Rijksoverheid
Sociaal leenstelsel voor masterstudenten
Nieuwsbericht | 14-03-2011
Studenten die een mastergraad willen halen kunnen straks gebruik maken
van een sociaal leenstelsel. Dit stelsel van goedkope leningen komt in
de plaats van de basisbeurs in de masterfase.
Masterstudenten met minder draagkrachtige ouders kunnen tijdens de
nominale studieduur aanspraak blijven maken op de aanvullende beurs.
Dat staat in de beleidsnotitie `Studeren is investeren' die
staatssecretaris Zijlstra (OCW) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In
een tijd van bezuinigingen is het huidige stelsel van
studiefinanciering niet langer houdbaar, zeker niet als het kabinet ook
wil investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Daarom vraagt
het kabinet een extra bijdrage van masterstudenten.
Studeren is een investering in jezelf: gemiddeld levert ieder jaar
hoger onderwijs 6 tot 8 procent profijt op. Het is om die reden
verantwoord om studenten te laten lenen. Temeer omdat de
terugbetaaltermijn wordt verlengd van 15 naar 20 jaar, waardoor het
maandelijks terug te betalen bedrag lager wordt. De twee
aflossingsvrije startjaren en de vijf jokerjaren (die een student op
een zelfgekozen tijdstip kan inzetten) blijven van kracht.
Om het stelsel eenvoudiger te maken, verdwijnt een aantal
uitzonderingen die relatief arbeidsintensief zijn. Een
inkomensachteruitgang bij ouders zal eerder leiden tot een hogere
aanvullende beurs en studenten die te laat zijn met het aanvragen of
wijzigen van studiefinanciering, kunnen dit gedurende het studiejaar
alsnog doen. De regeling voor studenten met weigerachtige of onvindbare
ouders vervalt, evenals de partnertoeslag. Studenten die nu gebruik
maken van deze voorzieningen kunnen straks lenen of een beroep doen op
de sociale zekerheid. Verder gaan studenten die meer dan een jaar
vertraging oplopen zelf hun reiskosten betalen, tegen de normale
tarieven.
Het is de bedoeling dat de wijzigingen op 1 augustus 2012 in werking
treden.