotingsdiscipline en het voorkomen van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden. Het omvat een hervorming van het stabiliteits- en groeipact die ten doel heeft het toezicht op het begrotingsbeleid aan te scherpen en handhavingsmaatregelen consequenter en in een vroeger stadium toe te passen; voorts bevat het pakket nieuwe bepalingen betreffende nationale begrotingskaders en een nieuwe vorm van toezicht op macro-economische onevenwichtigheden.

10. De Europese Raad is ingenomen met de in de Raad bereikte algemene oriëntatie betreffende de voorstellen, waarmee de weg is geëffend voor onderhandelingen met het Europees Parlement. Hij roept op het werk voort te zetten, zodat de voorstellen in juni 2011 kunnen worden aangenomen.

Een nieuw kwaliteitsniveau tot stand brengen in de coördinatie van het economisch beleid: het Euro Plus-pact
11. Het door de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone overeengekomen Euro Plus-pact, waarbij Bulgarije, Denemarken, Letland, Litouwen, Polen en Roemenië zich hebben aangesloten (zie bijlage I), zal de economische pijler van de EMU verder versterken en de coördinatie van het economisch beleid op een nieuw kwaliteitsniveau brengen; doel van het pact is het concurrentievermogen te verbeteren en daardoor meer convergentie tot stand te brengen en onze sociale markteconomie te versterken. Het pact blijft openstaan voor andere lidstaten. De integriteit van de eengemaakte markt wordt in het kader van het pact volledig geëerbiedigd.

12. De lidstaten die het pact onderschreven hebben, dienen op basis van de in het pact vervatte indicatoren en beginselen een pakket concrete maatregelen aan te kondigen die de komende twaalf maanden moeten worden uitgevoerd. Een aantal lidstaten heeft reeds de eerste toezeggingen aangekondigd. Alle deelnemende lidstaten zullen hun toezeggingen zo spoedig mogelijk presenteren, in ieder geval vroeg genoeg om te kunnen worden opgenomen in de stabiliteits- of convergentieprogramma's en de nationale hervormingsprogramma's die zij in april moeten indienen, en om te worden beoordeeld tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in juni.

De banksector opnieuw gezond maken
13. De Europese Bankautoriteit en de bevoegde autoriteiten zijn stresstests aan het uitvoeren. De Europese Raad acht het van belang dat deze collegiale toetsing plaatsvindt in nauwe samenwerking met de nationale toezichthouders, het Europees Comité voor systeemrisico's, de Commissie en de Europese Centrale Bank, zodat de samenhang en de kwaliteit van de resultaten verbeteren. Gezorgd zal worden voor een hoog niveau van informatieverschaffing door banken, ook waar het gaat om hun staatsschuldportefeuille.

14. De lidstaten stellen, vóór de bekendmaking van de resultaten, specifieke, ambitieuze strategieën voor de herstructurering van kwetsbare instellingen op, waaronder op de particuliere sector georiënteerde oplossingen (rechtstreekse financiering vanuit de markt of verkoop van activa), alsook, conform de staatssteunregels, een robuust kader voor het verlenen van overheidssteun indien nodig.

15. Zoals in juni 2010 door de Europese Raad overeengekomen, dient de invoering van een mondiale belasting op financiële transacties verder te worden verkend en te worden uitgewerkt. De Europese Raad neemt kennis van het voornemen van de Commissie om uiterlijk in de herfst van 2011 met een verslag te komen over de belastingheffing in de financiële sector.

De stabiliteitsmechanismen voor de eurozone versterken

16. De Europese Raad, die andermaal onderstreept dat de financiële stabiliteit in de eurozone moet worden gegarandeerd, heeft het besluit betreffende de wijziging van het VWEU met het oog op de instelling van het Europees stabiliteitsmechanisme aangenomen. Hij verzoekt snel een begin te maken met de nationale goedkeuringsprocedures, zodat het besluit op 1 januari 2013 in werking kan treden.

17. De Europese Raad is ingenomen met de beslissingen die de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone op 11 maart hebben genomen en hecht zijn goedkeuring aan de kenmerken van het ESM (zie bijlage II). Aan de voorbereiding van het verdrag betreffende het ESM en aan de in de overeenkomst betreffende de in de EFSF aan te brengen wijzigingen om voor dit fonds een reële kredietverleningscapaciteit van 440 miljard euro te verzekeren, zal de laatste hand worden gelegd opdat beide overeenkomsten gelijktijdig voor eind juni 2011 kunnen worden ondertekend.

* LIBIË / ZUIDELIJKE BUURLANDEN


* De Europese Raad heeft de situatie in Libië besproken en zijn goedkeuring gehecht aan de conclusies die de Raad Buitenlandse Zaken op 21 maart had aangenomen. De Europese Raad sprak, onder verwijzing naar zijn verklaring van 11 maart, zijn voldoening uit na de aanneming van Resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad, waarin het beginsel van de verantwoordelijkheid om te beschermen tot uitdrukking wordt gebracht, en beklemtoonde vastbesloten te zijn bij te dragen tot de uitvoering ervan. Hij constateerde met instemming dat de top van Parijs van 19 maart op doorslaggevende wijze aan de uitvoering va, de resolutie heeft bijgedragen. Hij veroordeelde het aanhoudend negeren van de resoluties 1970 en 1973 van de VN-Veiligheidsraad door het Libische regime, alsook de gewelddadige en brute repressie door het bewind waarvan de eigen burgers bij voortduring het slachtoffer zijn. Hij merkte op dat de acties die overeenkomstig het mandaat van de Veiligheidsraad zijn ondernomen aanzienlijk hebben bijgedragen tot het beschermen van burgers en civiele woongebieden die door aanvallen worden bedreigd en dat zij het leven van burgers hebben helpen redden. Wanneer de burgerbevolking beveiligd is tegen aanvallen en de doelstellingen van Resolutie 1973 verwezenlijkt zijn, zullen de militaire operaties worden beëindigd.

De Europese Raad wees met nadruk op de sleutelrol van de Arabische landen, en in het bijzonder van de Arabische Liga, in het actief ondersteunen van de uitvoering van Resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad en het vinden van een politieke oplossing voor de crisis.

* Overeenkomstig Resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad zal de Europese Unie, samen met de Arabische Liga, de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie, de inspanningen opvoeren om voor de crisis een oplossing te vinden die in overeenstemming is met de gerechtvaardigde verlangens van het Libische volk. De Europese Raad herhaalde zijn oproep aan kolonel Kadhafi om onmiddellijk afstand te doen van de macht teneinde Libië de mogelijkheid te bieden snel een ordelijke en door Libië aangestuurde overgang naar de democratie in te zetten, door middel van een brede dialoog, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de noodzaak de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Libië te eerbiedigen. De EU is bereid om deze dialoog mee op gang te brengen, ook met de Nationale Overgangsraad, en een nieuw Libië te steunen op economisch gebied en bij het ontwikkelen van nieuwe instellingen, in samenwerking met de Verenigde Naties, de Arabische Liga, de Afrikaanse Unie en anderen.

* De Europese Unie heeft de uitvoering van de bij de resoluties 1970 en 1973 van de VN-Veiligheidsraad opgelegde sancties voortvarend aangepakt, en daarbij personen en entiteiten toegevoegd aan de autonome EU-lijst van personen en entiteiten die aan beperkende maatregelen zijn onderworpen. De Europese Unie is bereid het initiatief te nemen voor aanvullende sancties en deze aan te nemen, met inbegrip van maatregelen om te voorkomen dat het Kadhafi-regime inkomsten uit olie en gas ontvangt. De lidstaten zullen vergelijkbare voorstellen doen aan de VN-Veiligheidsraad.


* De humanitaire situatie in Libië en aan zijn grenzen blijft een bron van grote bezorgdheid. De EU zal humanitaire hulp blijven verlenen aan alle getroffenen, in nauwe samenwerking met alle betrokken humanitaire agentschappen en NGO's. De EU heeft de planning met betrekking tot steun voor humanitaire hulp/civielebeschermingsoperaties geïntensiveerd en zal deze voortzetten, ook met maritieme middelen.


* De Europese Raad heeft met voldoening kennis genomen van het vlotte verloop van het referendum over grondwetswijzigingen in Egypte op 19 maart, dat een belangrijke stap is op weg naar een opener en meer democratisch politiek bestel.


* De Europese Raad, die erop wees dat de situatie in elk land anders is, verklaarde uiterst bezorgd te zijn over de situatie in Syrië, Jemen en Bahrein; hij veroordeelde met kracht de geweldsescalatie en het hardhandig optreden tegen demonstranten, en drong er bij alle betrokken partijen op aan onmiddellijk en zonder voorwaarden een zinvolle en constructieve dialoog aan te gaan. Hij bekrachtigde de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 maart.

24. De werkzaamheden om tot een nieuw partnerschap met de regio te komen dienen met spoed doorgang te vinden overeenkomstig de verklaring van de Europese Raad van 11 maart 2011. Het partnerschap zal gebaseerd zijn op een hechtere economische integratie, ruimere markttoegang en een nauwere politieke samenwerking, en zal een gedifferentieerde en resultaatgerichte aanpak volgen. Als eerste stappen in de uitvoering van het pakket van 11 maart vraagt de Europese Raad, op basis van de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger, om snelle vooruitgang op de volgende punten:

- de EU en haar lidstaten zullen hun humanitaire hulpverlening opvoeren;

- lopende hulpprogramma's in de zuidelijke mediterrane landen zullen worden getoetst, waarna andere accenten zullen worden gelegd, waar mogelijk in samenspraak met de betrokken landen;
- het maximumbedrag voor verrichtingen van de EIB ten behoeve van Middellandse Zeelanden die politieke hervormingen nastreven, dient met een miljard euro te worden verhoogd, zonder dat er geraakt wordt aan de acties in de oostelijke buurlanden van de EU;
- de aandeelhouders van de EBRD dienen te onderzoeken of de Bank haar activiteiten kan uitbreiden tot de zuidelijke buurlanden;
- de voorstellen betreffende pan-Euro-mediterrane oorsprongsregels dienen onverwijld te worden goedgekeurd, en de Commissie wordt verzocht voorstellen in te dienen voor verdere middelen om de handel en buitenlandse directe investeringen in de regio op de korte, de middellange en de lange termijn te vergroten.

25. De Europese Raad is ingenomen met het recente bezoek van het voorzitterschap en de Commissie aan Egypte, als onderdeel van de eerste fase van het overleg ter bevordering van een alomvattende aanpak van de migratie tussen de zuidelijke buurlanden en de Europese Unie. In dit verband verzoekt de Europese Raad de Commissie haar voorstellen betreffende de totaalaanpak van migratie en over het mobiliteitspartnerschap ruim voor de bijeenkomst van de Europese Raad in juni in te dienen.

26. De Europese Raad ziet tevens uit naar de indiening door de Commissie van een plan voor de ontwikkeling van capaciteiten voor het beheer van de migratie- en vluchtelingenstromen nog voor de bijeenkomst van de Europese Raad in juni. Voor juni 2011 dient er een akkoord te zijn over de verordening tot versterking van de capaciteit van Frontex. Intussen zal de Commissie ter ondersteuning van de door dit agentschap in 2011 uitgevoerde operaties Hermes en Poseidon aanvullende middelen beschikbaar stellen en de lidstaten wordt verzocht verdere personele en technische middelen ter beschikking te stellen. De EU en haar lidstaten zullen graag concrete solidariteit tonen aan de lidstaten die het meest rechtstreeks te maken hebben met de migratiebewegingen en de nodige bijstand bieden naarmate de situatie zich ontwikkelt.

III. JAPAN

27. De Europese Unie zal Japan steunen in zijn inspanningen om het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarvoor het zich geplaatst ziet na de aardbeving en de tsunami die zulke tragische gevolgen hebben gehad voor het land.

28. Na een eerste verzoek van de Japanse regering maakt de Unie hulpgoederen vrij voor de getroffen bevolking. De Unie staat klaar om verdere steun te bieden als erom wordt gevraagd. Meer in het algemeen zou de Europese Unie de samenwerking met Japan op het gebied van rampenbestrijding willen uitbouwen.

29. De Europese Unie heeft lof voor de snelle en doortastende wijze waarop de Japanse autoriteiten hebben gereageerd op de verstoring van de financiële markten. Zij is ingenomen met de maatregelen die de G7 met betrekking tot de yen heeft getroffen. Zij staat paraat om, in algehele samenwerking met Japan, het hoofd te bieden aan de economische en financiële repercussies van de gebeurtenissen, met name in het kader van de G8 en de G20.

30. Vooruitblikkend bevestigt de Europese Raad het strategische belang van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Japan. Van de komende top moet gebruik worden gemaakt om deze betrekkingen aan te halen en voortgang te maken met de gemeenschappelijke agenda, mogelijkerwijs mede door het openen van onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst, uitgaande van Japanse bereidheid om onder meer non-tarifaire belemmeringen en beperkingen ten aanzien van overheidsopdrachten aan de orde te stellen.

31. In dit verband benadrukt de Europese Raad dat volledige lering moet worden getrokken uit het gebeurde en dat alle nodige informatie moet worden verstrekt aan het publiek. De Europese Raad, die in herinnering brengt dat de energiemix een bevoegdheid van de lidstaten is, verlangt dat allereerst de volgende actie wordt ondernomen:
- aan de hand van een volledige en transparante risico- en veiligheidsevaluatie ("stresstest") dient de veiligheid van alle kerncentrales in de EU te worden onderzocht; de Groep Europese regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid (Ensreg) en de Commissie wordt verzocht zo spoedig mogelijk in een gecoördineerd kader het bereik en de nadere details van deze stresstests vast te stellen in het licht van de uit het ongeluk in Japan getrokken lering en met de volledige betrokkenheid van de lidstaten, en daarbij ten volle gebruik te maken van de beschikbare deskundigheid (met name die van de Vereniging van West-Europese regelgevers op nucleair gebied); de evaluaties zullen worden uitgevoerd door onafhankelijke nationale instanties en door middel van collegiale toetsing: de resultaten ervan en alle in aansluiting daarop te nemen maatregelen dienen met de Commissie en met de Ensreg te worden gedeeld en moeten openbaar worden gemaakt; de Europese Raad zal de eerste bevindingen voor eind 2011 bezien aan de hand van een verslag van de Commissie;

- het toekennen van prioriteit aan de veiligheid van kerncentrales kan uiteraard niet ophouden bij onze eigen grenzen; de EU zal verzoeken om de uitvoering van gelijkaardige stresstests in de buurlanden en wereldwijd, zowel met betrekking tot de bestaande als tot geplande centrales; in dit verband moet ten volle gebruik gemaakt worden van de bevoegde internationale organisaties;
- in de EU moeten de hoogste normen voor nucleaire veiligheid geïmplementeerd worden, deze normen moeten voortdurend worden verbeterd en internationaal worden uitgedragen;


- de Commissie zal het bestaande wettelijke en regelgevingskader inzake de veiligheid van kerninstallaties opnieuw bezien en waar nodig voor eind 2011 verbeteringen voorstellen. De lidstaten dienen in te staan voor de volledige uitvoering van de richtlijn voor de veiligheid van kerninstallaties. Het richtlijnvoorstel inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval dient zo spoedig mogelijk te worden aangenomen. De Commissie wordt verzocht zich te beraden op de wijze waarop nucleaire veiligheid in de buurlanden kan worden bevorderd;


- de gevolgen voor de wereld en voor de Unie moeten nauwlettend in het oog worden gehouden; bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de schommelingen van de energie- en de grondstoffenprijzen, met name in het kader van de G20.


______________

BIJLAGE I

het euro plus-pACT

STERKERE COÖRDINATIE VAN HET ECONOMISCH BELEID met het oog op concurrentiekracht en convergentie

Dit pact is overeengekomen door de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone en Bulgarije, Denemarken, Letland, Litouwen, Polen en Roemenië hebben zich erbij aangesloten, met het doel de economische pijler van de monetaire unie te versterken, de coördinatie van het economisch beleid op een nieuw kwaliteitsniveau te brengen, het concurrentievermogen te verbeteren en aldus tot een grotere mate van convergentie te komen. Het pact is hoofdzakelijk toegespitst op gebieden die onder de nationale bevoegdheid vallen en cruciaal zijn om het concurrentievermogen te verbeteren en schadelijke onevenwichtigheden te voorkomen. Concurrentievermogen is essentieel om de EU te helpen sneller en duurzamer te groeien, op de middellange en de lange termijn, hogere inkomensniveaus voor de burgers tot stand te brengen en onze sociale modellen te vrijwaren. Andere lidstaten wordt verzocht hieraan op vrijwillige basis deel te nemen.

Deze hernieuwde inspanning om de coördinatie van het economische beleid te versterken met het oog op meer concurrentiekracht en convergentie stoelt op vier leidende beginselen:

a. De coördinatie zal sporen met de bestaande economische governance in de EU, deze versterken en tegelijkertijd een meerwaarde bieden. Zij zal consistent zijn met en voortbouwen op bestaande instrumenten (de Europa 2020-strategie, het Europees semester, de geïntegreerde richtsnoeren, het stabiliteits- en groeipact en het nieuwe kader voor macro-economisch toezicht). Bovenop de bestaande inspanningen zal een extra inspanning nodig zijn, met concrete verplichtingen en acties die ambitieuzer zijn dan die welke reeds zijn overeengekomen, en met een tijdschema voor de uitvoering ervan. Deze nieuwe verplichtingen zullen achteraf worden geïntegreerd in de nationale hervormings- en stabiliteitsprogramma's en onder het reguliere toezichtskader vallen, met een sterke centrale rol voor de Commissie bij de monitoring van het nakomen van de verplichtingen, en met de betrokkenheid van alle bevoegde Raadsformaties en de Eurogroep. Het Europees Parlement zal zijn rol onverkort spelen conform zijn bevoegdheden. De sociale partners zullen op EU-niveau ten volle bij een en ander worden betrokken in het kader van de tripartiete sociale top.

b. De coördinatie zal doelgericht en actiegericht zijn en betrekking hebben op prioritaire beleidsterreinen die cruciaal zijn voor het stimuleren van concurrentiekracht en convergentie. De coördinatie zal toegespitst zijn op acties waarvoor de lidstaten bevoegd zijn. Voor de geselecteerde beleidsterreinen zullen op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders gezamenlijke doelstellingen worden overeengekomen. De deelnemende lidstaten zullen deze doelstellingen in het kader van hun eigen beleidsmix trachten te verwezenlijken, met inachtneming van de specifieke uitdagingen waarvoor zij zich gesteld zien.

c. Elk staatshoofd of elke regeringsleider zal jaarlijks concrete nationale verplichtingen aangaan. De lidstaten zullen daarbij rekening houden met beste praktijken en zich vergelijken met de best presterenden, binnen Europa en ten aanzien van andere strategische partners.

Het nakomen van de verplichtingen, alsook de vorderingen met de gezamenlijke beleidsdoelstellingen, zullen jaarlijks op politiek niveau worden gemonitord door de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone en de deelnemende landen, op basis van een verslag van de Commissie. Voorts verbinden de lidstaten zich ertoe hun partners te raadplegen over alle belangrijke economische hervormingen met mogelijke overloopeffecten, voordat zij deze aannemen.

d. De deelnemende lidstaten staan volledig achter de voltooiing van de eengemaakte markt, die cruciaal is om het concurrentievermogen in de EU en de eurozone te verhogen. Dit proces zal volledig stroken met het Verdrag. Het pact zal de integriteit van de eengemaakte markt ten volle eerbiedigen.

Onze doelstellingen

De deelnemende lidstaten zeggen toe alle noodzakelijke maatregelen te nemen ter verwezenlijking van de volgende doelstellingen:
* het concurrentievermogen verbeteren

* de werkgelegenheid stimuleren

* verder bijdragen tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën
* de financiële stabiliteit versterken.

Elke deelnemende lidstaat zal de specifieke maatregelen presenteren die hij ter verwezenlijking van deze doelstellingen zal nemen. Indien een lidstaat kan aantonen dat maatregelen op een bepaald terrein niet nodig zijn, zal hij deze achterwege laten. Elk land blijft verantwoordelijk voor de keuze van de specifieke beleidsmaatregelen ter verwezenlijking van de gezamenlijke doelstellingen, maar bijzondere aandacht zal uitgaan naar het hierna omschreven samenstel van eventuele maatregelen.

Concrete beleidsverplichtingen en monitoring

De staatshoofden en regeringsleiders zullen op politiek niveau de vorderingen in de richting van de bovengenoemde gezamenlijke doelstellingen monitoren aan de hand van een aantal indicatoren betreffende het concurrentievermogen, de werkgelegenheid, de houdbaarheid van de openbare financiën en de financiële stabiliteit. Nagegaan wordt welke landen op één van deze gebieden met belangrijke uitdagingen geconfronteerd worden, en deze zullen zich ertoe moeten verbinden deze uitdagingen binnen een welbepaald tijdsbestek aan te gaan.

* Het concurrentievermogen verbeteren

De vorderingen zullen worden beoordeeld aan de hand van de loon- en productiviteitsontwikkelingen en de benodigde aanpassingen van het concurrentievermogen. Om te beoordelen in hoeverre de loonontwikkeling en de productiviteitsontwikkeling gelijke tred houden worden de loonkosten per eenheid product (unit labour costs-ULC) gedurende een bepaalde tijdspanne gemonitord; daarbij wordt uitgegaan van een vergelijking met de ontwikkelingen in de andere landen van de eurozone en bij de belangrijkste vergelijkbare handelspartners. Voor ieder land wordt gekeken naar de loonkosten per eenheid product voor de gehele economie, alsook per belangrijke sector (de be- en verwerkende industrie, de dienstensector, alsmede de verhandelbare en de niet-verhandelbare sector). Grootschalige en aanhoudende loonsverhogingen kunnen leiden tot een verlies aan concurrentiekracht, met name indien deze trend zich voordoet in combinatie met een toenemend tekort op de lopende rekening en krimpende marktaandelen op de exportmarkten. Initiatieven ter versterking van het concurrentievermogen zijn weliswaar nodig in alle landen, maar de aandacht zal in het bijzonder uitgaan naar landen die op dat terrein tegen belangrijke uitdagingen aankijken. Om ervoor te zorgen dat de groei over de hele eurozone evenwichtig en breed gespreid is, zullen er specifieke instrumenten en gezamenlijke initiatieven worden overwogen om de productiviteit in achterblijvende regio's te stimuleren.

Ieder land is verantwoordelijk voor zijn keuze van specifieke beleidsmaatregelen ter verbetering van zijn concurrentievermogen, maar bijzondere aandacht zal uitgaan naar de volgende hervormingen:

i) onder eerbiediging van de nationale tradities inzake sociale dialoog en arbeidsverhoudingen dienen maatregelen te worden genomen om ervoor te zorgen dat de kosten zich ontwikkelen in overeenstemming met de productiviteit; te denken valt aan:

* maatregelen om de mechanismen inzake loonvorming, en, indien nodig, de mate van centralisering van de loononderhandelingen, alsook de indexeringsmechanismen te herzien, zulks met behoud van de autonomie van de sociale partners in het proces van collectieve loononderhandelingen;

* maatregelen om ervoor te zorgen dat de loonakkoorden in de openbare sector de inspanningen inzake concurrentievermogen in de particuliere sector ondersteunen (zulks indachtig de belangrijke signaalfunctie van de lonen in de publieke sector).

ii) maatregelen ter verbetering van de productiviteit, zoals:
* het verder openstellen van beschermde sectoren door middel van op nationaal niveau te nemen maatregelen om ongerechtvaardigde beperkingen op beroepsmatige dienstverlening en in de detailhandel weg te nemen, teneinde de concurrentie en de efficiëntie in deze sectoren te verbeteren, zulks met volledige inachtneming van het acquis communautaire;

* specifieke inspanningen ter verbetering van de onderwijssystemen en ter bevordering van O&O, innovatie en infrastructuur;
* maatregelen ter verbetering van het bedrijfsklimaat, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen, met name door het verminderen van de administratieve rompslomp en het verbeteren van de wet- en regelgeving (bijvoorbeeld het faillissementsrecht, het wetboek van koophandel).


* De werkgelegenheid stimuleren

Een goed functionerende arbeidsmarkt is van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van de eurozone. De vorderingen zullen worden gemeten aan de hand van de volgende indicatoren: langdurige werkloosheid en jeugdwerkloosheid, en arbeidsparticipatiegraden.

Ieder land is verantwoordelijk voor zijn keuze van specifieke beleidsmaatregelen ter verbetering van de werkgelegenheid, maar een bijzondere plaats zal worden ingeruimd voor de volgende hervormingen:
* hervormingen van de arbeidsmarkt met het oog op het bevorderen van "flexizekerheid", het verminderen van zwartwerk en het verbeteren van de arbeidsparticipatie;

* een leven lang leren;

* belastinghervormingen, zoals het verminderen van de belastingen op arbeid teneinde arbeid lonend te maken en tegelijk de totale belastinginkomsten op peil te houden, en maatregelen om het aantal tweede verdieners op de arbeidsmarkt te vergroten.


* De overheidsfinanciën houdbaarder maken

Om te bewerkstelligen dat het stabiliteits- en groeipact volledig uitgevoerd wordt, zal de hoogste aandacht worden besteed aan:
* Houdbaarheid van de pensioenen, de gezondheidszorg en de sociale voorzieningen

Dit zal met name worden beoordeeld aan de hand van de indicatoren voor het houdbaarheidstekort^2. Deze indicatoren meten of schuldniveaus houdbaar zijn op basis van het gevolgde beleid, met name wat betreft de pensioenregelingen, de gezondheidszorg en de uitkeringsstelsels, waarbij demografische factoren in aanmerking worden genomen.

De hervormingen die noodzakelijk zijn om de houdbaarheid en toereikendheid van de pensioenen en de sociale voorzieningen te waarborgen, zouden onder meer het volgende kunnen omvatten:
* het pensioenstelsel afstemmen op de nationale demografische situatie, bijvoorbeeld door de effectieve pensioengerechtigde leeftijd op de levensverwachting af te stemmen of door de participatiegraden te verhogen;

* vervroegde-uittredingsregelingen beperken en oudere werknemers (met name in de leeftijdscategorie ouder dan 55) met op de doelgroep gerichte prikkels stimuleren om langer te blijven werken.


* Nationale begrotingsregels

De deelnemende lidstaten verplichten zich ertoe de in het stabiliteits- en groeipact vervatte begrotingsregels van de EU in nationale wetgeving om te zetten. Het staat de lidstaten vrij te kiezen van welk nationaal rechtsinstrument daartoe gebruik wordt gemaakt, zolang dat instrument bindend en duurzaam genoeg is (bijvoorbeeld de grondwet of een kaderwet). Het is ook aan de afzonderlijke lidstaat te besluiten in welke vorm het voorschrift wordt gegoten (bijvoorbeeld een rem op de schuld, een voorschrift betreffende het primair begrotingssaldo of een voorschrift betreffende de uitgaven), maar het moet in ieder geval de begrotingsdiscipline op nationaal en subnationaal niveau waarborgen. De Commissie wordt in de gelegenheid gesteld om, met volledige inachtneming van de prerogatieven van de nationale parlementen, te worden geraadpleegd over de begrotingsregel in kwestie alvorens die vastgesteld wordt, om te garanderen dat hij verenigbaar is met en ondersteuning biedt aan de EU-regels.

d. De financiële stabiliteit versterken

Een sterke financiële sector is bepalend voor de algehele stabiliteit van de eurozone. Er is een alomvattende hervorming van het EU-kader voor toezicht op en regulering van de financiële sector in de maak.

In die context verplichten de lidstaten zich ertoe nationale wetgeving voor crisisafwikkeling in de banksector in te voeren, met volledige inachtneming van het acquis communautaire. Banken zullen regelmatig aan strenge, op EU-niveau gecoördineerde stresstests worden onderworpen. Daarnaast zal de voorzitter van het Europees Comité voor systeemrisico's en de voorzitter van de Eurogroep regelmatig worden verzocht de staatshoofden en regeringsleiders te informeren over aangelegenheden in verband met de macrofinanciële stabiliteit en macro-economische ontwikkelingen in de eurozone die om specifiek optreden vragen. In het bijzonder zal, per lidstaat, het niveau van de particuliere schulden voor banken, huishoudens en niet-financiële ondernemingen aan een nauwlettende monitoring worden onderworpen.


***

Behalve aan de bovengenoemde aangelegenheden zal er aandacht worden besteed aan coördinatie van het belastingbeleid.

Directe belastingen blijven tot het domein van de nationale bevoegdheden behoren. Pragmatische coördinatie van het belastingbeleid is een essentieel onderdeel van een nauwere coördinatie van het economisch beleid in de eurozone ter ondersteuning van het proces van begrotingsconsolidatie en de economische groei. In die context verbinden de lidstaten zich ertoe gestructureerde besprekingen te voeren over aangelegenheden van het belastingbeleid, met name om te zorgen voor uitwisseling van beste praktijken, vermijding van schadelijke praktijken en voorstellen ter bestrijding van fraude en belastingontduiking.

De ontwikkeling van een gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting kan een inkomstenneutrale stap vooruit betekenen om, onder eerbiediging van de nationale belastingstrategieën, consistentie tussen de nationale belastingstelsels te garanderen en bij te dragen tot houdbare openbare financiën en tot het concurrentievermogen van Europese ondernemingen.

De Commissie heeft een wetgevingsvoorstel inzake een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting gepresenteerd.

Jaarlijkse concrete verplichtingen

Teneinde daadwerkelijk op verandering in te zetten en de noodzakelijke politieke impuls tot het verwezenlijken van onze gezamenlijke doelstellingen te geven, zullen de deelnemende lidstaten elk jaar op het hoogste niveau een samenstel van concrete maatregelen overeenkomen die binnen 12 maanden verwezenlijkt moeten worden. Elk land blijft verantwoordelijk voor de keuze van de specifieke beleidsmaatregelen, maar bij die keuze dient bijzondere aandacht uit te gaan naar de bovenvermelde aangelegenheden. Deze verplichtingen moeten ook terug te vinden zijn in de jaarlijks in te dienen nationale hervormingsprogramma's en nationale stabiliteitsprogramma's, die in het kader van het Europees semester door de Commissie, de Raad en de Eurogroep zullen worden beoordeeld.


______________

BIJLAGE II

Nota inzake voorwaarden betreffende het ESM

De Europese Raad heeft besloten het volgende lid toe te voegen aan artikel 136 van het Verdrag:

"De lidstaten die de euro als munt hebben kunnen een stabiliteitsmechanisme instellen dat geactiveerd wordt indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen. De verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme zal aan stringente voorwaarden gebonden zijn."

Ingevolge dit besluit is de Europese Raad overeengekomen dat de lidstaten van de eurozone een permanent stabiliteitsmechanisme moeten instellen: het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het ESM zal in onderlinge overeenstemming geactiveerd worden^3 indien dat onontbeerlijk is voor het waarborgen van de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel. Het ESM neemt de rol over van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) en het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) bij het verstrekken van externe financiële bijstand aan lidstaten van de eurozone na juni 2013.

Toegang tot financiële bijstand van het ESM wordt verleend op basis van stringente voorwaarden qua beleid in het kader van een macro-economisch aanpassingsprogramma en een rigoureuze analyse van de houdbaarheid van de overheidsschuld, die wordt uitgevoerd door de Europese Commissie en het IMF, in overleg met de ECB. Van de ontvangende lidstaat zal worden verlangd dat een passende vorm van betrokkenheid van de particuliere sector wordt bewerkstelligd naar gelang van de specifieke omstandigheden en op een wijze die volledig aansluit op de werkwijze van het IMF.

Het ESM zal beschikken over een effectieve kredietverleningscapaciteit van 500 miljard euro^4. Of deze capaciteit toereikend is, wordt geregeld, en minimaal eens in de vijf jaar, bezien. Het ESM streeft ernaar zijn kredietverleningscapaciteit aan te vullen via de deelname van het IMF aan financiële bijstandsoperaties, terwijl lidstaten van buiten de eurozone ook kunnen deelnemen, en wel op ad-hocbasis.

In de rest van deze nota worden de structurele hoofdkenmerken van het ESM uiteengezet:

Institutionele vorm

Het ESM zal door middel van een verdrag tussen de lidstaten van de eurozone worden ingesteld als een intergouvernementele organisatie naar internationaal publiekrecht en zal gevestigd zijn in Luxemburg. Het statuut van het ESM wordt opgenomen in een bijlage bij het verdrag.

Functie en financieringsstrategie

De functie van het ESM wordt het vrijmaken van middelen en het verstrekken van financiële bijstand, onder stringente voorwaarden, ten gunste van lidstaten van de eurozone die te maken hebben met of worden bedreigd door ernstige financieringsproblemen, met als doel de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel te vrijwaren.

De lidstaten van de eurozone geven het ESM het bedrag van de financiële sancties die zijn opgelegd uit hoofde van het stabiliteits- en groeipact en de procedures voor macro-economische onevenwichtigheden. Dit bedrag zal deel uitmaken van het volgestort kapitaal.

Het ESM zal een passende financieringsstrategie gebruiken zodat er toegang is tot ruime financieringsmiddelen en het in staat is onder alle marktomstandigheden financiëlebijstandspakketten te verstrekken aan de lidstaten. Daaraan verbonden risico's worden in de hand gehouden via een adequaat beheer van de activa en passiva.

Bestuur

Het ESM krijgt een raad van bestuur, bestaande uit de ministers van Financiën van de lidstaten van de eurozone (als stemgerechtigde leden), met de Europese Commissaris voor economische en monetaire zaken en de president van de ECB als waarnemers. De raad van bestuur kiest uit zijn stemgerechtigde leden een voorzitter.

De raad van bestuur vormt het hoogste besluitvormingsorgaan van het ESM en neemt in onderlinge overeenstemming onderstaande belangrijke besluiten:


- de toekenning van financiële bijstand,


- de voorwaarden van financiële bijstand,


- de kredietverleningscapaciteit van het ESM,


- wijzigingen in het scala van instrumenten.

Alle overige besluiten van de raad van bestuur worden met gekwalificeerde meerderheid genomen, tenzij anders is bepaald.

Het ESM beschikt over een directie, die specifieke, door de raad van bestuur gedelegeerde taken uitvoert. Elke lidstaat van de eurozone benoemt een directeur en een adjunct-directeur. Bovendien benoemen de Commissie en de ECB elk een waarnemer en een plaatsvervanger bij de directie. Alle besluiten van de directie worden met gekwalificeerde meerderheid genomen, tenzij anders is bepaald.

De weging van de stemmen in de raad van bestuur en in de directie is evenredig aan de inschrijvingen van iedere lidstaat op het kapitaal van het ESM. Tachtig procent van de stemmen geldt als een gekwalificeerde meerderheid.

De raad van bestuur benoemt een directeur voor het dagelijks beheer van het ESM. De directeur zit de directie voor.

Kapitaalstructuur

Het ESM streeft ernaar van de belangrijkste kredietbeoordelingsbureaus de hoogste rating te krijgen en deze te behouden.

Het ESM beschikt over een totaal geplaatst kapitaal van 700 miljard euro. Hiervan is 80 miljard volgestort kapitaal van de lidstaten van de eurozone, verdeeld over vijf gelijke jaarlijkse tranches vanaf juli 2013. Voorts beschikt het ESM over een combinatie van toegezegd opvraagbaar kapitaal en garanties van lidstaten van de eurozone tot een totaal van 620 miljard euro. Tijdens de overgangsfase van 2013 tot 2017 zullen de lidstaten, in het onwaarschijnlijke geval dat zulks nodig is, sneller passende instrumenten ter beschikking stellen, opdat de verhouding tussen het volgestort kapitaal en het uitstaande bedrag aan ESM-uitgiften ten minste 15 procent blijft.

De sleutel voor de bijdrage van iedere lidstaat in het totale geplaatste kapitaal van het ESM wordt gebaseerd op de sleutel voor het volgestort kapitaal van de ECB (zie bijlage). Wanneer de lidstaten het verdrag tot instelling van het ESM ratificeren, verbinden zij zich er wettelijk toe hun bijdrage te leveren aan het totale geplaatste kapitaal.

De raad van bestuur besluit in onderlinge overeenstemming over een wijziging van het totale geplaatste kapitaal of het opvragen van kapitaal, behalve in de hieronder beschreven specifieke gevallen. Ten eerste kan de directie met gewone meerderheid besluiten om (middels het opvragen van kapitaal) het niveau van het volgestort kapitaal te herstellen wanneer het bedrag van het volgestort kapitaal is gedaald als gevolg van de absorptie van verliezen^5. Ten tweede komt er een afroepgarantieprocedure waarbij kapitaal van de ESM-aandeelhouders automatisch wordt opgevraagd wanneer dat nodig is om een tekort in de voldoening van de crediteuren van het ESM te vermijden. De aansprakelijkheid van iedere aandeelhouder blijft in alle gevallen beperkt tot zijn aandeel in het geplaatste kapitaal.

Voor bijdragen aan het geplaatst kapitaal door een lidstaat^6 die na juli 2013 tot het ESM toetreedt, gelden dezelfde voorwaarden als voor de oorspronkelijke bijdragen. Over de praktische gevolgen voor het totaalbedrag van het geplaatst kapitaal en de verdeling van kapitaal onder de lidstaten beslist de raad van bestuur in onderlinge overeenstemming.

Zolang het ESM niet is geactiveerd, en mits de effectieve kredietverleningscapaciteit niet minder dan 500 miljard euro bedraagt, wordt de opbrengst van de belegging van het volgestort kapitaal van het ESM uitgekeerd aan de lidstaten, na aftrek van operationele kosten. Na de eerste activering van het ESM blijft de opbrengst van de belegging van ESM-kapitaal en de financiëlebijstandsactiviteit in het ESM. Wanneer het volgestort kapitaal echter meer bedraagt dan vereist is om de krediet-verleningscapaciteit van het ESM te handhaven, kan de directie met gewone meerderheid besluiten aan de lidstaten van de eurozone een dividend uit te keren, naar rato van de bijdragesleutel.

Instrumenten

Voor zover dit onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen, overeenkomstig het gewijzigde artikel 136 van het Verdrag, biedt het ESM in het kader van een macro-economisch aanpassingsprogramma onder stringente voorwaarden financiële bijstand, die in verhouding staat tot de ernst van de onevenwichtigheden in de lidstaat. De bijstand wordt verstrekt in de vorm van leningen. Het ESM mag echter bij wijze van uitzondering op de primaire markt voor overheidsschuld interveniëren, op basis van een macro-economisch aanpassingsprogramma met stringente voorwaarden, en als de raad van bestuur daarvoor toestemming geeft.

* ESM-stabiliteitssteun (ESS)

Het ESM kan stabiliteitssteun voor de korte of middellange termijn geven aan een lidstaat van de eurozone die ernstige financieringsproblemen ondervindt. Toegang tot ESS vereist een macro-economisch aanpassingsprogramma met toereikende beleidsvoorwaarden die in verhouding staan tot de ernst van de onderliggende onevenwichtigheden in de ontvangende lidstaat. De duur van het programma en de looptijd van de leningen hangen af van de aard van de onevenwichtigheden en de vooruitzichten van de ontvangende lidstaten op herstel van de toegang tot de financiële markten binnen de periode waarin ESM-middelen beschikbaar zijn.

* Steunvoorziening op de primaire markt

Het ESM kan, ten behoeve van een maximale kostenefficiëntie van de steun, op de primaire markt de obligaties aankopen van een lidstaat die ernstige financieringsproblemen ondervindt. De voorwaarden voor en de wijze waarop de aankoop van obligaties plaatsvindt, worden vastgelegd in het besluit betreffende de nadere voorwaarden voor financiële bijstand.

De raad van bestuur kan de instrumenten die het ESM ter beschikking staan, aan een evaluatie onderwerpen en kan ertoe besluiten veranderingen aan te brengen in het scala van instrumenten.

De rol van het IMF

Het ESM zal bij het verstrekken van financiële bijstand zeer nauw met het IMF samenwerken^7. Onder alle omstandigheden zal naar actieve deelname van het IMF worden gestreefd, zowel op technisch als op financieel niveau. De schuldhoudbaarheidsanalyse wordt gezamenlijk door de Commissie en het IMF verricht, in overleg met de ECB. Over de beleidsvoorwaarden die zijn verbonden aan een gezamenlijke ESM/IMF-ondersteuning wordt gezamenlijk door de Commissie en het IMF onderhandeld, in overleg met de ECB.

Activering van financiële bijstand, programmatoezicht en -follow-up

Financiële bijstand van het ESM wordt in alle gevallen geactiveerd na een verzoek van een lidstaat aan de andere lidstaten van de eurozone. De Eurogroep stelt de Raad ervan in kennis dat er een verzoek tot activering van steun is gedaan. Na ontvangst van een dergelijk verzoek vraagt de raad van bestuur de Commissie in overleg met de ECB te onderzoeken of er een risico voor de financiële stabiliteit van de gehele eurozone bestaat, en om samen met het IMF en in overleg met de ECB een grondige analyse van de houdbaarheid van de overheidsschuld van de betrokken lidstaat te verrichten. Bij het activeren van financiële bijstand van het ESM worden achtereenvolgens de volgende stappen genomen:

* Wanneer om ESS wordt verzocht, beoordelen de Commissie en het IMF gezamenlijk in overleg met de ECB de reële financieringsbehoeften van de ontvangende lidstaat, evenals de aard van de verlangde betrokkenheid van de particuliere sector, die met de IMF-praktijken dient te stroken.


* Aan de hand van die beoordeling draagt de raad van bestuur de Commissie op om, samen met het IMF en in overleg met de ECB, met de betrokken lidstaat te onderhandelen over een macro-economisch aanpassingsprogramma, dat in een memorandum van overeenstemming wordt beschreven.


* De Commissie dient bij de Raad een voorstel in voor een besluit tot goedkeuring van het macro-economische aanpassingsprogramma. De raad van bestuur neemt een besluit over het toekennen van financiële bijstand, alsmede over de nadere voorwaarden waaronder die bijstand wordt verstrekt. Zodra het programma door de Raad is aangenomen, ondertekent de Commissie het memorandum van overeenstemming namens de lidstaten van de eurozone, onder voorbehoud van voorafgaande onderlinge overeenstemming in de raad van bestuur. Vervolgens hecht de directie haar goedkeuring aan het akkoord over de financiële bijstand, dat de technische aspecten van de te verstrekken financiële bijstand bevat.


* De Commissie is samen met het IMF en in overleg met de ECB verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de beleidsvoorwaarden die in een macro-economisch aanpassingsprogramma worden gesteld. Zij brengt verslag uit aan de Raad en de directie. Op basis van dat verslag neemt de directie in onderlinge overeenstemming een besluit over de uitbetaling van de nieuwe tranches van de lening.


* Na bespreking in de raad van bestuur kan de Raad, op voorstel van de Commissie, besluiten tot het instellen van post-programmatoezicht, dat kan worden gehandhaafd zolang een bepaald bedrag van de financiële bijstand niet is terugbetaald.

Overeenstemming met het EU-kader voor multilateraal toezicht

De EU-lidstaten zal om goedkeuring worden verzocht, teneinde het de lidstaten van de eurozone mogelijk te maken, de Commissie samen met het IMF en in overleg met de ECB te belasten met de analyse van de houdbaarheid van de schuld van de lidstaat die om financiële steun verzoekt, met het opstellen van het aanpassingsprogramma waarmee het toekennen van financiële bijstand vergezeld gaat, en met het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van het programma.

Hoewel de raad van bestuur beslissingsautonomie heeft met betrekking tot het bestaan van en de nadere voorwaarden voor financiële bijstand in een intergouvernementeel kader, moeten de beleidsvoorwaarden die in het kader van versterkt toezicht of een macro-economisch aanpassingsprogramma worden gesteld, in overeenstemming zijn met het EU-toezichtskader en moeten zij de naleving van de EU-procedures waarborgen. Daartoe is de Commissie voornemens met een verordeningsvoorstel te komen ter verduidelijking van de procedurele stappen die krachtens artikel 136 van het Verdrag nodig zijn om de beleidsvoorwaarden in Raadsbesluiten vast te leggen en voor overeenstemming met het multilaterale toezichtskader van de EU te zorgen. De Raad en de Commissie informeren het Europees Parlement regelmatig over de oprichting en de verrichtingen van het ESM.

Prijsstelling

De raad van bestuur neemt een besluit over de prijsstructuur van de financiële bijstand voor een ontvangende lidstaat.

Het ESM kan leningen met een vaste of een variabele rentevoet verstrekken. De prijsstelling door het ESM spoort met de prijsstellingsbeginselen van het IMF en bevat, hoewel zij boven de financieringskosten van het ESM dient te blijven, een passende opslag voor risico's.

Voor ESM-leningen geldt de volgende prijsstructuur:


1) ESM-financieringskosten


2) Een prijs van 200 basispunten die wordt toegepast op de volledige leningen


3) Een opslag van 100 basispunten voor leningbedragen die nog uitstaan na drie jaar.

Voor vastrentende leningen met een looptijd van meer dan drie jaar is de marge een gewogen gemiddelde van de prijs van 200 basispunten voor de eerste drie jaar en 200 + 100 basispunten voor de jaren daarna.

De prijsstructuur wordt bepaald in het prijsstellingsbeleid van het ESM, dat periodiek wordt geëvalueerd.

De rol van de particuliere sector


1. Voorwaarden voor de betrokkenheid van de particuliere sector

Indien een staat financiële bijstand ontvangt, wordt verwacht dat de particuliere sector per geval op passende, evenredige wijze daarbij betrokken wordt. De aard en de omvang van die betrokkenheid zullen per geval worden bepaald en zullen afhangen van het resultaat van de schuldhoudbaarheidsanalyse, in overeenstemming met de IMF-praktijk^8, en van de potentiële gevolgen voor de financiële stabiliteit van de eurozone.

*

+
o
#
@

-
=

* a) Indien op grond van een houdbaarheidsanalyse wordt geconcludeerd dat een macro-economisch aanpassingsprogramma realistisch gezien de overheidsschuld weer op een houdbaar pad kan brengen, neemt de ontvangende lidstaat initiatieven om de voornaamste particuliere beleggers ertoe te bewegen hun risicoposities aan te houden (bijvoorbeeld de aanpak van het "Initiatief van Wenen"). De Commissie, het IMF, de ECB en de EBA worden nauw bij het toezicht op de uitvoering van deze initiatieven betrokken.
b) Indien op grond van een houdbaarheidsanalyse wordt geconcludeerd dat een macro-economisch aanpassingsprogramma realistisch gezien de overheidsschuld niet op een houdbaar pad kan brengen, wordt de ontvangende lidstaat verzocht actieve onderhandelingen te goeder trouw met zijn schuldeisers aan te knopen om te garanderen dat zij rechtstreeks bij het herstellen van de schuldhoudbaarheid betrokken worden. Of financiële bijstand wordt toegekend hangt af van de vraag of de lidstaat over een geloofwaardig plan beschikt en blijk geeft van voldoende inzet om een passende en evenredige betrokkenheid van de particuliere sector te bewerkstelligen. In het kader van het programma wordt op vorderingen bij de uitvoering van het plan toegezien, en deze worden bij besluiten over betalingen in aanmerking genomen. In zijn onderhandelingen met schuldeisers laat de ontvangende lidstaat zich leiden door de volgende beginselen:


* Evenredigheid: de lidstaat streeft naar oplossingen die in verhouding staan tot zijn schuldhoudbaarheidsprobleem.


* Transparantie: de betrokken lidstaat gaat met de schuldeisers een open dialoog aan en verstrekt hun tijdig relevante informatie.


* Billijkheid: de lidstaat raadpleegt de schuldeisers over alle plannen voor herschikking of herstructurering van de overheidsschuld, teneinde via onderhandelingen tot oplossingen te komen. Maatregelen waardoor de netto contante waarde van de schuld wordt verlaagd, worden alleen overwogen wanneer andere opties waarschijnlijk niet de verwachte resultaten zullen opleveren.


* Grensoverschrijdende coördinatie: het risico op besmetting van en overloopeffecten naar andere lidstaten en derde landen wordt naar behoren in aanmerking genomen bij het ontwikkelen van maatregelen waarmee betrokkenheid van de particuliere sector wordt beoogd. Wanneer dergelijke maatregelen worden genomen, draagt de betrokken lidstaat zorg voor een correcte informatieverstrekking teneinde de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel te vrijwaren.


2. Collectieve-actieclausules

Vanaf juli 2013 worden in alle nieuwe overheidsobligaties van de eurozone met een looptijd van meer dan een jaar collectieve-actieclausules (CAC's) opgenomen. Doel van deze CAC's is dat, in een context van betrokkenheid van de particuliere sector, de staat en diens schuldeisers uit de particuliere sector makkelijker tot een akkoord komen. Het opnemen van CAC's in een obligatie houdt niet in dat aan die obligatie een hoger verzuimrisico of een hoger risico op herstructurering van de schuld verbonden is. De opname van CAC's heeft dan ook geen invloed op de crediteurstatus van staatsschuld.

De CAC's zullen in grote lijnen overeenstemmen met de clausules die sinds het verslag van de G10 over CAC's algemeen gangbaar zijn geworden in de VS en het VK. CAC's zullen op zodanige wijze worden ingevoerd dat gelijke voorwaarden tussen de lidstaten van de eurozone gegarandeerd blijven. Dit betekent dat voor alle lidstaten van de eurozone identieke en gestandaardiseerde clausules worden gebruikt, die in de voorwaarden van de door de lidstaten uitgegeven obligaties worden opgenomen. De basistekst van deze clausules spoort met de CAC's die gangbaar zijn in het recht van de staat New York en het Engels recht.

De CAC's zullen een aggregatieclausule bevatten, waardoor een supermeerderheid van houders van obligaties uit diverse obligatie-emissies waarvoor een dergelijke clausule geldt, en die onder het recht van één rechtsgebied vallen, een clausule inzake meerderheidsactie kan doen opnemen wanneer de voor de herstructurering vereiste meerderheid van schuldeisers niet in het kader van één obligatie-emissie zou worden bereikt. Er zal voorzien worden in passende vertegenwoordiging. Voor besluiten over de belangrijkste vraagstukken - de gereserveerde aangelegenheden - (bijv. de belangrijkste betalingsvoorwaarden, conversie of uitwisseling van obligaties) is een grotere meerderheid nodig dan voor niet-gereserveerde aangelegenheden. Er zullen passende quorumvoorschriften gelden. Wijzigingen die door bevoegde meerderheden zijn goedgekeurd, zijn bindend voor alle obligatiehouders.

Om een correcte stemprocedure te garanderen zal een passende clausule betreffende het verlies van stemrecht van toepassing zijn. Passende clausules ter voorkoming van ontwrichtende vorderingen zullen worden overwogen.

CAC's zullen in gestandaardiseerde vorm worden ingevoerd, waardoor de rechtsgevolgen in alle jurisdicties van de eurozone dezelfde zullen zijn en gelijke voorwaarden tussen de lidstaten van de eurozone worden gegarandeerd. De lidstaten van de eurozone nemen de nodige maatregelen om uitvoering te geven aan de CAC's.

Na juni 2013 zullen de lidstaten van de eurozone onder vooraf vastgestelde voorwaarden uitstaande schulden kunnen blijven herfinancieren zonder CAC's; doel hiervan is dat oude obligaties de nodige liquiditeit behouden en dat lidstaten van de eurozone voldoende tijd krijgen om op een ordelijke manier nieuwe obligaties uit te geven voor alle benchmarklooptijden. Besluiten over nadere wettelijke regelingen voor het opnemen van CAC's in overheidsobligaties van de eurozone zullen worden genomen op basis van het werk van het subcomité van het EFC voor EU-staatsschuldmarkten, nadat passend overleg heeft plaatsgevonden met marktdeelnemers en andere belanghebbenden; deze wettelijke regelingen moeten eind 2011 hun definitieve vorm hebben gekregen.


3. Status van bevoorrechte crediteur voor het ESM

Net als het IMF zal het ESM financiële bijstand verlenen aan lidstaten waarvoor reguliere toegang tot marktfinanciering problematisch is geworden. De staatshoofden en regeringsleiders hebben derhalve verklaard dat het ESM, naar analogie van het IMF, de status van bevoorrechte crediteur zal genieten, met dien verstande dat het IMF als bevoorrechte crediteur een hogere status heeft dan het ESM.

Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2013, onverminderd de voorwaarden van eventuele andere afspraken uit hoofde van de EFSF en de faciliteit voor Griekenland.

Regeling voor de overgang van EFSF naar ESM

De EFSF zal, zoals oorspronkelijk gepland, na juni 2013 blijven instaan voor het beheer van uitstaande obligaties. Zij zal operationeel blijven totdat de aan de lidstaten verleende financiering volledig aan de EFSF is terugbetaald en de EFSF de in kader van de uitgifte van financiële instrumenten aangegane schulden heeft betaald en heeft voldaan aan haar verplichtingen om borgen te vergoeden. Niet-betaalde en niet-gefinancierde delen van bestaande leenfaciliteiten moeten worden overgedragen aan het ESM (bijv. betaling en financiering van tranches die na de inwerkingtreding van het ESM verschuldigd zouden worden). Het geconsolideerde bedrag aan door de EFSF en het ESM verstrekte leningen ligt niet hoger dan 500 miljard euro.

Met het oog op een soepele overgang van de EFSF naar het ESM wordt de bestuurder van de EFSF belast met de praktische voorbereiding van de instelling van het ESM. Hij brengt op gezette tijden aan de Groep Eurogroep verslag uit over de geboekte vooruitgang.

Deelname van lidstaten van buiten de eurozone

Lidstaten van buiten de eurozone kunnen, naast het ESM, op ad-hocbasis deelnemen aan operaties voor financiële bijstand aan lidstaten van de eurozone. Wanneer lidstaten van buiten de eurozone aan dergelijke operaties deelnemen, zijn zij vertegenwoordigd in vergaderingen hierover van het bestuur en de directie van het ESM waar besluiten worden genomen over het toekennen en monitoren van de bijstand. Zij krijgen tijdig inzage in alle relevante informatie en worden op passende wijze geraadpleegd. De lidstaten van de eurozone steunen gelijkwaardigheid in crediteurenstatus voor het ESM en andere lidstaten die, naast het ESM, leningen verstrekken op bilateraal niveau.

Geschillenbeslechting

Ingeval van een geschil tussen een lidstaat van de eurozone en het ESM in verband met de interpretatie en de toepassing van het verdrag tot instelling van het ESM neemt de raad van bestuur een besluit over dit geschil. Indien de lidstaat dit besluit betwist, wordt het geschil voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie, overeenkomstig artikel 273 VWEU.

Wat de verhouding tussen het ESM en derde partijen betreft, wordt in de door het ESM en die derde partijen op te stellen wettelijke en contractuele bepalingen vastgelegd welk recht van toepassing en welke jurisdictie bevoegd is.

Bijlage: Sleutel voor de ESM-bijdrage, op basis van de ECB-sleutel

Land

ISO

ESM-sleutel

Oostenrijk

AT


2.783

België

BE


3.477

Cyprus

CY

0.196

Estland

EE

0.186

Finland

FI


1.797

Frankrijk

FR

20.386

Duitsland

DE

27.146

Griekenland

EL


2.817

Ierland

IE


1.592

Italië

IT

17.914

Luxemburg

LU

0.250

Malta

MT

0.073

Nederland

NL

5.717

Portugal

PT


2.509

Slowakije

SK

0.824

Slovenië

SI

0.428

Spanje

ES

11.904

Totaal

EA17

100.0

Opmerkingen: De ESM-sleutel is gebaseerd op de sleutel voor de bijdrage aan het ECB-kapitaal.

Voor lidstaten met een bbp per capita van minder dan 75% van het EU-gemiddelde wordt een tijdelijke correctie toegepast voor een periode van 12 jaar te rekenen vanaf de toetreding tot de eurozone.

Deze tijdelijke correctie bedraagt drie vierden van het verschil tussen het bni-aandeel en het aandeel in het ECB-kapitaal (in feite bestaande uit 75% van het bni-aandeel en 25% van het aandeel in het ECB-kapitaal): ESM-aandeel = aandeel in de ECB-sleutel - 0,75*(aandeel in de ECB-sleutel - bni-aandeel).

De neerwaartse compensatie voor deze landen wordt herverdeeld tussen alle andere landen op basis van hun aandeel in de ECB-sleutel.

bni en bbp per capita in 2010

Bronnen: Berekeningen van ECB, Ameco en DG ECFIN.

^1 :

Overeenkomstig de conclusies van de Raad van 15 februari en 7 maart 2011 en aansluitend op de jaarlijkse groeianalyse van de Commissie. Zie tevens het syntheseverslag van het voorzitterschap van 16 maart 2011.

^2 :

Houdbaarheidstekortindicatoren zijn door de Commissie en de lidstaten overeengekomen indicatoren om de budgettaire houdbaarheid te beoordelen.

^3 :

Een besluit in onderlinge overeenstemming is een besluit dat wordt genomen met eenparigheid van stemmen van de lidstaten die aan de stemming deelnemen, hetgeen wil zeggen dat onthoudingen niet beletten dat het besluit wordt aangenomen.

^4 :

Tijdens de overgang van de EFSF naar het ESM zal de gecombineerde kredietverleningscapaciteit dit bedrag niet te boven gaan.

^5 :

De stem van de lidstaat waarvan het verzuim ten grondslag ligt aan het te dekken verlies, wordt voor dit besluit geschorst.

^6 :

Wanneer een lidstaat toetreedt tot de eurozone wordt hij lid van het ESM, met alle rechten en verplichtingen.

^7 :

Met dien verstande evenwel dat de inbreng van het IMF dient te stroken met zijn mandaat krachtens de Artikelen der Overeenkomst en bij toepasselijk besluit en beleid van de raad van bestuur van het IMF.

^8 :

Conform de praktijk van het IMF wordt schuld houdbaar geacht wanneer een leningnemer naar verwachting zonder een onrealistisch ruime correctie van zijn inkomsten en uitgaven in staat is zijn schulden te blijven afbetalen. Deze beoordeling bepaalt de beschikbaarheid en passende omvang van de financiering.