15-03-2011
Beroepsvereniging voor leraren in het mbo
De MBO Raad maakt via diverse publicaties bekend dat er deze week met
hun morele en materiële steun een beroepsvereniging voor leraren mbo
wordt opgericht. Deze "bvmbo" wil een belangrijke rol spelen als het
gaat om het imago van het beroep en het behartigen van de belangen van
mbo-leraren. Met arbeidsvoorwaarden wil de vereniging zich niet
bezighouden. Voor leden van de AOb heeft de nieuwe beroepsvereniging
daarom geen meerwaarde.
Het staat iedereen vrij om een vereniging op te richten, maar de AOb
heeft twijfels over de rol die de werkgevers in het mbo bij deze
beroepsvereniging lijken te spelen. Zij propageren de nieuwe vereniging
van leraren. Veel werkgevers zullen blij zijn met de komst van een
beroepsvereniging, die alleen wil praten over de inhoud van het beroep
zonder daar de consequenties aan te verbinden die te maken hebben met
de tijdsbesteding van leraren en de betaling daarvoor.
Wij juichen het toe dat leerkrachten willen werken aan de versterking
van de beroepsgroep. Een beroepsvereniging van leraren is van belang om
de stem van leraren te laten horen en om te zorgen dat leraren zelf
invloed hebben op de inhoud van de opleidingen, op het curriculum, de
schoolorganisatie, de lerarenopleiding, de bij- en nascholing, de
voorwaarden voor een beroepsregister, enz.
De Algemene Onderwijsbond biedt hiervoor al jaren een onafhankelijk
platform voor meer dan 10.000 leden in het beroepsonderwijs en de
volwasseneneducatie. De AOb is behalve vakbond ook beroepsorganisatie.
De kwaliteit van de leraar is onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit
van het onderwijs. Lerarenteams dienen daarom te gaan over didactiek en
onderwijsinhoud en samen met het beroepenveld zorg te dragen voor de
praktijkvorming. Vanuit een visie op toponderwijs sluiten wij cao's,
zijn wij overlegpartner voor overheid en bedrijfsleven en organiseren
wij het kritische geluid.
De AOb zet zich daarom in voor meer professionele ruimte, meer bevoegde
en vakbekwame leraren in het primair proces en
deskundigheidsbevordering. Ondanks alle afspraken die hierover bestaan,
moet toch telkens weer de naleving worden afgedwongen. Een
beroepsorganisatie dient hierbij de handen vrij te hebben.
Het beleid dat werkgevers de laatste jaren hebben gevoerd is meer
bepaald door bedrijfseconomische afwegingen. Daarbij is afbreuk gedaan
aan de kwaliteit van het onderwijs. Een grote groep academisch en
hbo-geschoolde geschoolde leraren is ingeruild voor goedkopere docenten
met een hbo-opleiding, instructeurs, trainers, coaches en
praktijkbegeleiders. Er is gekort op kwalitatieve onderwijstijd,
waardoor het imago van het mbo is beschadigd. Wij zijn van mening dat
een beroepsvereniging hier ferm afstand van moet nemen en de schijn van
het lopen aan de leiband van werkgevers moet vermijden.
Het beste argument voor onze onafhankelijkheid en effectiviteit is dat
de MBO-raad geen reclame maakt voor het lidmaatschap van de AOb, maar
wel voor dat van de Beroepsvereniging MBO.
Algemene Onderwijsbond