Deelneemster Gouden Kooi behoudt recht op ww-uitkering
Den Haag, 25 maart 2011 - De Hoge Raad oordeelt dat in deze zaak
deelname aan het televisieprogramma De Gouden Kooi geldt als een
arbeidsovereenkomst en dat het verbreken van deze overeenkomst recht
geeft op een ww-uitkering.
Achtergrond
Belanghebbende nam van 23 september 2006 tot en met 26 juli 2007 deel
aan het televisieprogramma De Gouden Kooi. Zij woonde met andere
deelnemers in een villa.
Televisiebeelden van de bewoners waren 24 uur per dag via media voor
het publiek toegankelijk. Talpa productions B.V., de producent van het
programma, betaalde haar ⬠2250 voor iedere maand die zij in de Gouden
Kooi doorbracht. Op dit bedrag werden loonheffingen en sociale premies
ingehouden. Na te zijn weggestemd uit de Gouden Kooi heeft
belanghebbende een ww-uitkering aangevraagd. Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (UWV) heeft haar die op 26 november 2007
geweigerd.
Procedure bij Centrale Raad en Hoge Raad
De Centrale Raad van Beroep oordeelde op 25 maart 2010 dat de
belanghebbende in een privaatrechtelijke dienstbetrekking tot Talpa
stond en dat een ww-uitkering haar ten onrechte is onthouden.
Het UWV heeft tegen deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bij
de Hoge Raad cassatieberoep ingesteld.
Advocaat-generaal C.W.M. Ballegooijen heeft op 6 januari 2011
geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De Hoge Raad
oordeelt dat de Centrale Raad het begrip âin privaatrechtelijke
dienstbetrekking staanâ op juiste wijze heeft uitgelegd en toegepast.
De Hoge Raad oordeelt verder dat de Centrale Raad op basis van de
juiste criteria heeft onderzocht of in dit geval sprake was van een
privaatrechtelijke dienstbetrekking, nl. een verplichting tot het
persoonlijk verrichten van arbeid, een gezagsverhouding en een
verplichting tot het betalen van loon. De Centrale Raad heeft op juiste
wijze beoordeeld of de door partijen gemaakte afspraken aan die
criteria voldoen.
Gevolgen van deze uitspraak
Het oordeel van de Centrale Raad is hiermee definitief geworden.
Belanghebbende behoudt haar recht op een ww-uitkering gerelateerd aan
de periode dat zij deelnam aan De Gouden Kooi.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 25 maart
2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak
is laatstgenoemde beslissend.
Den Haag, 25 maart 2011
Mireille Beentjes, communicatieadviseur
Tel. 070-3611262
LJ Nummer
BP3887
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 25 maart 2011 Naar boven
Gerechtelijke organisatie