Ministerie van Economische Zaken

Uitstroom uit het werknemersbestand Wsw


Datum:

14 maart 2011

Vanuit de uitvoering zijn vragen gesteld over de registratie en uitleg van uitstroom uit het werknemersbestand. Hier volgt een nadere toelichting op deze indicator 2 van de Wsw.

Van uitstroom uit het werknemersbestand Wsw is in elk geval sprake als het aantal uren van een dienstbetrekking wijzigt. Bij verhuizing geldt het volgende. Uit kamerstuk ll/2005-2006 nr. 30673 en gelet op artikel 9, tweede lid, eerste zin wordt het volgende afgeleid.

* Wsw-werknemer X woont in gemeente A, heeft een dienstbetrekking met gemeente A en verhuist naar gemeente B. Zolang de dienstbetrekking met A blijft bestaan, telt de dienstbetrekking Wsw van deze persoon mee in de realisatie van A in de jaren t en t+1 (geen uitstroom).
* Als de dienstbetrekking in t+2 nog met A blijft voortduren, betaalt vervolgens vanaf dat jaar gemeente B een vergoeding (conform artikel 10 Wsw) aan A omdat de Wsw-werknemer X nu in de realisatie van B meetelt. Nu is er wel sprake van uitstroom uit het werknemersbestand van gemeente A en gelijktijdige instroom bij gemeente B.

* De Wsw-werknemer X woont in gemeente A en verhuist naar gemeente B en de dienstbetrekking met gemeente A wordt beëindigd. Eerst later wordt een nieuwe dienstbetrekking aangegaan met de nieuwe woongemeente B (dus geen sprake van een voorzetting van de dienstbetrekking). In deze situatie is voor gemeente A sprake van uitstroom op het moment van de beëindiging van de dienstbetrekking. Instroom gemeente B in het werknemersbestand ontstaat vanaf het moment van aanvang dienstbetrekking met gemeente B.

De uitstroom wordt dus steeds gekoppeld aan de wijziging c.q. het voortbestaan van een dienstbetrekking tot maximaal t+1. E.e.a. staat eveneens uitgewerkt in de handreiking aanleveren verantwoording Wsw over 2010 onder punt 4.2 (zie publicatie Gemeenteloket SZW).