OM ontvankelijk in hypotheekfraudezaak Rotterdam
8 maart 2011 - Ressortsparket Den Haag
Het Openbaar Ministerie (OM) is tevreden over de uitspraak in hoger
beroep van het Gerechtshof Den Haag vandaag, waarbij het OM
ontvankelijk is verklaard in de vervolging in een
omvangrijke hypotheekfraude zaak. In deze strafzaak worden vier
verdachten verdacht van het op grote schaal op incorrecte wijze
vestigen van hypotheken in Rotterdam en omstreken.
Het Haagse Hof concludeert kort gezegd, dat het vormverzuim, in casu
het ten onrechte niet vernietigen van geheimhoudergesprekken, geen
zodanige inbreuk op de beginselen van behoorlijke procesorde oplevert
dat verdachten ook daadwerkelijk in hun verdediging zijn geschaad. Een
niet-ontvankelijkheid van het OM is derhalve niet aan de orde, aldus
het hof.
Beslissing rechtbank
De rechtbank Rotterdam, zittinghoudend te Amsterdam, verklaarde het OM
op 17 november 2008 niet-ontvankelijk in de vervolging in deze
strafzaak. De rechtbank kwam tot deze beslissing omdat de rechtbank -
kort gezegd - vond dat er sprake was van grootschalige, systematische
inbreuk op het verschoningsrecht nu zogenaamde geheimhoudergesprekken
volgens de rechtbank ten onrechte niet waren vernietigd.
Hoger beroep OM
Het OM stelde hoger beroep in tegen deze beslissing. Het OM heeft
erkend dat bij de bewaring van de geheimhoudergesprekken weliswaar
grote fouten zijn gemaakt, maar dat de inhoud van de gesprekken op geen
enkele wijze van invloed is geweest op het strafrechtelijk onderzoek en
de voortgang daarvan. Bovendien moet één en ander volgens het OM worden
bezien in het licht van de tijd waarin de zaak speelde. Het OM is dan
ook van mening dat niet-ontvankelijkheid een te zware sanctie is. In de
visie van het OM had de rechtbank de zaak verder moeten vervolgen.
Het Gerechtshof Den Haag heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank
Rotterdam om de zaak alsnog te behandelen.
Openbaar Ministerie