Controle op zieke arbeidsongeschikte schiet tekort; medisch beroepsgeheim
bemoeilijkt onderzoek
Datum publicatie: 25-03-2011 08:15
Organisaties die verantwoordelijk zijn voor de uitkering van
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en persoonsgebonden budgetten
moeten ook ernstig (geestes)zieke patiënten vaker controleren of laten
herkeuren. Op zijn minst moet bij de behandelend huisarts navraag over
de medische voorgeschiedenis worden gedaan. Ook moeten binnen de
systemen van die organisaties mogelijkheden ingebouwd worden om
gegevens van hulpverleners en begeleiders op te nemen.
Daarnaast moet er een richtlijn komen hoe (keurings)artsen kunnen
omgaan met vermoedens van fraude, mogelijk ook een meldpunt voor fraude
in de zorg. Keuringsartsen denken vanwege het medisch beroepsgeheim de
opsporingsambtenaren van de eigen organisatie niet te kunnen inlichten.
En het medisch beroepsgeheim maakt het voor opsporingsinstanties lastig
nader onderzoek te doen bij een vermoeden van fraude.
Onderzoek Marque
Dat concluderen het Openbaar Ministerie Rotterdam en de Bovenregionale
Recherche Zuid-West (BR ZW) in de bestuurlijke rapportage naar
aanleiding van het onderzoek Marque. Marque is het onderzoek door de BR
en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) naar de
mogelijke fraude door twee psychiaters en twee ,,bemiddelaars''.
Daardoor hebben mogelijk vele mensen onterecht uitkeringen en
persoonsgebonden budgetten ontvangen. De totale schade zou in de
tientallen miljoenen euro's kunnen lopen. De bestuurlijke rapportage is
vrijdag 25 maart aan de ministeries van Veiligheid en Justitie, Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, en Volksgezondheid gestuurd.
De psychiaters zouden bij de patiënten, aangeleverd door de
bemiddelaars, een zeer ernstig psychiatrisch ziektebeeld hebben
geconstateerd. Uit het onderzoek van de onderzochte dossiers is
inmiddels gebleken dat niet of nauwelijks sprake was van een
psychiatrische voorgeschiedenis. Ook de huisarts wist niets van het
ziektebeeld.
Aanbevelingen
In de rapportage wordt dan ook aanbevolen dat keuringsinstanties en
controlerende instanties als UWV, CIZ en Zorgkantoren bij de huisarts
kunnen navragen wat iemands medische voorgeschiedenis is. Ook bevelen
politie en OM aan in bepaalde gevallen standaard een uitgebreide
herkeuring te laten plaatsvinden, dan wel een extern deskundige naar
het dossier te laten kijken.
In een aantal gevallen bleek dat de - beide als zeer ziek
gediagnosticeerde - partners elkaars hulpverlener waren, dan wel dat
voortdurend dezelfde hulpverleners/begeleiders opdoken. Een betere
registratie van hulpverleners én begeleiders zou een eerder signaal van
fraude hebben opgeleverd.
De rapportage beveelt verder aan dat controlerende instanties
onaangekondigde huisbezoeken gaan doen. Ook dat had eerder duidelijk
gemaakt dat mensen minder ziek waren dan ze deden voorkomen.
Overigens raden politie en OM op dit moment met klem UWV, CIZ,
Zorgkantoren en zorgverzekeraars aan alle systemen te scannen op
patiënten met een ernstig psychiatrisch ziektebeeld die niet zijn
opgenomen, de dossiers door een extern deskundige te laten nakijken en
onaangekondigde controles uit te voeren. UWV en zorgverzekeraars zijn
daar al mee begonnen op basis van door hen bij het OM opgevraagde
gegevens.
Tijdens het onderzoek bleken ook andere betrokkenen vermoedens van
fraude te hebben, zoals een thuiszorgorganisatie en een apotheker. Een
meldpunt voor fraude in de zorg zou het mogelijk maken vermoedens van
fraude met meerdere organisaties te kunnen delen.
Beroepsgeheim
De opsporingsinstanties stuitten gedurende het onderzoek op het medisch
beroepsgeheim. Zo was er een arts bij het UWV die vermoedens van fraude
had. De patiënten waar het om ging werden opgeroepen voor een
herkeuring. In nagenoeg alle gevallen bleek sprake van simulatie en
werd de uitkering stopgezet. Maar vanwege het medisch beroepsgeheim
werden de uitkomsten niet gedeeld met andere instanties als het CIZ.
Had de ,,patiënt'' ook een pgb, dan liep dat gewoon door. Aangifte van
fraude werd ook niet gedaan.
Politie en OM raden dan ook aan dat er een richtlijn komt voor
keuringsartsen waarin beschreven wordt hoe ze bij vermoedens van fraude
moeten omgaan met hun medisch beroepsgeheim.
De omvang van de mogelijke fraude is ook vanwege het beroepsgeheim nog
steeds niet duidelijk. Er is weliswaar een aantal dossiers van
patiënten in beslag genomen, maar politie, SIOD en OM hebben na een
langdurige procedure bij de rechtbank alleen die dossiers kunnen
inkijken waarvan namen van patiënten op een andere wijze bekend waren
geworden.
OM, BR ZW en SIOD hebben in december 2008 een bestuurlijke rapportage
uitgebracht over fraude met persoonsgebonden budgetten en Zorg In
Natura, naar aanleiding van het onderzoek Djahé. Naar aanleiding van
dat onderzoek is al een aantal maatregelen getroffen. De verdachten in
Djahé moeten zich later dit jaar voor de rechter verantwoorden.
Noot voor redacties
Noot voor redacties
(
Politie Rotterdam Rijnmond