Rijksoverheid

Toespraak Rutte bij uitreiking prijs aan Zakenvrouw van het Jaar

Toespraak | 21-03-2011

Toespraak van minister-president Rutte bij de uitreiking van de Prix Veuve Cliquot aan de Zakenvrouw van het Jaar 2011 in Wassenaar op 21 maart 2011.

Dames en heren, maar vooral beste dames natuurlijk,

Margaret Thatcher zei het al: 'If you want something said, ask a man. If you want something done, ask a woman.' Ik ken dus mijn plaats vandaag, zeker in het eminente gezelschap van zoveel succesvolle vrouwelijke ondernemers. Om u draait het op deze bijeenkomst, en heel speciaal om één van u.

Maar laat ik de spanning er nog even inhouden en om te beginnen de organisatoren van deze bijeenkomst van harte feliciteren met dertig jaar Prix Veuve Cliquot in Nederland. Dertig jaar waarin deze prijs een instituut is geworden. De eerste Nederlandse Zakenvrouw van het Jaar was in 1981 Lenie de Beus van de Nederlandse Wegtanker Maatschappij. Helaas is zij een paar jaar geleden op te jonge leeftijd overleden, maar als allereerste winnaar blijft zij nieuwe generaties vrouwelijke ondernemers inspireren. Net zoals ook de Zakenvrouw van het Jaar 2011 dat zal doen.

Wist u trouwens dat we dit jaar nog een jubileum vieren in de wereld van het vrouwelijk ondernemerschap? Het is in 2011 namelijk precies tweehonderd jaar geleden dat onze eigen Veuve Cliquot, de Weduwe van Nelle, na het overlijden van haar man zelfstandig de handel in koffie, thee en tabak voortzette. Samen met de Weduwe Visser van de jenever en de Weduwe Joustra van de Beerenburg hebben wij dus ook in Nederland onze eigen historische rolmodellen, opvallend genoeg allemaal actief in de genotsmiddelen. Net als de Veuve Cliquot. Maar dat is toeval natuurlijk....

Feit is dat de 29 Nederlandse Zakenvrouwen van het Jaar tot nu toe bewijzen dat vrouwen in onze tijd zakelijk succes kunnen boeken in alle sectoren. Van de aannemerij tot retail en van de financiële wereld tot de vrijetijdsindustrie - overal kom je topvrouwen tegen. En zo hoort het natuurlijk ook. Al viel mij wel op dat in de eerste jaren duidelijk is gekozen voor vrouwen die zich, net als de weduwe Cliquot, staande wisten te houden in een mannenwereld. Lenie de Beus zat in de logistiek, haar opvolger Nicole Beijers-Keulers in de bouw en de Loes Nijhuis in het bankwezen. Pas daarna kwamen Edna Kavanagh van de HEMA en Sylvia Toth van uitzendorganisatie Content aan de beurt. Dat kan natuurlijk toeval zijn, maar het zou mij niets verbazen als in deze volgorde impliciet ook iets doorklinkt van de toenmalige man-vrouwverhoudingen. Het was begin jaren '80 gewoon nog hard nodig om te laten zien dat vrouwen in het traditionele zakenleven net zoveel in hun mars hadden als mannen. En daar heeft deze prijs een grote rol in gespeeld.

Wat mij ook opviel: de Prix Veuve Cliquot win je blijkbaar niet vrijblijvend. De Zakenvrouw van het Jaar is meteen ook een boegbeeld en ambassadeur voor het beste dat ondernemend Nederland te bieden heeft. En vaak blijven ze dat ook nadat ze het stokje alweer hebben overgedragen. Ik noemde net al de naam van Sylvia Toth. Maar ik denk ook aan Marike van Lier Lels, de Zakenvrouw van het Jaar 1998 - toen algemeen directeur bij Van Gend en Loos, nu een van de hoogst gewaardeerde en meest gevraagde adviseurs van Nederland. Of de winnares van 2006, Esther Raats - toen directeur-grootaandeelhouder in het familiebedrijf in computeraccessoires, nu onder andere lid van de SER namens grote en groeiende groep ZZP'ers die Nederland tegenwoordig rijk is. Kortom: Zakenvrouw van het Jaar ben je voor het leven.

Nu kun je jezelf de vraag stellen of het na dertig jaar niet mooi geweest is? Dus of de Zakenvrouw van het Jaar in onze geëmancipeerde samenleving geen achterhaald instituut is? Het antwoord daarop is natuurlijk: nee, het is niet mooi geweest. Sterker nog: feitelijk is deze verkiezing actueler dan ooit. Ik las laatst namelijk in de Volkskrant een interview met Mirjam van Praag, hoogleraar Ondernemerschap en Organisatie aan de Universiteit van Amsterdam. Boven dat artikel stond de volgende kop. 'Met meer vrouwen in de top doet een bedrijf het beter.' Dat vermoedde ik persoonlijk al sinds mijn tijd bij Unilever, maar nu is het dus ook wetenschappelijk bewezen. Gemengde teams boeken een hogere omzet en meer winst. Het stimuleren van vrouwelijk leiderschap is dus ook gewoon een interessante business case voor de BV Nederland.
Het positieve effect van meer vrouwen aan de top is volgens het onderzoek van mevrouw Van Praag het grootst bij de helft of iets meer vrouwen in de boardroom. We zitten nu op ongeveer tien procent, dus er is zeker voor nog dertig jaar werk aan de winkel. Ik zou zeggen: ga vooral zo door.

Nu zie ik sommigen van u denken: waarom dan geen quota, te beginnen in het kabinet? Gelukkig heeft professor Van Praag ook daarover iets gezegd, namelijk dat quota averechts werken, omdat het gaat om de juiste vrouw op de juiste plaats. Dwang leidt in de praktijk niet tot verhoging van de kwaliteit en winstgevendheid. Wel pleit zij voor streefcijfers op termijn, zoals steeds meer bedrijven en publieke organisaties die ook hanteren. En dat is precies de zelfregulering die we nodig hebben, samen met de stimulans die uitgaat van verkiezingen als deze.

En voordat u nu denkt: 'Thatcher had gelijk, mannen praten alleen maar' lijkt het mij verstandig dat ik nu maar eens ga doen waarvoor ik ben ingehuurd: bekendmaken wie de 29e Zakenvrouw van het Jaar, Marlies van Wijhe, op gaat volgen.

De dertigste Zakenvrouw van het Jaar is een vrouw die, net als Lenie de Beus in 1981, succesvol is in een wereld die traditioneel door mannen wordt gedomineerd: de maritieme sector. Oer-Hollands dus. Het is een vrouw die over zichzelf zegt: 'Ik ben allereerst een techneut die mijn vak leuk vindt.' En dat zal ongetwijfeld kloppen, Maar om in deze tijd twee scheepswerven succesvol door een internationale crisis te loodsen en tegelijkertijd te blijven vernieuwen, is meer nodig dan alleen technisch inzicht. Dat vraagt ook nog om mensenkennis, zakelijk instinct en de wil om heel hard te werken - karaktereigenschappen waarover die de Zakenvrouw van het Jaar 2011 volop beschikt.

Als zij over de stoere mannen praat die in haar bedrijven werken, heeft zij het consequent liefkozend over 'de jongens'. Maar vergis u niet, want uit alles spreekt dat we hier te maken hebben met iemand die gezegend is met een natuurlijk overwicht. Of in haar eigen woorden: 'Je moet duidelijk zijn. Niet alleen voor jezelf, maar vooral ook voor een ander'. 'Haar jongens' weten dat al langer, de rest van Nederland binnenkort ook.

Wat mij persoonlijk heel veel deugd doet, is dat de Zakenvrouw van het Jaar 2011 in haar werk zoveel nadruk legt op innovatie. Samen met klanten en samen met bijvoorbeeld de TU-Delft is zij continu bezig nieuwe producten te ontwikkelen. De eerste Amsterdamse rondvaartvaart op waterstof bijvoorbeeld. Of een systeem waarmee binnenvaartschepen langer kunnen doorvaren bij laag water. Echt fantastisch om te zien hoe een typisch Nederlandse bedrijfstak op deze manier de toekomst in kijkt. Dit is precies het soort ondernemerschap dat we in Nederland nodig hebben om sterker uit de crisis te komen.

Ik hoop dus dat ook veel mannelijke ondernemers een voorbeeld zullen nemen aan de zakenvrouw van het Jaar 2011...

... de topvrouw van Scheepswerf Bodewes en Scheepswerf De Kaap: THECLA BODEWES.