CNV Vakmensen
CNV Vakmensen wil af van `mensenhandel' in goederenvervoer
26 maart 2011
De arbeidsomstandigheden van Oost-Europese chauffeurs raken niet alleen
de betrokken chauffeurs, zij ondermijnen op den duur de gehele
bedrijfstak. En ze zijn in strijd met wetgeving inzake mensenhandel. Om
die reden vraagt vakbond CNV Vakmensen nadrukkelijk aandacht voor de
omstandigheden waaronder Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs in het
Rotterdamse havengebied hun werk moeten doen. SP'er Paul Ulenbelt
bekeek zaterdag op uitnodiging van het CNV met eigen ogen de situatie
en kondigde aan Kamervragen op dit onderwerp te zullen stellen.
In dit geval betreft het niet eens het materieel waarmee Polen, Letten,
Litouwers, maar ook Roemenen en Bulgaren het vervoerswerk moeten doen.
Het gaat vooral om de periode dat er geen werk is. En dat de chauffeurs
staan te wachten op een vracht.
Bestuurder Marcel Hoogendijk van CNV Vakmensen: "Vaak dagen achtereen
moeten deze mensen wachten bij hun truck. Zonder enige redelijke
sanitaire voorziening, maar ook zonder de mogelijkheid om ergens te
verpozen. De cabine en een kleine cirkel rondom de vrachtwagen is het
leefgebied. En de huifwagen van een collega blijkt ineens te worden
gebruikt als keuken/hangplek. Te somber voor woorden. En dan biedt
wodka nog wel eens een uitwijk. Deze mensen zijn volledig afhankelijk
gemaakt van hun werkgever. De wet op de mensenhandel verbiedt zo'n
omgang met je werknemers. We willen dat de politici aandringen op
striktere naleving van de wet. CNV Vakmensen heeft zelf inmiddels
conctacten met de taskforce tegen mensenhandel van Justitie."
Zaterdag 26 maart bezocht de kadergroep Beroepsgoederenvervoer van de
CNV-vakbond een van de gewraakte wachtplaatsen in het Rotterdamse.
Vooraleerst hadden de CNV-leden - zelf gepokt en gemazeld in de
transportwereld - met elkaar en de SP'er Ulenbelt gedebatteerd over de
mogelijkheden om dit probleem op een goede manier op te lossen.
Hoogendijk is het met de leden eens dat, als deze toestanden nog langer
worden getolereerd, eerlijke concurrentievormen steeds verder achter de
horizon zullen verdwijnen. "Nederlandse werkgevers in het
beroepsgoederenvervoer, die wel proberen hun mensen volgens
cao-richtlijnen het werk te laten doen, raken hierdoor vrachten kwijt.
Voor hongerlonen en onder Oost-Europese toestanden staan buitenlandse
chauffeurs lijdzaam te wachten op vracht. De winsten gaan naar de
bazen, waaronder ook Nederlandse overigens, die het niet zo nauw nemen
met de regels. En die zitten in hun Mercedessen en villa's te genieten
van hun weelde en bekommeren zich niet om het personeelswelzijn. Wij
willen voorkomen dat die buitenlandse chauffeurs nog langer zo hun werk
moeten doen. Maar ook dat de Nederlandse bedrijfstak langzaam afglijdt
naar deze standaard, want immers op termijn nog de enige manier om geld
te verdienen."
---