âOnderzoek reumatisch artritis zaak van lange ademâ
âTegenwoordig wint de waan van de dag het van de langetermijnvisie en
gedegen rapporten worden teruggebracht tot tweets van 140
lettertekensâ, stelt prof. dr René Toes. Vrijdag zal hij in zijn
oratie uiteenzetten hoe langlopend fundamenteel onderzoek kan leiden
tot mogelijke doorbraken in de behandeling van reumatoïde artritis.
Focus op reumatoïde artritis
Toes is medisch bioloog met als specialisatie immunologie en werd ruim
een jaar geleden benoemd tot hoogleraar Experimentele Reumatologie.
Onder het begrip reuma vallen meer dan honderd aandoeningen. De
bekendste zijn sclerodermie, sarcoïdose, osteoartritis, de ziekte van
Bechterew, jicht, het syndroom van Sjögren en reumatoïde artritis
(RA). Toes houdt zich voornamelijk met RA, gekenmerkt door
gewrichtsontstekingen in vooral handen en voeten, en ook knieën,
polsen en heupen. Naast veel pijn geeft dit vaak griepachtige klachten
en chronische malaise. 85 procent van de RA-patiënten is tot in lengte
van dagen aangewezen op medicatie.
Een ziekte van de afweer
Door een proces van constante recycling worden in lichaamscellen
voortdurend eiwitten afgebroken tot kleine fragmenten. Deze worden door
speciale moleculen (âHLA-eiwittenâ) naar het celoppervlak gebracht,
waar ze kunnen worden geïnspecteerd door bepaalde afweercellen:
T-cellen. Ziet een T-cel een afwijkend fragment, bijvoorbeeld een
stukje virus, dan zal ze proberen deze cel onschadelijk te maken en
andere afweercellen instrueren ook in actie te komen. Ruim 30 jaar
geleden ontdekte men dat een genetische variatie in HLA een belangrijke
risicofactor is voor het ontstaan van RA.
Veranderde eiwitten
Een andere belangrijke ontdekking was dat antistoffen gerciht tegen
eiwitten waarin het aminozuur arginine is veranderd in citrulline in
dien aanwezig in het bloed van mensen met gewrichtsklachten een grote
voorspellende waarde hebben voor de ontwikkeling van RA. Toes:
âAnti-citrulline-antistoffen gebruiken we nu als hulpmiddels bij de
diagnostisering van RA. Verder ontdekten we dat de bewuste HLA-variatie
alléén een risico vormt indien er anti-citrulline antistoffen
aanwezig zijn. Blijkbaar bestaat er naast een T-cel-gerelateerde RA dus
nog een andere vorm, die mogelijk ook anders behandeld dient te worden.
IgE wegvangen
RA-patiënten produceren méér verschillende
anti-citrulline-antistoffen dan normaal. Toes wil graag ophelderen hoe
dit komt, omdat hier mogelijk een aangrijpingspunt ligt voor
behandeling. âMinstens één anti-citrulline komt alleen voor bij
RA-patiënten, een antistof van het type IgE. Interessant is dat
IgE-antistoffen óók een rol spelen bij het in toom houden van
bijvoorbeeld parasitaire worminfecties. Onze afdeling is nu een
spannend klinische onderzoek gestart waarbij patiënten worden
behandeld met een medicament dat IgE wegvangt.â
Beschermend HLA
Samen met de afdeling Immunohematologie en Bloedtransfusie werd ook
ontdekt dat sommige HLA-typen juist beschermd werken. Deze blijken een
fragment van vijf aminozuren te bevatten dat tevens wordt aangetroffen
in talloze ziekteverwekkers, zoals de acne-bacterie of het griepvirus.
âNa infectie hebben mensen vaak T-cellen die dat DERAA-fragment
herkennen, tenzij ze drager zijn van een DERAA-bevattend HLA-type. De
toekomst zal uitwijzen of afscherming van de DERAA-trigger kansen biedt
voor genezing.â
Universiteit Leiden