Oratie: rechter moet redelijkheid zwaarder wegen dan rechtszekerheid
Persbericht van Open Universiteit
Rechters moeten bij commerciële contracten oordelen volgens het
principe van redelijkheid en billijkheid in plaats van uit veiligheid
de letter van het contract te volgen. Dat stelt professor Madeleine van
Rossum vrijdag 18 maart in haar oratie bij de aanvaarding haar
bijzondere leerstoel Theorie en praktijk van het (internationaal)
contracteren aan de Open Universiteit. Deze bijzondere leerstoel bij de
faculteit Rechtswetenschappen wordt gefinancierd door Deterink
Advocaten en Notarissen.
Rechtsgevoel
De redelijkheid en billijkheid is een fundamenteel beginsel in het
Nederlandse contractenrecht. Het kan echter in strijd komen met een
ander principieel beginsel in ons contractenrecht, namelijk de
rechtszekerheid. Vooral in commerciële contracten is de roep om
gebondenheid aan het gegeven woord sterk. Professor Madeleine van
Rossum stelt vast dat bij conflicten rechters steeds vaker de letter
van het contract volgen waarbij de redelijkheid genegeerd wordt en het
rechtsgevoel onder druk komt. Ze stelt in haar inaugurale rede voor om
een set van richtlijnen te ontwikkelen zodat rechters houvast hebben
bij het beoordelen van wat redelijk en billlijk is.
Recht in beweging
In haar oratie belicht Van Rossum de redelijkheid en billijkheid in
commerciële relaties op twee terreinen in het contractenrecht, te weten
in het kader van precontractuele onderhandelingen en bij de uitleg van
contracten. Op deze rechtsgebieden is het recht volop in beweging en
openbaart zich het spanningsveld tussen redelijkheid en billijkheid aan
de ene kant en rechtszekerheid aan de andere kant. Naast het
Nederlandse recht wordt er eveneens geblikt over de grenzen naar het
Engelse recht, nu partijen in het commerciële handelsverkeer in
toenemende mate worden geconfronteerd met en beïnvloed worden door
Angelsaksische praktijken. Ook wordt kort stil gestaan bij de Draft
Common Frame of Reference uit 2008, een project dat de kern van het
gemeenschappelijk Europees privaatrecht op een systematische wijze in
kaart wil brengen.
Over Madeleine van Rossum
Madeleine van Rossum (1957, Soerabaja) startte haar loopbaan in 1980
als advocaat. In 1984 werd ze universitair docent Privaatrecht aan de
Universiteit Utrecht en promoveerde er in 1991 op het proefschrift
'Dwaling, in het bijzonder bij de koop van onroerend goed'. Van 1992
tot 2001 was ze universitair hoofddocent Privaatrecht aan de
Universiteit Maastricht. In 2001 werd ze senior legal counsel/advocaat
bij AKD Advocaten en Notarissen, waar ze tot medio 2010 bleef.
Sindsdien is ze hoofd van het Wetenschappelijk Bureau van Deterink
Advocaten en Notarissen, de functie waarnaast ze haar bijzonder
hoogleraarschap aan de Open Universiteit vervult.
Madeleine van Rossum is vast medewerker bij een aantal
vaktijdschriften, waaronder Juridisch Up to Date en Sdu Commentaar, en
ze is redacteur van het Tijdschrift voor de Ondernemingsrechtpraktijk.
Ook is ze docent aan de Grotius specialisatieopleiding Nationaal en
Internationaal Contracteren.
*
Links:
http://www.ou.nl
Razende Robot Reporter