Partij voor de Vrijheid (PVV)
Geen levenslange benoeming meer voor rechters
Onlangs heeft de PVV het idee geopperd dat rechters niet meer voor het
leven benoemd zouden moeten worden, maar voor een bepaalde periode die
van rechtswege afloopt, waarna herbenoeming mogelijk kan zijn. Vele
reacties volgden, uiteenlopend van een goed idee dat uitwerking vereist
tot een bijl aan de wortels van de democratische rechtsstaat, een
flagrante aantasting van de grondwettelijke eerbied voor de
onafhankelijke rechterlijke macht en het schaden van het vertrouwen in
de rechtsstaat.
Dat het idee uitwerking behoeft, wordt niet ontkend, dat het een bijl
aan de wortels van de democratische rechtsstaat is of een flagrante
aantasting van de grondwettelijke eerbied, wat dat dan ook moge wezen,
of het schaden van het vertrouwen in de rechtsstaat, wel.
De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is één van de
voorwaarden voor een rechtsstaat. Een andere voorwaarde is de
zogenoemde Trias Politica; de scheiding van de bestuurlijke macht (de
regering), de wetgevende macht (de beide kamers der Staten-Generaal) en
de rechtsprekende macht. Deze scheiding is echter niet absoluut. Bij de
Trias Politica horen de zogenoemde checks and balances, hetgeen niets
meer of minder betekent dan dat de genoemde drie machten elkaar
controleren en elkaar in evenwicht houden. Zelfs minister Opstelten
maakte deze fout door in het programma Pauw & Witteman te stellen dat
we in Nederland een scheiding der machten hebben. Als deze scheiding zo
absoluut zou zijn als de minister wilde doen geloven, dan had de
minister ook geen uitvoering kunnen geven aan het plan van de
minimumstraffen. De minister weet dus wel beter.
Terug naar de onafhankelijkheid van de rechters. De term
"onafhankelijkheid" heeft betrekking op de verhouding tussen de rechter
en de andere twee staatsmachten: de wetgever en de regering. Deze
onafhankelijkheid bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste de zakelijke
onafhankelijkheid, ofwel de beslissingsvrijheid: de wetgever mag in een
individuele zaak niet een bepaalde uitspraak afdwingen. Daarnaast de
persoonlijke of de rechtspositionele onafhankelijkheid: de regering mag
een rechter niet ontslaan. Alleen de persoonlijke onafhankelijkheid is
vastgelegd in artikel 117 van de Grondwet. En daar heeft de PVV een
uitspraak over gedaan.
Er is niet gezegd dat de regering rechters moet kunnen ontslaan. Gezegd
is dat de benoeming van de rechter niet voor het leven zou moeten zijn.
De ambtstermijn zou van bepaalde duur moeten zijn en van rechtswege,
dus zonder ontslag maar enkel door tijdsverloop, moeten eindigen. Nadat
de termijn is geëindigd, is plaats voor een evaluatie van de
werkzaamheden van de betreffende rechter als hij of zij voor
herbenoeming in aanmerking wenst te komen. Niet valt in te zien waarom
iedere werknemer een functionerings- en beoordelingsgesprek heeft en de
heren en dames van de rechterlijke macht hiervan gevrijwaard zouden
moeten zijn. Ook rechters zijn mensen en mensen maken fouten. Kijk maar
eens naar de uitspraken in de zaak van Lucia de Berk en de zaak die
bekend staat als de Schiedammer parkmoord. We hebben niet voor niets
naar aanleiding van laatstgenoemde zaak de Commissie evaluatie
afgesloten strafzaken (CEAS) in het leven geroepen. Merkwaardig is dan
ook de opmerking van Joost van Dijk, plaatsvervangend voorzitter van de
Raad voor de Rechtspraak in het Algemeen Dagblad van 23 februari
jongstleden. Hij stelde in het kader van de minimumstraffen dat "het je
maar zal gebeuren dat je wordt opgepakt en tot levenslang wordt
veroordeeld." Daargelaten dat we hier in Nederland zitten en niet in
een of andere dictatoriaal regime, waar ze nog nooit gehoord hebben van
advocaten en een degelijk stelsel van rechtsbijstand, valt op dat dit
verwijt niet wordt geuit richting de rechters die Lucia de Berk wel
degelijk ten onrechte tot levenslang hebben veroordeeld. Dit soort
arrogante uitspraken als gedaan door de heer Van Dijk zorgen er wel
voor dat de rechterlijke macht door de gewone burger steeds meer wordt
gezien als een club van bovenonsgestelden in een ivoren toren die geen
enkele vorm van kritiek dulden en onfeilbaar zijn.
Een benoeming voor een bepaalde tijd is beslist niet in strijd met de
persoonlijke onafhankelijkheid van de rechter. Volgens vaste
jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is het
niet nodig dat rechters voor het leven worden benoemd om onafhankelijk
te zijn. Een benoeming voor bepaalde tijd, bijvoorbeeld voor vijf jaar,
is niet in strijd met de onafhankelijkheid. Het Europese Hof verlangt
slechts dat een rechter niet naar believen of op oneigenlijke gronden
kan worden ontslagen door de regering. Dit is al in de jaren '70 van de
vorige eeuw bepaald door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
en is daarna herhaaldelijk expliciet bevestigd. Voor de liefhebber: het
gaat om de zaak Ringeisen tegen Oostenrijk (16 juli 1971). In de zaak
Campbell en Fell tegen Engeland is zelfs een benoemingstermijn van drie
jaar zelfs geaccepteerd (28 juni 1984). Verwonderlijk dat degenen die
'Europa' altijd zo graag willen benadrukken en de PVV van
wereldvreemdheid betichten, dit niet weten. Er is dus wel degelijk
ruimte om de levenslange benoeming van rechters ter discussie te
stellen. Dat er vervolgens door allerlei instanties en personen met
oneigenlijke argumenten afwijzend wordt gereageerd, maakt dit niet
anders, eerder een grotere uitdaging. Aan de levenslange benoeming van
rechters moet snel een einde komen.
*
*
*
*
*