D66
dinsdag 22 maart 2011
Kantorenleegstand vraagt om aanpak!
D66-Kamerlid Kees Verhoeven biedt minister Schultz-Van Haegen
(Infrastructuur, VVD) een pakket maatregelen aan om de leegstand bij
kantoren aan te pakken. Momenteel staat 14% van de 6.5 miljoen
vierkante meter kantoor in Nederland leeg. De Tweede Kamer praat
vandaag over leegstand.
Verhoeven: "Kantorenleegstand is een groot probleem in Nederland. Om
het groeiend aantal spookkantoren een halt toe te roepen moeten we
nieuwe leegstand voorkomen en ongebruikte kantoorpanden beter
benutten."
De sociaal-liberaal komt met acht punten om leegstand bij kantoren
terug te dringen. Zo moeten perverse prikkels worden weggenomen door
een andere omgang met fiscale mogelijkheden, grondprijzen en subsidies.
Ook moeten het Rijk en het middenbestuur gemeentelijke bouwplannen
kunnen corrigeren of afkeuren. En is een versoepeling van regels en
voorschriften nodig om bestaande leegstand beter te benutten voor
hergebruik.
Een totaal overzicht van alle acht punten:
Voorkomen van nieuwe leegstand
Een halt aan groeiende leegstand vraagt nieuwbouw met mate. Om te
bereiken dat enkel naar echte behoefte gebouwd wordt, is het nodig om
betere regie te voeren en perverse prikkels weg te nemen.
* 1.
Voer regie via het rijk en het middenbestuur
In de bestuurlijke inrichting van nu is Ruimtelijke Ordening een
kerntaak van het middenbestuur. Om te zorgen dat zij hier serieus werk
van kunnen maken, moeten de regionale regisseurs effectief hun
bevoegdheden inzetten om de plannen van gemeenten te corrigeren door op
basis van een regionale structuurvisie projecten bij te stellen of af
te keuren. Provincies als Zuid-Holland en Gelderland zetten zich nu al
actief in voor een evenwichtige inrichting van hun grondgebied. En
sommige gemeenten zijn uit eigen beweging al begonnen kantorenplannen
te schrappen. Het rijk moet zorgen dat ervaringen en best practices
worden uitgewisseld. Dit is een logische eerste stap om tot een betere
regionale afweging te komen.
* 2.
Laat gemeenten de goede grondprijs rekenen
Weidegrond en zogenaamde `greenfields' lijken goedkoper, maar zijn het
niet. Daarom moeten gemeenten aan bouwers en projectontwikkelaars een
reële prijs vragen voor hun grond. Door alle kosten van het bouwrijp
maken (nutsvoorzieningen, infrastructuur) door te berekenen in de
grondprijs. En door bij kantoornieuwbouw de zogenaamde `residuele
grondprijsberekening' toe te passen, met als resultaat een hogere
vierkante meterprijs. Meer transparantie en informatie op het gebied
van grondprijs(beleid) is nodig, zodat gemeenteraden hun controlerende
taak op dit punt beter kunnen vervullen. De minister moet de gemeenten
hiertoe aanzetten zodat commerciële spelers geen overwinst uit
nieuwbouwprojecten meer halen. Met deze werkwijze zijn allerlei
(Europese) subsidies aan gemeenten voor de aan- of verkoop van grond
voortaan ook uit den boze.
* 3.
Zorg dat eigenaren willen en kunnen afwaarderen
Een -langdurig- leegstaand pand geeft kosten (OZB, onderhoud) zonder
huurinkomsten. Ondanks de fiscale aftrekbaarheid van afwaarderen tot de
WOZ-waarde, vertalen eigenaren en beleggers deze situatie onvoldoende
naar een lagere boekwaarde van hun vastgoed. Aan het opblazen van deze
zeepbel moet een eind komen. De sleutel ligt bij taxateurs en
accountants, die lang leegstaande panden taxeren en accepteren in de
boeken. De minister moet met deze branches afspraken maken,
bijvoorbeeld in een convenant of via een keurmerk. Tegelijk mogen
oneigenlijk hoge WOZ-waarden geen verkeerde ondergrens vormen bij het
afwaarderen.
* 4.
Voer een open ruimteheffing in
Open, groene ruimtes worden te vaak gebruikt om er bebouwde, rode
ruimtes van te maken. Voldoende groen in de omgeving is een belangrijke
voorziening om prettig te kunnen wonen en werken. Nu is het zo dat
niemand de kosten van deze voorziening op zich neemt als er gebouwd
wordt in groene ruimtes. Om ervoor te zorgen dat er een volledige
afweging wordt gemaakt van de voor- en nadelen tussen nieuwbouw en
hergebruik, wil D66 een open ruimteheffing invoeren. De opbrengst van
deze heffing wordt teruggeven via lastenverlichting.
Beter benutten bestaande leegstand en transformatie
Hoewel het ene pand geschikter is dan het andere, biedt hergebruik van
lege panden kansen. Maar dan moeten hinderlijke regels en voorschriften
terzijde worden geschoven.
* 5.
Breng de totale kantorenvoorraad kwalitatief in kaart
De kwantitatieve omvang en de grote getallen van de kantorenleegstand
zijn inmiddels bekend. Minder duidelijk is het zicht op de kwalitatieve
kant. Daarom wil D66 dat de voorraad geografisch in kaart gebracht
wordt aan de hand van een aantal verschillende categorieën.
Bijvoorbeeld: (grotendeels) in gebruik; tijdelijk/conjunctureel niet
verhuurd; en structureel (langer dan twee jaar) ongebruikt. Deze
laatste categorie kan verder onderverdeeld worden in: transformeerbaar
of rijp voor de sloop. Op deze manier kan veel gerichter gebruik
gemaakt worden van de leegstaande voorraad.
* 6.
Versoepel voorschriften en regels bij hergebruik en ombouw
Hergebruik van lege kantoren moet makkelijker worden. Voor (geur- en
geluid)regels en woonvoorschriften (plafondhoogte) moet het wettelijk
minimum voortaan algemeen uitgangspunt zijn. Ook met bepaalde eisen uit
het Bouwbesluit kan soepeler worden omgesprongen. Zo maken we meer
mogelijk, terwijl de veiligheid van mensen gegarandeerd blijft.
Bestemmingsplannen moeten flexibeler gemaakt en gebruikt worden, met
een minder omslachtige en tijdrovende procedure tot wijziging. Hierbij
is het onwenselijk dat dreigende planschade (procedures) gemeenten
beperken in hun handelen. In aanvulling op de experimenteergebieden van
de minster ziet D66 op termijn noodzaak voor een andere benadering van
ruimtelijk plannen en bestemmen, namelijk meer uitgaande van
tijdelijkheid en veranderende en/of teruglopende gebruiksbehoefte.
* 7.
Bekijk de mogelijkheden van het meter-voor-meter-principe
Bovenstaande voorstellen zorgen dat transformeren van bestaande bouw
aantrekkelijker wordt. Een aanvullende impuls voor hergebruik is het
meter-voor-meter-principe: voor de bouw van een nieuw kantoor is
transformatie of sloop van een vergelijkbaar pand dan voortaan
voorwaarde. In bepaalde landen, zoals Engeland, wordt nieuwbouw en
bestaande bouw al op deze manier in evenwicht gebracht. In de
Nederlandse situatie kan dit relatief eenvoudig geregeld worden,
bijvoorbeeld via de koopovereenkomst van de grond of de bouwvergunning.
* 8.
Limiteer de aftrekbaarheid van leegstandskosten
Alvorens te komen tot een leegstandtaks, statiegeld voor ongebruikte
gebouwen of een verwijderingsbijdrage voor onbenut vastgoed, wil D66 de
bestaande mogelijkheid om leegstandkosten fiscaal af te trekken (door
verlies op leegstaande gebouwen te verrekenen met winst op andere
locaties) limiteren en beperken tot maximaal twee jaar. In dat
tijdsbestek hebben bedrijven voldoende tijd om een andere bestemming
voor het gebouw te zoeken. De opbrengst hiervan gebruiken we voor
verlaging van de overdrachtsbelasting wanneer een kantoorpand wordt
omgebouwd tot een woning.