Ingezonden persbericht
7 maart 2011
Mensen die fit zijn hebben minste rugklachten
Hoe fitter mensen zijn, hoe minder rugklachten zij hebben. Fitheid - spierkracht, coördinatie, lenigheeid en uithoudingsvermogen - wordt vooral bepaald doorr fysieke activiteit. Het blijkt dat zowel extreem weinig als extreem veel activiteit niet goed voor de rug is. Matige fysieke activiteit, die aanzet tot een verbetering van de fitheid, lijkt een belangrijke factor bij het voorkomen van (lage) rugklachten. Dit concludeert Hans Heneweer MSc, fysiotherapeut en docent-onderzoeker van het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening van Hogeschool Utrecht. Heneweer promoveerde vrijdag 4 maart aan de KU Leuven op een studie naar drie factoren die invloed hebben op lage rugpijn en hun onderlinge samenhang: fysieke fitheid, fysieke activiteit en persoonskenmerken. Hij adviseert fysiotherapeuten en patiënten, op basis van deze uitkomsten, serieus te werken aan het verbeteren van de fitheid.
Lage rugpijn is een veel voorkomende aandoening in de westerse geïndustrialiseerde wereld en één van de uitdagende problemen binnen de gezondheidszorg en maatschappij. Lage rugklachten leggen een grote economische- en sociale last op aan de maatschappij en vallen onder één van de belangrijkste zorgvragen in de eerstelijns gezondheidszorg. Hans Heneweer: 'Om rugklachten beter te kunnen begrijpen, is het belangrijk om de invloed van de afzonderlijke factoren op rugpijn te kennen, maar tegelijkertijd ook hun onderlinge samenhang. We hebben zes verschillende studies gedaan om de kennis hierover te verbreden.'
Pijnbeleving en chroniciteit
In een van de deelonderzoeken is ook gekeken naar de invloed van persoonskenmerken op pijnervaring. Catastroferen (zwaarmoedig of negatief denken) over pijn kan leiden tot chroniciteit van pijnklachten. De meeste bevindingen komen uit de klinische omgeving (revalidatiecentra) en zijn goed gedocumenteerd. Bevindingen vanuit de niet-klinische omgeving zijn veel minder beschreven. Daarom bestudeerde Heneweer deze relatie in een niet-klinische omgeving bij een werkende populatie en vond daar hetzelfde resultaat. Het lijkt er daarmee op dat catastroferen een persoonlijke eigenschap is en niet een gevolg van de klachten of van de invloed vanuit de klinische omgeving. Daarom is het van belang dat artsen en fysiotherapeuten in de eerstelijnszorg deze eigenschap herkennen en hier rekening mee houden bij de behandeling.
Dit persbericht en een videopersbericht staan ook op onze site.
Over het Kenniscentrum
Het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening van Hogeschool Utrecht houdt zich bezig met innovaties in de gezondheidszorg die leiden tot een grotere zelfstandigheid en zelfredzaamheid van mensen. Het Kenniscentrum ontwikkelt innovatieve oplossingen voor (huidige en toekomstige) problemen in de gezondheidszorg op het gebied van ouderen- en familiezorg, bewegen en gezondheid, logopedie, en zorg en technologie.
Over Hogeschool Utrecht
Hogeschool Utrecht (HU) is een kennisorganisatie die door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werkt aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en aan de persoonlijke ontwikkeling van talent. De 3.200 medewerkers van de HU verzorgen hoger onderwijs voor 39.000 studenten via 68 bachelors en 24 masters. Promoverende docenten en excellente studenten verrichten toegepast onderzoek onder leiding van ruim 40 lectoren en geclusterd in 6 kenniscentra. Hogeschool Utrecht heeft vestigingen in Utrecht en Amersfoort.