Nivel
Niet zomaar een snotneus
17 maart 2011 | De griepepidemie is na twee maanden voorbij. Het bleef bij een milde seizoensgriep en de epidemie duurde even lang als andere winters. Afgelopen week was de griep in alle regio's onder de epidemische grens van 51 per 100.000 inwoners.
Na acht weken is de griepepidemie in Nederland voorbij. Het aantal griepgevallen is nu in alle regio's onder de epidemische grens van 51 per 100.000 inwoners. In week 10 rapporteerden de CMR-peilstationhuisartsen van het NIVEL 26 mensen op de 100.000 inwoners met griepachtige klachten. In de voorgaande week waren dat er nog 49 en lag dit aantal in het oosten en westen van het land nog wel boven de epidemische grens. Huisartsen zien vooral jonge kinderen met griep (0-4 jaar). In de afgelopen week werd in 12,5% van de onderzochte neus- en keelmonsters het griepvirus aangetoond. In de voorafgaande negen weken lag dat steeds ruim boven de 30%. Van het totaal aantal in neus- en keelmonsters gevonden virussen in Nederland dit griepseizoen bestond 61% uit influenzavirus A(H1N1)2009 en 39% uit influenzavirus B. Gedurende het seizoen werd het influenza A(H1N1)virus steeds meer verdrongen door het influenza B-virus. Beide griepvarianten waren in het vaccin voor dit seizoen verwerkt en zullen ook weer in het vaccin voor komend griepseizoen verwerkt worden.
Mexicaanse griep weggedrukt door B-griep
"Het bleef dit seizoen bij een milde griepepidemie en er waren minder mensen ziek dan de afgelopen jaren", stelt NIVEL-projectleider, epidemioloog en huisarts Gé Donker. "De epidemie werd veroorzaakt door de Mexicaanse griep van vorig jaar en door de B-griep. Aanvankelijk had het eerste virus de overhand, de laatste weken waren mensen vooral ziek van influenzavirus B, dat vaak mildere klachten geeft. Doordat de peilstationhuisartsen neus- en keelmonsters afnemen kunnen we vaststellen of deze mensen gewoon een snotneus of zware verkoudheid hebben, of dat het werkelijk om griep gaat."
CMR
De Continue Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations van het NIVEL vormen een representatieve groep van 59 Nederlandse huisartsen in 42 praktijken. Hun patiëntenpopulatie bestrijkt ongeveer 0,8% van de Nederlandse bevolking en is representatief naar regio en naar verdeling over stad en platteland. De peilstation-huisartsen rapporteren wekelijks (waardoor trends zeer snel zichtbaar worden) of op jaarbasis over het vóórkomen van een aantal ziekten, gebeurtenissen en verrichtingen die in routine-registraties ontbreken en daarin niet gemakkelijk zijn op te nemen. De CMR-peilstations bestaan sinds 1970. De meeste registraties lopen over meerdere jaren.