Groen!
De nucleaire staat in de staat
door Luc Barbé - vrijwilliger (Groen!) op 15 maart 2011 in "Klimaat en
energie"
Luc Barbé vindt dat nucleaire sector zich onttrekt aan regels van
transparantie en democratie
De Vlaamse milieu-inspectie is bevoegd voor het toezicht op de naleving
van de milieuwetgeving. Daarbij gaat het van de chemische sector over
verbrandingsovens tot bijvoorbeeld de varkenshouderij. Neem nu dat
iemand voorstelt om de milieu-inspectie in de toekomst de chemische
sector niet alleen te laten controleren, maar ook te laten promoten.
Dat voorstel zou nooit goedgekeurd worden. Meer nog: de reacties zouden
heel meewarig zijn. Komaan zeg, een inspecteur die 's morgens een
sector controleert en hem 's namiddags promoot?
Het zou al te gek zijn, want die twee gaan absoluut niet samen.
Nochtans gelden in de nucleaire sector andere wetten. Artikel 2 van de
statuten van het Internationaal Atoomenergie Agentschap stelt zwart op
wit dat het agentschap kernenergie moet promoten. In artikel 3 lees je
dan dat het agentschap ook veiligheidsnormen moet opstellen. Het IAEA
staat in de praktijk nationale inspectiediensten zoals het Belgische
FANC bij in hun werk. De laatste jaren kregen ook onze kerncentrales
internationale experten met IAEA-label over de vloer. Die zeiden zoals
verwacht dat we op onze twee oren mogen slapen. Het komt er dus op neer
dat een agentschap dat over de hele wereld kernenergie promoot ook mee
instaat voor het veiligheidsbeleid van kerncentrales. Wat een
gigantisch intrinsiek belangenconflict en allesbehalve goed bestuur is.
Opdracht mislukt
Maar het is nog erger dan dat. Het IAEA moet ook de verspreiding van
kernwapens tegengaan. Nu weten we al decennia dat er geen muur is
tussen civiele en militaire nucleaire programma's. Telkens weer
misbruiken landen (gisteren Pakistan, vandaag Iran) hun civiel nucleair
programma om parallel een militair nucleair programma op te zetten.
Het non-proliferatieverdrag van 1970 moest verhinderen dat er naast de
vijf vaste leden van de Veiligheidsraad nog andere landen atoomwapens
zouden verwerven en het IAEA moest daar op toekijken. Vandaag hebben in
de drie belangrijkste conflictzones ter wereld landen atoomwapens:
Noord-Korea in het Verre Oosten, India en Pakistan in Zuid-Azië en
Israël in het Midden-Oosten (terwijl Iran er ontwikkelt). Ook hier is
het IAEA mislukt in zijn opdracht.
Sommigen zullen zeggen dat het IAEA onvoldoende bevoegdheden heeft, dat
de soevereiniteit van de natiestaten te groot is, enzovoort. Dit lijkt
me te kort door de bocht. Het probleem zit dieper. Van bij de start van
het atoomtijdperk werd duidelijk dat deze technologie intrinsiek
ademocratisch is. Ademocratisch in de zin dat ze haaks staat op
elementaire principes van de democratie en zich permanent en
systematisch onttrekt aan democratisch spelregels.
Ik licht toe. In alle landen, ook in Westerse democratieën, werden
belangrijke beslissingen over kernenergie genomen door een heel kleine
groep mensen, ver van pers en parlement. Bij ons heeft het parlement
nooit groen licht gegeven om met kernenergie te beginnen. Of neem de
laatste pax electrica: een 'herenakkoord' tussen de eerste minister en
de top van Suez-Gaz de France, terwijl de inhoud slaat op zaken die
grondwettelijk de bevoegdheid van het parlement zijn.
Tweede punt: terwijl transparantie fundamenteel is voor de goede
werking van een democratie, worden essentiële documenten in deze sector
telkens weer geheim gehouden. Dat begon in ons land met de akkoorden
tussen België en de VS over het Congolese uraniumerts en dat is vandaag
nog altijd niet beter. Vraag maar eens kopie van de inventaris van het
nucleair afval of de conventies tussen Electrabel en Niras.
"Vertrouwelijk", klinkt het dan. Krijgt het parlement enig document van
onze overheidsinstantie die toeziet op nucleaire provisies ? Neen.
Electrabel heeft alle documenten, want ze hebben drie mensen van
dochterbedrijf Synatom in het toezichtcomité. En ga zo maar door.
Euratom
In geen enkele sector worden parlement, pers en burgers zo op een
afstand gehouden. Er wordt om de zoveel jaar wel een openbaar onderzoek
over een of ander nucleair plan gehouden om de indruk te wekken dat de
burgers mee beslissen, maar nog nooit hebben zulke consultaties tot
belangrijke beleidswijzigingen geleid. In Japan heeft de nucleaire
sector in het verleden meermaals essentiële informatie voor de burgers
achtergehouden.
En wat te denken van Euratom, de 'Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie', een andere promotor van kernenergie? Het Europees
Parlement heeft de laatste jaren zijn macht heel sterk vergroot en
beslist nu samen met de Commissie en de Raad mee over nagenoeg alles.
Alles, behalve... Euratom. Daar wordt het parlement en dus de burger
buiten-gehouden.
De nucleaire sector: een staat in de staat? Het klinkt zwaar, maar het
is zo. Conclusie: kernenergie is niet alleen inzake veiligheid en afval
intrinsiek problematisch, maar weerstaat ook de toets van de democratie
niet. De vraag is bijgevolg niet alleen of onze samenleving de risico's
van kernenergie aanvaardt. De vraag is ook of we nog willen weten van
een sector die zich systematisch onttrekt aan elementaire regels van
transparantie en democratie.