Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer treft voorbereidingen voor instellen parlementaire enquête

15 maart 2011

De Eerste Kamer stelt een commissie in die de voorbereidingen moet treffen voor een parlementaire enquête naar de gevolgen van de privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Deze tijdelijke commissie inventariseert de beschikbare documenten en expertise over dit onderwerp en adviseert over de vraagstelling van een in te stellen enquête. Ook adviseert zij de Kamer over de wijze waarop de enquête het beste kan worden uitgevoerd en welke ondersteuning daarvoor nodig is.

Dit is de uitkomst van een plenair debat in de Eerste Kamer, dat dinsdag 15 maart plaatsvond op initiatief van fractieaanvoerder Schuurman van de ChristenUnie. Hij diende een motie in met het voorstel om een parlementaire enquête voor te bereiden (EK, XC, B). Deze motie kreeg aan het eind van het debat de steun van de kleinst mogelijke meerderheid in de senaat. De fracties van CDA, VVD en SGP stemden tegen omdat zij van mening zijn dat de Kamer pas naar het instrument van een enquête moet grijpen wanneer is gebleken dat een onderzoek of beleidsdebat niet tot bevredigende resultaten heeft geleid. Bovendien, zo stellen deze fracties, zijn er diverse studies en onderzoeksrapporten beschikbaar over de maatschappelijke effecten van privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten. De Eerste Kamer kan zich volgens hen op basis van het beschikbare materiaal nu al een oordeel vormen over dit onderwerp.

Nieuw gekozen Kamer neemt finaal besluit

Zodra de voorbereidende commissie haar advies aan de Kamer heeft uitgebracht zal zij plenair een besluit nemen over de wijze waarop een enquête naar de gevolgen van gevolgen van de privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten wordt vormgegeven. Tijdens het debat over de motie Schuurman werd door alle fracties het inzicht gedeeld dat de nieuw te kiezen Eerste Kamer in finale zin besluit over het al dan niet instellen van een parlementaire enquête. Zij kan alsnog hiervan afzien, als de voorbereidingscommissie adviseert om het gewenste onderzoek niet met een parlementaire enquête, maar op een andere wijze vorm te geven.