Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag studenten: Losbandig imago
onterecht voor doorsnee student
Datum: 09 maart 2011
Lang leve de lol! Feestvieren en bier drinken. Als scholieren of
studenten gevraagd wordt naar hun beeld van de Groningse student,
reageren ze vrijwel altijd met deze woorden. Toch komt dit beeld niet
overeen met de werkelijkheid.
Politie Groningen en Rijksuniversiteit Groningen hebben een onderzoek
laten uitvoeren naar grensoverschrijdend gedrag onder Groningse
studenten. Daaruit blijkt dat de gemiddelde student in deze stad zich
vrij gematigd en zelfs keurig gedraagt. Niveaus van agressie,
criminaliteit en harddrugsgebruik zijn geruststellend laag. En ook al
drinken studenten meer dan leeftijdsgenoten, toch blijft ook het
drankgebruik van de overgrote meerderheid binnen de perken.
Onderzoek
In het onderzoek, dat is uitgevoerd door prof.dr. Tom Postmes en Marlon
Nieuwenhuis MSc. vanuit het Instituut voor Integratie en Sociale
Weerbaarheid, zijn in het studiejaar 2009/2010 ongeveer duizend
eerstejaars studenten ondervraagd over alcoholgebruik, drugsgebruik,
onveilig seksueel contact en agressie/criminaliteit. De helft van deze
studenten deed mee aan vervolgonderzoek waarin ze voor aanvang van het
studiejaar (juli) en op twee momenten gedurende het eerste jaar
(december en maart) vragen beantwoordden.
De respondenten waren gemiddeld 19 jaar oud; 66 procent van hen was
vrouw; 22 procent was lid van een studentenvereniging (waarvan ongeveer
de helft van een grote vereniging).
Uit het onderzoek blijkt dat eerstejaarsstudenten in een gewone
collegeweek gemiddeld tien glazen alcohol drinken. Het verschil tussen
mannen (16 glazen) en vrouwen (6 glazen) is groot.
De grens tussen normaal en overmatig alcoholgebruik wordt over het
algemeen voor mannen op 21 glazen per week gelegd en voor vrouwen op 14
glazen. Van excessief gebruik is sprake bij meer dan 50 glazen per week
voor mannen en 35 voor vrouwen.
Imago klopt niet
Het onderzoek laat zien dat het imago van de veelvuldig dronken en
feestvierende student niet klopt. Dit imago vertoont nog de meeste
overeenkomsten met het gedrag van studenten die lid zijn van een
studentenvereniging. Leden van studentenverenigingen steken met een
gemiddelde van 21 glazen boven het gemiddelde uit. Deze studenten
drinken overigens al voor de studie meer dan gemiddeld.
Dit imago beïnvloedt het beeld dat studenten hebben van drankgebruik
binnen hun groep: ze denken dat de gemiddelde student een zware drinker
is. In werkelijkheid drinkt de gemiddelde student veel minder. Dat is
een bekend verschijnsel in de sociale psychologie, zeggen de
onderzoekers: mensen denken vaak dat anderen zich extremer gedragen dan
zijzelf.
Identificatie
Hoewel studenten in werkelijkheid veel minder drinken dan wordt
gedacht, is er desalniettemin een stijging in drankgebruik na aanvang
van de studie. De oorzaak van de stijging in het alcoholgebruik moet
volgens de onderzoekers gezocht worden in de mate waarin de eerstejaars
zich identificeren met, en aanpassen aan, het heersende beeld van 'de
Groningse student'. Identificatie met dit beeld blijkt de toename van
alcoholgebruik tijdens de eerste maanden van de studie goed te
voorspellen.
Alcoholgebruik
Het onderzoek laat ook zien dat alcoholgebruik gerelateerd is aan
negatieve uitkomsten, zoals slechtere studieprestaties, een grotere
kans om met agressie in aanraking te komen (voor mannen) en een grotere
kans op onveilige seks (voor vrouwen). Maar alcoholgebruik is ook
gerelateerd aan positieve uitkomsten. Studenten die meer drinken zijn
minder eenzaam, hebben meer zelfvertrouwen en zijn meer tevreden over
het leven.
Sociale normen
Volgens de onderzoekers is de oorsprong van verhoogd alcoholgebruik
onder studenten voor een belangrijk deel terug te voeren op sociale
normen en op identificatie met de groep. Andere vormen van
probleemgedrag, zoals onveilige seks en drugsgebruik, vallen buiten
deze sociale norm en worden daardoor niet (of in ieder geval niet
meetbaar) bepaald door groepsprocessen gerelateerd aan het
studentenleven.
Rijksuniversiteit Groningen