Persbericht van de Universiteit Utrecht
17 maart 2011
Van varkens- naar Mexicaanse griep
Nieuwe inzichten in overgang van dierlijke virussen naar menselijk griepvirus
Veranderingen in dierlijke griepvirussen kunnen ervoor zorgen dat ze overspringen naar de mens. Tot nu toe zijn dit soort veranderingen vooral onderzocht bij vogelgriepvirussen. Veel minder bekend zijn de wijzigingen die nodig zijn om een virus over te laten springen van varkens - de oorsprong van het Mexicaanse griepvirus - naar mensen. Virologen van de Universiteit Utrecht onder leiding van Peter Rottier en Xander de Haan hebben nu de veranderingen in het Mexicaanse griepvirus onderzocht. Deze studie geeft nieuwe inzichten in de overstap van (varkens)virussen op mensen.
Een virus maakt gebruik van het eiwit haemagglutinine om zich te binden aan een gastheercel. Het eiwit werkt in feite als een soort 'sleutel'. Het 'slot' van de gastheercel waarin deze sleutel past is een suiker. Waarschijnlijk zijn veranderingen in de sleutels nodig om het virus aan te passen aan de sloten van een nieuwe gastheer - om een dierenvirus dus te laten veranderen in een variant waar ook mensen ziek van worden. Door een vergelijking van de eiwitten van het Mexicaanse griepvirus met die van een varkensvirus, hebben de onderzoekers inzicht gekregen in dit aanpassingsmechanisme.
Verrassend verschil
Opvallend is dat de binding tussen het eiwit haemagglutinine en de suikers bij het Mexicaanse virus veel minder sterk is dan bij het varkensvirus. Twee aminozuurveranderingen in het eiwit zijn verantwoordelijk voor dit verschil, concluderen de Utrechtse onderzoekers. Met deze ontdekking is de ontrafeling van de interactie tussen de virussleutels en gastheersloten een stap dichterbij. Nu de verschillen in werking tussen de sleutels van beide virussen gevonden zijn, kunnen virologen gaan uitzoeken in welke mate deze bijdragen aan de overstap van het virus op mensen.
Het onderzoek van de Utrechtse virologen staat beschreven in een artikel dat is verschenen in The Journal of Biochemical Chemistry.
Universiteit Utrecht