Uitleg van artikel 6:13 van de Awb onder de Wabo
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 maart
jl. een uitspraak gedaan die interessant kan zijn voor de
'beroepsgroep'. In de uitspraak heeft de Raad van State geoordeeld dat
de verschillende toestemmingen binnen een omgevingsvergunning als
bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) worden opgevat als besluitonderdelen in de zin
van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Dit betekent dat â anders dan onder de Wet milieubeheer â de
verschillende categorieën milieugevolgen (zoals geluid en geur) met
betrekking tot de toestemming voor het oprichten, veranderen of in
werking hebben van een inrichting (bijvoorbeeld een fabriek of een
veehouderij) niet als besluitonderdelen in de zin van artikel 6:13 van
de Awb zullen worden aangemerkt.
Deze lijn zal ook gelden voor besluiten waarbij op grond van artikel
8.1 van de Wet milieubeheer vergunning is verleend en die op of na 1
april 2011 op de voorgeschreven wijze worden bekendgemaakt. Wanneer een
appellant dus bijvoorbeeld in een beroepsprocedure aanvoert dat hij
geluidsoverlast ondervindt van een bedrijf en hij heeft dit in zijn
zienswijze tegen het ontwerpbesluit niet genoemd, dan zal dit niet
langer leiden tot (gedeeltelijke) niet-ontvankelijkverklaring van zijn
beroep.
LJ Nummer
BP7155
Zie het origineel
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 10 maart 2011 Naar boven
Gerechtelijke organisatie