Nederlandsch Octrooibureau



* Pers

EU-octrooi: twee stappen naar voren één stap terug

Afgelopen week werden er twee belangrijke stappen gezet op de weg naar een uniform octrooisysteem voor de Europese Unie.

De ene was zonder meer een stap vooruit: de Mededingingsraad van de EU gaf op 10 maart het groene licht voor het uitwerken van een eenvormig Europees octrooi volgens de formule van de `enhanced cooperation'. Die versterkte samenwerking is een codewoord voor een regeling die niet alle EU-lidstaten omvat. De regeling geldt vooralsnog voor 25 van de huidige 27 EU-lidstaten. Spanje en Italië staan aan de zijlijn.

De tweede gebeurtenis was minder positief. Op 8 maart kwam het Hof van Justitie van de EU (HvJEU) met zijn langverwachte advies over de ontwerp-overeenkomst voor een unitair systeem voor octrooirechtspraak. Dat ontwerp zou niet verenigbaar zijn met de EU-verdragen. Een gezamenlijk octrooirechtspraaksysteem staat weliswaar formeel los van het uniforme Euroese octrooi zelf, maar het is niet goed in te zien hoe een unitair EU-octrooisysteem kan werken zonder een gezamenlijke rechtspraak.

Het effect van deze twee uitspraken zal zijn dat de voorbereidingen voor een EU-octrooi zullen doorgaan, waarbij allereerst de Commissie weer aan zet is. Maar daarnaast zal er een oplossing moeten worden gevonden voor het principiële probleem dat door het HvJEU is opgeworpen. Zelfs in het meest gunstige scenario zal het nog vele jaren duren voordat we het zo broodnodige werkelijk eenvormige EU-octrooi hebben.

Zo'n eenvormig octrooisysteem wordt door vrijwel alle betrokkenen, zowel het bedrijfsleven als de overheden bepleit, zij het dat ieder er zijn eigen invulling aan geeft. Onbetwist is dat een eenvormig systeem effectiever en goedkoper is. De vraag is hoogstens wie het meeste profijt van dat ene loket heeft, de grote industrie of het MKB. Maar de innoverende bedrijvigheid in Europa heeft er zeker baat bij.

We hebben toch al een Europees octrooi ?

Inderdaad, maar de reikwijdte daarvan is beperkt. Een volledig unitair octrooisysteem voor de EU bestaat uit drie elementen: (1) een gezamenlijke octrooiverleningssysteem, (2) een verleend EU-octrooi dat in het hele EU-gebied dezelfde directe werking heeft, en (3) een gezamenlijk stelsel voor octrooirechtspraak voor het handhaven en vernietigen van het unitaire octrooi in centrale procedures. Het verleningssysteem bestaat al en werkt behoorlijk. De Raadsbeslissing van 10 maart betreft de rol het verleende unitaire octrooi, terwijl het advies van het Hof van Justitie zich richtte op het beoogde rechtspraaksysteem.

Europees octrooiverdrag

Al meer dan 30 jaren worden er Europese octrooien verleend en wel door het Europees Octrooibureau (EOB) met vestigingen in München en Den Haag. Juridisch kader daarvoor vormt het Europees Octrooiverdrag, dat buiten de EU staat. Het Europese octrooi kan bij verlening geldig worden gemaakt in ongeveer 40 Europese landen, waaronder alle 27 EU-landen, maar ook in andere landen zoals Zwitserland, Noorwegen en Turkije. Hoewel niet volmaakt, is het Europese octrooi een van de meest geslaagde vormen van Europese samenwerking. Het heeft geleid tot aanzienlijke efficiëntieslagen en kostenbesparingen en bovendien tot het naar elkaar toegroeien van de voordien binnen Europa nogal uiteenlopende principes en gewoontes op octrooigebied.

Ondanks de naam `Europees octrooi' gaat het slechts om een bundel nationale octrooien, die zijn onderworpen aan nationale wetten en praktijken wat betreft instandhouding, overdracht, handhaving tegenover derden die vermeend inbreuk maken enzovoort. Al die nationale procedures leiden tot evenzovele procedures, rechtsgangen betalingen en vaak vertalingen, met inschakelingen van nationale gekwalificeerde professionals. Met andere woorden een systeem met veel duplicaties en dus duur. Het z.g. Londen-protocol, waarbij sinds 2008 een deel van de vertaalplicht is opgeheven, heeft wel voor enige kostenbesparing geleid, maar de herhaling van zetten in de verschillende landen is er nog steeds.

Unie-octrooi

Al sinds de jaren vijftig proberen de Europese landen tot een unitair octrooi voor de landen van de EEG, later de EU, te komen, maar tot nu toe zonder succes. Een in de jaren 70 en 80 tot stand gekomen intergouvernementeel Gemeenschapsoctrooiverdrag werd nooit van kracht. De jongste poging is de EU-octrooiverordening, die in december 2009 door de Raad werd aangenomen, maar waarin een belangrijk onderdeel, het talenregiem, was weggelaten. Voor dat onderdeel stelde de Commissie in juli 2010 voor het te laten bij de tekst waarin het octrooi wordt verleend (Engels, Frans dan wel Duits), met een vertaling van alleen de claims in de twee andere talen. Dat was een brug te ver voor Spanje en Italië, die hoe dan ook een rol voor hun eigen talen wensten. Een door Spanje voorgesteld - en door veel industrieën bepleit - alternatief van een uitsluitend Engelstalig EU-octrooi werd weer geblokkeerd door Duitsland en Frankrijk. In november 2010 viel het doek.

Een kerngroep van twaalf landen, waaronder Nederland, Engeland, Frankrijk en Duitsland, berustte daar niet in en verzocht de Commissie de weg van de `versterkte samenwerking' te bewandelen om althans voor die landen tot een unitair octrooi te komen met het door Commissie voorgestelde talenregiem. Het is nu dit voorstel dat - inmiddels gesteund door 25 van de 27 EU-staten - de zegen van zowel het Europese parlement als de EU-Raad heeft gekregen.

Centrale octrooirechtspraak

Een talenregiem is één ding, maar er is geen zinvol EU-octrooi zonder een centrale rechtspraak. In de tientallen jaren van discussies en voorstellen was gebleken dat noch bestaande nationale rechtbanken, noch het Europees Octrooibureau geschikt zijn om over octrooigeschillen op supranationale schaal te beslissen. Dus moet er voor een speciaal daarvoor ingestelde gecentraliseerde gerechtsinstantie komen. Na vele eerdere varianten werd de EU-Raad het in december 2009 eens over de hoofdlijnen van een dergelijke gerechtssysteem. Dit zou niet alleen bevoegd worden voor de toekomstige EU-octrooien, maar ook voor de bestaande Europese bundeloctrooien

Sommige landen en instanties vroegen zich af of de instelling van dergelijk gerechten wel te rijmen valt met de EU-verdragen, en daarom vroeg de Raad in juli 2009 het Hof van Justitie (HvJEU) om zijn mening hierover. En die menig hebben we dan, en die is negatief, zo lijkt het althans. Einde verhaal, of toch niet?

Wat betekent de uitspraak van het HJEU?

Het is nu nog te vroeg om de gevolgen van het advies van het HvJEU te overzien. Degenen die toch al wat minder geestdriftig zijn over het EU-octrooi zullen in de Luxemburgse uitspraak aanleiding zien om te concluderen dat het project weer vele jaren in de ijskast zal gaan. Anderen zien hierin niet meer dan de zoveelste tegenvaller, waar met veel volharding en inventiviteit wel weer een oplossing voor zal worden gevonden.

Die relatieve optimisten kunnen zich misschien optrekken aan een interessant punt uit de uitspraak van het Hof. Dat zag namelijk als belangrijkste reden voor onverenigbaarheid met de EU-verdragen het feit dat het beoogde regeling exclusieve bevoegdheid overdraagt naar een internationaal gerecht dat zich buiten het institutionele en juridische kader van de EU bevindt. Ter vergelijking wees het Hof op het Benelux-gerechtshof, dat een gemeenschappelijke instantie voor een aantal EU-lidstaten is en zich daardoor wel binnen het institutionele en juridische kader van de EU bevindt, en dus verenigbaar met EU-verdragen is

In die redenering zou een gemeenschappelijk gerechtshof dat alleen voor kwesties binnen EU-staten optreedt, niet zo'n gewraakt internationaal gerecht zijn en dus wel binnen de EU-verdragen vallen. Als het project zou worden beperkt tot de EU-landen, zou het in de ogen van het Hof dus misschien wel door de beugel kunnen. Dat zou betekenen dat voor niet-EU-staten als Noorwegen en Zwitserland nog steeds de nationale weg bewandeld moeten worden, maar voor het overige een unitair systeem open ligt. Dat zou voorlopig nog niet eens zo'n slechte uitkomst zijn.

Wanneer hebben we nu een werkend EU-octrooi?

Ook in het meest optimistische scenario, waarin er geen al te grote hobbels meer moeten worden genomen, duurt het nog jaren voor we een EU-octrooi of een `versterkt-samenwerkingsoctrooi' hebben. Allereerst moet een oplossing voor het verdragsrechtelijke probleem worden gevonden, en verder zijn er nog veel details waar we het met minstens 25 landen over eens moeten worden. En mogelijk moet ook het Europees Octrooiverdrag worden aangepast, een operatie die vanwege de

gang door alle nationale regeringen en parlementen op zich al jaren kost. Het moment dat de President van Europa dus met veel ceremonieel het eerste EU-octrooi aan de gelukkige houder overhandigt zou dus wel eens in de jaren twintig kunnen liggen. Maar wat is nog tien luttele jaren in een al proces dat al meer dan 60 jaar valt en telkens weer opstaat ....?