Uitspraken vastgesteld d.d. 18 maart 2011
door mr. V.H.G. Lebesque, voorzitter, H. Blanken, A. Mellink MPA, mw.
H.M.M. Nietsch en mr. drs. G.J. Wolffensperger, leden, in
tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. H. Osinga,
adjunct-secretaris.
X en Y / Brabants Dagblad
Uitspraak: ongegrond
De klacht betreft berichtgeving over een bestuursrechtelijke
rechtszitting in een procedure tussen klagers en de gemeente
betreffende de wijziging van een bestemmingsplan. Volgens klagers is
sprake van ongenuanceerde berichtgeving, zonder toepassing van
wederhoor, waarbij hun privacy is aangetast.
De Raad overweegt dat verweerder mocht uitgaan van de juistheid van
hetgeen op de rechtszitting werd behandeld en klagers geen
gelegenheid tot wederhoor behoefde te bieden. (zie punt 2.3.4. van de
Leidraad van de Raad)
De omstandigheid dat in het artikel de volledige naam van klagers is
vermeld maakt het voorgaande niet anders. In het algemeen bestaat geen
bezwaar tegen vermelding van de namen van de betrokken partijen in
verslagen van een civielrechtelijke of bestuursrechtelijke procedure.
Van een dermate zwaarwegend belang aan de zijde van klagers waardoor
van dit uitgangspunt had moeten worden afgeweken, is niet gebleken.
(zie punt 2.4.10. van de Leidraad en vgl. onder meer RvdJ 2009/68)
Het stond verweerder vrij zich tot een globale weergave van het geschil
te beperken. Hoewel de publicatie aldus summier van aard is, maakt het
achterwege laten van door klagers relevant geachte informatie niet dat
daarmee journalistiek onzorgvuldig is gehandeld. (vgl. RvdJ 2010/8)
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
· Aard van de publicatie: verslaggeving rechtszaken
Publicatie op www.rvdj.nl/2011/19
X, Y en Z / Peel en Maas
Uitspraak: ongegrond
Klagers maken bezwaar tegen een artikel waarin is bericht dat zij -
onderwijskrachten - tussentijds afscheid nemen van dezelfde
basisschool.
De Raad kan zich voorstellen dat de publicatie klagers niet welgevallig
is, maar is van oordeel dat in het artikel - objectief bezien - niet de
indruk wordt gewekt dat het vertrek van klagers bij de basisschool c.q.
de onvoldoende kwaliteit van de basisschool de oorsprong vindt in het
functioneren van klagers op deze school.
Ten behoeve van een zo volledig mogelijke berichtgeving zou het beter
zijn geweest, indien in het artikel de passage uit de brief van de
directeur was opgenomen, waarin wordt vermeld dat klagers binnen de
scholengroep een nieuwe werkomgeving zullen krijgen. Dat verweerder
zulks heeft nagelaten, maakt echter niet dat kan worden geconcludeerd
dat klagers door de berichtgeving zijn gediskwalificeerd. (zie punten
1.1. en 1.5. van de Leidraad van de Raad)
Mede gezien het voorgaande bestaat voorts geen grond voor het oordeel
dat de privacy van klagers door de vermelding van hun namen
disproportioneel is geschaad. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat
klagers als docenten van een basisschool in de lokale gemeenschap als
min of meer publieke figuren kunnen worden aangemerkt en dat de
vermelding van hun namen in dit geval journalistiek relevant kan worden
geacht. (zie punten 2.4.1. en 2.4.2. van de Leidraad)
Trefwoorden:
· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Privacy: bekende persoonlijkheden, vermelding persoonlijke
gegevens
Publicatie op www.rvdj.nl/2011/20
---
Raad voor de Journalistiek