Wageningen Universiteit en Researchcentrum 22 mrt 2011

Onderdeel: LEI

Nederland is een grote importeur van producten uit de tropen. Daarvoor is veel grond nodig. Alleen al voor de import van soja uit Brazilië, hout uit Indonesië en palmolie uit Indonesië en Maleisië is in deze landen ruwweg hetzelfde oppervlakte nodig als het totale areaal aan landbouwgrond van Nederland.

In deze landen zijn grote oppervlaktes bos en natuurgebied omgezet in sojavelden of oliepalmplantages. Dat heeft geleid tot een direct verlies van biodiversiteit op de productielocaties en tot fragmentatie van de overblijvende bossen en natuurgebieden, zo concluderen onderzoekers van het LEI en Alterra, beide onderdeel van Wageningen UR, in het rapport âDutch Trade and Biodiversityâ.

De palmolie-, soja- en houtindustrie biedt werkgelegenheid aan miljoenen mensen in de exportlanden. De ontwikkeling van grootschalige bedrijven heeft echter ook negatieve gevolgen voor de lokale bevolking, zoals het verlies van landrechten en traditionele bronnen van bestaan.

De Nederlandse overheid en het bedrijfsleven kunnen de ecologische en sociaal-economische impact van de Nederlandse import reduceren door de volgende maatregelen in de exportlanden te stimuleren:
* Duurzame intensivering van de productie, dus streven naar hogere opbrengsten per hectare, zodat minder grond nodig is.
* Uitbreiding van de productie in gedegradeerde gebieden, waardoor meer waardevolle natuurgebieden gespaard kunnen blijven.
* Integrale gebiedsontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met het behoud van de samenhang tussen resterende natuurgebieden.

LEI-rapport 2011-013: Dutch trade and biodiversity; Biodiversity and socio-economic impacts of Dutch trade in soya, palm oil and timber Contact
Jolanda van den Berg (LEI)
Eric Arets (Alterra)