Testosteron kan pubers impulsief maken
Iedereen kent het: pubers die meteen doen wat in ze opkomt. Psycholoog
Jiska Peper van het Brain and Development Lab denkt dat de hoeveelheid
testosteron in het puberbrein samenhangt met dat impulsieve gedrag.
Hersendag voor jongeren
Jiska Peper kreeg vorig jaar een Veni-subsidie toegekend voor haar
onderzoek naar hormonen en het puberbrein. 17 maart spreekt ze op de
Hersendag voor Jongeren, een activiteit in de Brain Awareness Week, in
Science Center Nemo.
Welke veranderingen maken puberhersenen door?
âIn de puberteit gaan de hersenen zich specialiseren. De hoeveelheid
grijze stof vermindert, dat zijn de hersencellen die informatie
verwerken. De witte stof, een soort netwerk van verbindingen dat zorgt
voor de communicatie tussen verschillende hersengebieden, neemt juist
toe.â
âDe afname van grijze stof en de toename van witte stof gebeurt in een
verschillend tempo. Dat betekent dat de communicatie tussen de
prefrontale cortex (het hersengebied voor planning en besluitvorming)
en het emotiegedeelte in de hersenen tijdens de puberteit niet optimaal
is. Daardoor handelen pubers vaak impulsief.â
Welke rol spelen geslachtshormonen daarbij?
Witte stof-banen in het brein
Witte stof-banen in het brein
âWe weten dat meer testosteron in (wat oudere) pubers samenhangt met
grotere hoeveelheden witte stof in het brein. Ik wil nu twee dingen
onderzoeken: welke witte stof-banen ontwikkelen zich onder invloed van
testosteron, en waar in het brein zit de link met impulsief gedrag.â
âWe willen weten of de relatie tussen geslachtshormonen en witte
stof-banen gebruikt kan worden als voorspeller van normaal én
abnormaal impulsief gedrag, zoals ADHD en verslavingsgevoeligheid. Bij
oudere adolescenten die impulsief zijn, is gevonden dat de witte stof
tussen de prefrontale cortex en het limbische systeem minder goed is
ontwikkeld. Bij pubers is dat nog niet aangetoond.â
Hoe meer testosteron, hoe meer witte stof, hoe minder impulsief?
âZo eenvoudig is het niet. Het hangt er vanaf of je een jongen of een
meisje bent, in welke plek van het brein wordt gemeten, en op welke
leeftijd. Ik denk dat er een bepaald optimum moet zijn voor de werking
van testosteron op het brein, en ik hoop dat wij dat kunnen vinden.â
Hoe gaat u dat onderzoeken?
âWe vergelijken mensen die hormoontherapie krijgen met gezonde
proefpersonen. We bekijken hun hersenen in de scanner, en we nemen ze
taken af. Zo proberen we te achterhalen welke hoeveelheid
hormoonafgifte een risicofactor is voor impulsief gedrag.â
Kijkt u alleen naar hormoonproductie in de puberteit?
âNee, er zouden ook problemen kunnen ontstaan als er te vroeg veel
hormonen vrijkomen. Hoe gedragen kinderen van 15 jaar zich, die al op
9-jarige leeftijd veel testosteron hadden? Het zou interessant zijn om
hen te volgen.â
Maar het is toch niet alleen iemands hormoonspiegel die zijn gedrag
verklaart?
âDat klopt. Iemands genetische opmaak en de omgeving waarin hij
verkeert, hebben daarop ook grote invloed.â
Universiteit Leiden