Openbaar Ministerie

OM eist jeugddetentie en werkstraffen voor Goudse minderjarige verdachten

10 maart 2011 - Arrondissementsparket Den Haag

Het Openbaar Ministerie heeft tegen twee verdachten van openlijk geweld in Gouda jeugddetentie geëist. Een 14-jarige jongen uit Gouda moet als het aan het OM ligt voor zeven weken, waarvan drie weken voorwaardelijk, de jeugdgevangenis in. De jongen zat nog in een proeftijd en had nog een voorwaardelijke werkstraf van 60 uur openstaan. Die moet hij van het OM eveneens gaan uitvoeren. Tegen een 13-jarige plaatsgenoot eiste de officier zeven weken jeugddetentie waarvan vier weken voorwaardelijk. Ook hij had nog een week jeugddetentie voorwaardelijk openstaan en mag die van het OM eveneens gaan uitzitten.

Beide verdachten werden na hun aanhouding voorgeleid voor de rechter-commissaris die de voorlopige hechtenis onder voorwaarden schorste. De 14-jarige verdachte hield zich echter niet aan de door de rechter opgelegde voorwaarden en werd daarom opnieuw aangehouden. Hij zit sinds zondag 6 maart weer in voorlopige hechtenis.

In totaal stonden er vandaag negen verdachten uit Gouda voor de Meervoudige kamer voor minderjarigen. Zeven hoorden een straf tegen zich eisen. De kinderrechter besloot wegens tijdgebrek twee zaken aan te houden. Deze 13-jarige jongen en dit 14-jarige meisje moeten alsnog op 23 maart voor de rechter verschijnen.

Overige strafeisen
De officier van justitie eiste tegen een 13-jarige jongen en tegen twee jongens van 14 jaar voor ieder een werkstraf van 120 uur waarvan 40 uur voorwaardelijk. Een 14-jarige jongen hoorde een werkstraf van 60 uur tegen zich eisen en tegen een 13-jarige jongen eiste het OM 80 uur werkstraf waarvan 20 uur voorwaardelijk.

Belaging van zes meisjes
De politie Hollands Midden hield begin februari de verdachten aan. Ze worden ervan verdacht dat zij op 17 december in Gouda in totaal zes meisjes belaagden en dit filmden. Van één situatie waarbij twee meisjes betrokken waren, plaatsten de jongeren de beelden op internet. De meisjes deden bij de politie aangifte. Begin februari kreeg de politie beelden in handen van één van de twee incidenten. De beelden waren op internet geplaatst en al snel was de identiteit van de daders bij de politie bekend. De verdachten werden vervolgens aangehouden.

Jeugdstrafrecht en strafrecht volwassenen
Anders dan bij het strafrecht voor volwassenen is bij het jeugdstrafrecht de zitting niet voor publiek toegankelijk. De zitting is, zoals dat heet, achter gesloten deuren. Minderjarigen die voor de kinderrechter moeten verschijnen, krijgen voorafgaand aan de strafzaak altijd een gesprek bij de Raad voor de Kinderbescherming. Het doel van het gesprek is om meer te weten te komen over de persoonlijke situatie van de minderjarige. De Raad geeft een advies over een passende straf die opvoedkundig het beste is voor de minderjarige. Het is namelijk belangrijk dat een minderjarige iets opsteekt van zijn straf zodat hij zich in de toekomst beter gedraagt.

De rechter luistert naar de visie van de Raad voor de Kinderbescherming en naar die van de officier van justitie en bepaalt daarna als iemand schuldig is, welke straf daarbij hoort. Vaak adviseert de Raad om minderjarigen geen gevangenisstraf, maar een andere straf: een werk- of een leerstraf te geven. Jongeren van 12 tot 16 jaar kunnen een vrijheidsstraf van maximaal een jaar krijgen. Jeugdigen van 16 en 17 jaar kunnen niet meer dan 2 jaar celstraf krijgen.

Ouders bij zitting
Sinds 1 januari zijn ouders van minderjarige verdachten wettelijk verplicht om aanwezig te zijn bij de rechtszaak van hun kind. De achterliggende gedachte achter deze wetswijziging is dat het zowel in het belang van de verdachte en het slachtoffer als ook van de maatschappij is dat ouders zich bewust zijn van hun bijzondere verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun minderjarig kind en mogelijke scheefgroei daarin.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.