Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Nijmegen, 17 maart 2011

Heropening spoorverbinding Nijmegen-Kleve is haalbaar Verder onderzoek naar vervoersysteem; tram of trein

Er zijn voldoende reizigers om 2 x per uur een railverbinding te realiseren tussen Nijmegen en Kleve. Dat is een van de conclusies uit de verkenning die de Stadsregio Arnhem Nijmegen en ProRail hebben laten uitvoeren. Uit vervolgonderzoek zal blijken of de tram of de trein de voorkeur heeft.

In 2010 hebben de Stadsregio Arnhem Nijmegen en ProRail een verkenning uitgevoerd naar heropening van de spoorverbinding Nijmegen-Kleve. Ook is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een nieuwe verbinding met Airport Weeze. Vanuit Nederland en Duitsland is door migratie, economische banden en de groei van studenten steeds meer behoefte aan een goede openbaar vervoersverbinding tussen Nijmegen en Kleve.

In de verkenning zijn drie vervoersystemen uitgewerkt; tram, trein (Regional Express) en tramtrein. Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project SINTROPHER: een vijfjarig samenwerkingsproject dat als doel heeft lokale en regionale transportvoorzieningen te bevorderen, naar, vanuit en binnen vijf perifere regio's in Noord-West-Europa. Hierbij ligt een sterke focus op regionale tramsystemen. Het project wordt geleid door professor Peter Hall. Van 16 t/m 18 maart brengen de partners van SINTROPHER een bezoek aan de regio Nijmegen-Kleve.

Het onderzoek is uitgevoerd door een consortium van Duitse en Nederlandse bureaus. Verschillende partijen aan de Nederlandse en Duitse kant van de grens waren bij het onderzoek betrokken; de gemeenten Nijmegen en Groesbeek, Kleve, Kranenburg en Weeze, het Verkehrsverbund Rhein-Ruhr, Land Nordrhein Westfalen, Vliegveld Weeze en de Vereniging voor Innovatief Euregionaal Vervoer (VIEV).

De conclusie van het onderzoek is dat er voldoende reizigers zijn om 2 x per uur een verbinding te realiseren tussen Nijmegen en Kleve. Tussen Nijmegen en Kleve zijn er grensoverschrijdend 1700 tot 2100 reizigers per dag. Tussen Nijmegen en Heijendaal zijn dat er naar verwachting 4000 tot 4300. Een nieuwe verbinding naar Airport Weeze is niet haalbaar. De infrastructurele kosten zijn hoog en het verwachte aantal reizigers te laag. De bereikbaarheid met de auto is voor Airport Weeze van groot belang; circa 95% van de reizigers kiest de auto als voor- en natransport.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de tram en de trein allebei voor- en nadelen hebben. Een voordeel van de tram is dat deze beter inpasbaar is in de omgeving. In Kleve moet volgens Duitse regelgeving voor de kruising met de Weissenstrasse een ongelijkvloerse kruising worden aangelegd, voor de tram hoeft dit niet. Ook in Groesbeek en op het traject Nijmegen CS- Nijmegen Heyendaal is een treinverbinding ingrijpender. Een nadeel van de tram is dat deze minder snel te realiseren is dan een trein; waarschijnlijk niet voor 2020. De trein kan aansluiten bij Regional Express Dusseldorf-Kleve en is mede daardoor sneller te realiseren. Ook liggen de investerings- en exploitatiekosten voor de trein lager dan bij de tram. De kosten van de trein zijn geraamd op 58 miljoen euro, de kosten van een tram op 64 miljoen euro. Deze ramingen zijn nog globaal en moeten verder uitgediept worden.

Alle betrokken partijen, behalve de gemeente Groesbeek, zijn enthousiast over heropening van de spoorverbinding Nijmegen-Kleve. De gemeente Nijmegen geeft de voorkeur aan een tramverbinding omdat deze een verlenging van het toekomstige tramnetwerk in Nijmegen kan zijn. Het Verkehrsverbund Rhein-Ruhr en Land Nordrhein-Westfalen verwachten dat doortrekken van de Regional Express beter haalbaar is. Beide alternatieven moeten verder uitgewerkt worden voordat een definitieve keuze gemaakt kan worden. Met name voor de investerings- en de exploitatiekosten. Daarnaast moet ook de bus als volwaardig alternatief worden onderzocht.