Provincie Limburg

Tijdelijke subsidiestop voor natuurprojecten voor grootste deel gehandhaafd

Tijdelijke subsidiestop voor natuurprojecten voor grootste deel gehandhaafd

De subsidiepauze die de Provincie Limburg eind vorig jaar afkondigde voor het landelijk gebied blijft voor het overgrote deel van de subsidieregelingen tot het einde van dit jaar van kracht. De komende periode neemt de Provincie slechts voor een aantal projecten nieuwe subsidieverzoeken in behandeling.

Het regeerakkoord kondigt een aantal ingrijpende bezuinigingen aan op het terrein van natuurbeleid. Het gaat om bezuinigingen in verband met de voorgenomen herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de beëindiging van een aantal investeringen - in het bijzonder die voor robuuste verbindingszones en recreatie om de stad - en om een algemene korting op budgetten. Ondanks dat de exacte beleidsmatige en financiële invulling nog niet duidelijk is, staat vast dat de voorgenomen bezuinigingen er toe leiden dat het kabinet niet langer garant zal staan voor uitgaven die de provincies doen en die tot nu toe passend waren binnen de geldende kaders voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Nieuwe uitgaven door de provincies zijn voor eigen risico en rekening van deze twaalf organisaties.

Pas op de plaats

Om de financiële risico's zoveel mogelijk te beperken was het noodzakelijk om een pas op de plaats te maken. Daarom besloot de Provincie Limburg om tot 20 maart 2011 geen middelen meer beschikbaar te stellen uit het pMJP (provinciale plattelandsgelden) en uit het ILG (rijksmiddelen). Nu nog steeds vanuit het Rijk geen duidelijkheid bestaat over het beschikbare budget ziet de Provincie zich genoodzaakt de subsidiestop over het grootste deel te handhaven tot 1 januari 2012.

Wat kan nog wel

De subsidiestop geldt niet voor:

* het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL);
* de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij;
* de Nadere subsidieregels grondkosten particulier natuurbeheer 2009-2010;

* de Nadere subsidieregels sloop veehouderijbedrijven;
* de nadere regels subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties, voor zover het de doorlevering van gronden door BBL betreft;

* de volgende paragrafen uit (de bijlagen van) de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg: 1.1 (herverkaveling en ruilverkaveling bij overeenkomst ten behoeve van structuurverbetering in de landbouw) voor zover het door Gedeputeerde Staten als prioritair aangewezen IGU's betreft, 1.19 (Sloop glastuinbouwbedrijven), 2.1 (Gebiedsontwikkeling Leisure), 3.1 (Brede maatschappelijke voorzieningen en sportieve omgevingen), 3.2 (Versterken werkgelegenheid in karakteristieke beeldbepalende vrijkomende agrarische bebouwing door middel van nieuwe economische dragers en/of verbrede vormen van grondgebonden landbouw- en tuinbouw), 5.1 (Aanleg en herstel van natuurlijke, halfnatuurlijke en cultuurhistorische landschapseenheden), 5.2 (Herstel historisch waardevolle bouwwerken en cultuurhistorisch erfgoed), 5.3 (Landschappelijke inpassing van kernen, gebouwen en gehuchten en het zichtbaar maken van culturele of historische bouwwerken), 5.4 (Herstel en toegankelijk maken van nog niet opengestelde cultuurhistorisch of aardkundig waardevolle objecten en terreinen) en 5.5 (Het realiseren van ontbrekende schakels in routenetwerken en overige voorzieningen tot verbetering van de toegankelijkheid en beleefbaarheid van het landschap).

Investeringsbudget Landelijk Gebied

Met het ILG droeg het Rijk in 2007 de regierol in het landelijk gebied over aan de provincies. Rijk en provincies maakten afspraken over de doelstellingen voor de periode 2007-2013 op het gebied van landschap, natuur, water, landbouw, recreatie en een economisch gezond en leefbaar platteland. Deze afspraken werden vastgelegd in de Wet inrichting landelijk gebied (WILG). De provincies zijn volgens deze wet zelf verantwoordelijk voor de besteding van het budget en de realisatie van de afgesproken prestaties.