Gemeente Utrecht
2011
22 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Schriftelijke Vragen van mevrouw B. Dibi en de heer M.H. Dijk
(ingekomen 18 februari 2011
en antwoorden door het college verzonden op 22 maart 2011)
In deze tijd van forse bezuinigingen is het belangrijk dat er een goed handhavingsbeleid is. Ook als het gaat om bijstandsfraude. De PvdA en de VVD vinden dat alle middelen die voorhanden zijn om onterecht uitgekeerde gelden terug te vorderen moeten worden ingezet. Bijstandsfraude moet hard worden aangepakt zodat mensen die het echt nodig hebben er niet de dupe van worden. Vorige week heeft een aantal oud agenten en sociaal rechercheurs aangegeven dat gemeenten veel meer kunnen doen om bijstandsfraude terug te vorderen. Zij geven aan dat gemeenten niet alle middelen gebruiken om geld teug te vorderen.
Bovenstaande is voor de PvdA en de VVD aanleiding om te komen tot de volgende vragen:
1. In de verantwoording 2010 werd er 28,5 miljoen euro in de voorziening dubieuzer bijstandsdebiteuren geplaatst. Hoeveel miljoen hiervan betreft bijstandfraude?
Bij SoZaWe staat er 35,1 miljoen euro aan bijstandsvorderingen open. Het deel van de vorderingen waarvan ingeschat wordt dat het niet geïnd kan gaan worden, wordt aangeduid als dubieuze debiteuren. Dit bedrag is in de verantwoording 2010 gesteld op 28,5 miljoen euro. De dubieuze debiteuren zijn 81% van het totale saldo van de bijstandsvorderingen. Dit komt overeen met het percentage van 80% dat veel gemeenten inschatten als percentage dubieuze bijstandsdebiteuren. Van de dubieuze debiteuren betreft 16,4 miljoen euro bijstandsfraude.
Ruim 52% van de vorderingen is ontstaan door fraude, d.w.z. dat er door de klanten bewust onjuiste of onvolledige informatie is gegeven (bijvoorbeeld het niet opgeven van inkomsten, het verzwijgen van samenwoning), met als doel persoonlijk gewin. De overige 48% van de vorderingen is op een andere wijze ontstaan, bijvoorbeeld:
- Vorderingen als gevolg van bijstand die is verstrekt in de vorm van een geldlening (leenbijstand), voor bijvoorbeeld woninginrichting of voor duurzame gebruiksgoederen.
- Leningen die worden verstrekt aan mensen die bezig zijn een eigen bedrijf op te starten.
- Vorderingen die ontstaan doordat mutaties niet op tijd worden verwerkt. Bijvoorbeeld, iemand zegt zijn uitkering op omdat hij aan het werk gaat, maar de uitkering loopt nog een maand door.
- Voorschotten die niet verrekend kunnen worden omdat er geen recht op bijstand blijkt te bestaan.
- Vorderingen op mensen die onderhoudsplichtig zijn voor onze klanten of de kinderen van onze klanten, veelal de ex-partners.
2. Hoeveel geld stond er in het jaar 2010 aan vorderingen uit (bijstandsfraude) en hoeveel is hiervan daadwerkelijk teruggevorderd en geïnd?
Er stond in het jaar 2010 een bedrag aan vorderingen van 18,4 miljoen euro aan bijstandsfraude uit. Dit bedrag is een cumulatief bedrag van de afgelopen jaren. Er is in 2010 een bedrag van 1.1 miljoen euro aan bijstandsfraude geïnd.
3. Staat er nog een bedrag open uit 2010? Zo ja, bent u van plan om deze alsnog terug te vorderen? Zo nee waarom niet?
Ja, er is in 2010 een bedrag van 2 miljoen euro aan fraude opgespoord. Dit bedrag wordt teruggevorderd. De invordering start nadat het terugvorderingsbesluit is genomen.
4. Heeft u kennis genomen van de kritiek van deze groep oud agenten en (sociaal) rechercheurs, onder andere in BN/de stem van 9 februari 2011, dat met een kleine inspanning veel meer binnengehaald kan worden?
Ja.
5. Zo, ja deelt u deze kritiek? Zo nee, waarom niet?
Wij delen de kritiek ten dele. SoZaWe probeert zoveel mogelijk geld te innen, waarbij we steeds op zoek zijn naar nieuwe mogelijkheden om het incassoresultaat te verbeteren. Wij staan open voor suggesties en wij gaan ook in gesprek met de oud agenten en sociaal rechercheurs, naar wie in het artikel wordt gerefereerd.
6. Kunt u aangeven welke bevoegdheden en mogelijkheden het college heeft om geld terug te vorderen?
Ja. Het college maakt gebruik van de in de Wet werk en bijstand neergelegde bevoegdheid tot terug- en invordering. Hierin is bepaald dat bijstandsvorderingen preferent zijn. Dit betekent dat de aflossing van bijstandsvorderingen voor gaat op andere vorderingen zoals bijvoorbeeld een huurschuld of een schuld aan een postorderbedrijf. Alleen vorderingen aan de Belastingdienst gaan nog voor op bijstandsvorderingen. Als er niet vrijwillig betaald wordt, kan er met het terugvorderingsbesluit zonder tussenkomst van de rechter direct worden overgegaan tot loonbeslag. Ook kan de deurwaarder direct worden ingeschakeld.
7. Gebruikt u deze mogelijkheden ook maximaal? Zo ja, waarom kan dan geen groter deel van de bijstandfraude worden gevorderd? Zo nee, waarom niet?
Het kan altijd beter. We streven voortdurend naar verbeteringen in het incassoproces en werken daarbij ook samen met de G4 gemeenten. Het blijft lastig om een groter deel te innen omdat fraudevorderingen over het algemeen hoger zijn dan andere bijstandsvorderingen en de doelgroep over het algemeen beschikt over een beperkte maandelijkse aflossingsruimte. Er zijn veelal geen vermogensbestanddelen aanwezig voor terugbetaling in één keer.
8. U hanteert in het dashboard het streeftgetal van ruim 2,6 miljoen euro voor het terugvorderen van bijstandsfraude. Ziet u mogelijkheden en de noodzaak dit getal naar boven bij te stellen? Zo nee, waarom niet?
Nee, het dashboardcijfer van 2,6 miljoen euro verwoordt het bedrag aan fraude dat wij verwachten op te sporen. De ervaring leert dat dit bedrag reëel is. We sporen altijd op, maar we willen bijstandsfraude natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. We investeren in 2011 o.a. in het bevorderen fraude alertheid van medewerkers, met als doel fraudegedrag eerder te kunnen constateren. Het naar boven bijstellen van het streefgetal zou een verkeerd signaal zijn, omdat we dan de verwachting uitspreken dat er op nog grotere schaal gefraudeerd zou worden. We blijven maximaal inzetten op het terugvorderen van bijstandsfraude.
---- --