Rijksoverheid
1
Datum 7 maart 2011
antwoord op Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over het
initiatief MEDIA & COO
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de
antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) van uw Kamer over het
initiatief MEDIA & COO (ingezonden 11 februari 2011).
De vragen zijn mij toegezonden met kenmerk 2011Z02792.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart
Onze referentie
276625
Uw referentie
2011Z02792
Pagina 1 van 3
Pagina 2 van 4
Onze referentie
276625
Antwoord op vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het initiatief MEDIA & COO.
1
Bent u bekend met het initiatief MEDIA & COO van de organisatie
OUDERS & COO? 1)
Ja.
2
In hoeverre herkent u zich in de conclusie van OUDERS & COO dat de
codeurs van Kijkwijzer in de loop der jaren soepeler met de checklist
omgaan en dat het toezicht hierop gebrekkig is? Welke gevolgen verbindt
u hieraan?
Hier herken ik mij niet in. Het Kijkwijzer systeem is gebaseerd op
wetenschappelijke kennis, speelt in op nieuwe ontwikkelingen in het media#
aanbod en houdt zorgvuldig rekening met de wensen van ouders en opvoeders.
De kwaliteit van de Kijkwijzer classificaties van televisieprogramma's en films
wordt regelmatig gecontroleerd door medewerkers van het NICAM. Het
Commissariaat voor de Media houdt metatoezicht op de wijze waarop omroepen
en distributeurs de Kijkwijzer toepassen en brengt hierover jaarlijks zijn rapport
uit. Over 2009 concludeerde het Commissariaat dat: 'De classificaties
betrouwbaar, valide, stabiel, consistent en nauwkeurig zijn en dat het NICAM
zorgvuldig waakt over de betrouwbaarheid van het systeem'.
3
Bent u ook van mening dat alternatieve beoordelingen naast de
Kijkwijzer voor ouders verwarrend kunnen werken en dat zoveel
mogelijk gestreefd moet worden naar eenduidigheid in de advisering?
Bent u in dit licht bereid te bezien welke lessen getrokken kunnen
worden uit het onderzoek van OUDERS & COO, waaruit blijkt dat de
Kijkwijzer in internationaal perspectief op diverse punten flink afwijkt?
Ik vind dat de Kijkwijzer de aangewezen methode is om ouders en opvoeders te
informeren over mogelijke schadelijkheid van mediaproducties. Er kunnen
uiteraard maatschappelijke initiatieven zijn die vanuit een eigen perspectief
ouders informeren. Het is daarbij in het belang van ouders dat helder is waarop
vergelijkingen zijn gebaseerd.
Ik deel de conclusie van Ouders & COO niet dat Kijkwijzer in internationaal
perspectief afwijkt. In het Duitse wetenschappelijke tijdschrift TV#Diskurs wordt
elk kwartaal een vergelijking van Europese filmclassificaties gepubliceerd. Daaruit
blijkt stelselmatig dat de Kijkwijzer classificaties voor het overgrote deel in lijn
zijn met Duitsland, Engeland en Scandinaviƫ.
Internationale vergelijkingen kunnen overigens niet zomaar gemaakt worden
omdat de uitgangspunten niet altijd gelijk zijn. Kijkwijzer waarschuwt voor
mogelijke schadelijkheid, terwijl de classificaties van buitenlandse keuringen vaak
een combinatie zijn van schadelijkheid en geschiktheid.
Pagina 3 van 4
Onze referentie
276625
4
Hoe beoordeelt u het pleidooi voor een krachtige ouderorganisatie in
medialand, die zich als een effectief tegenwicht in de markt kan
opstellen? Op welke wijze wilt u naast voorlichting ook de positie van
ouders als belangenbehartiger versterken?
Bij de Kijkwijzer zijn ouders vanaf de start betrokken via consumentenonderzoek
en via de onafhankelijke Adviescommissie van het NICAM. Dat vind ik voor dit
systeem afdoende. Verschillende vertegenwoordigers van ouderorganisaties zijn
lid van deze commissie en hebben zo invloed op het systeem. Ouders & Coo is in
het verleden herhaaldelijk uitgenodigd om deel uit te maken van deze commissie
maar kiest hier niet voor.
5
Heeft het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele
Media (NICAM) inmiddels besloten aan de Kijkwijzer een criterium voor
hufterig gedrag toe te voegen, gelet op de mogelijke agressie die het
gevolg is van bepaalde films? 2) Zo nee, bent u bereid hierop bij het
NICAM aan te dringen?
De huidige pictogrammen die waarschuwen voor geweld en ruw taalgebruik zijn
ook van toepassing op "hufterig gedrag". Ik heb het NICAM gevraagd om nog
eens na te gaan of hufterig gedrag in de codering voldoende zwaar wordt
meegewogen. Het NICAM heeft aangegeven te zullen onderzoeken of er reden is
om met de wetenschappers te bekijken of dit aanleiding geeft de criteria aan te
passen. Dit eist zorgvuldigheid en dient - zoals het hele Kijkwijzer systeem #
gebaseerd te zijn op feiten en wetenschappelijke inzichten.
6
Onderkent u dat voor de status van de Kijkwijzer van belang is dat de
uitwerking en handhaving consequent ter hand worden genomen? Hoe is
de coulanceregeling voor bioscopen om kinderen vanaf 14 jaar onder
begeleiding toe te laten bij films die slechts voor 168jarigen geschikt zijn
te rijmen met de systematiek van de Kijkwijzer? Bent u van plan hier een
eind aan te maken? Zo nee, waarom niet?
In 2010 hebben de daartoe aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren
946 controles uitgevoerd bij bioscopen, bibliotheken, videotheken en winkels in
het kader van de handhaving van artikel 240a Sr. Er is drie maal proces#verbaal
opgesteld. De coulanceregeling voor bioscopen is ingevoerd om ouders de
gelegenheid te geven ook zelf in te schatten of hun kind voldoende 'rijp' is om de
film te zien. Zij kunnen immers bij vertoning van de film in de huiskamer dezelfde
afweging maken. Na ruim een jaar ervaring met dit 'parental guidance' systeem,
dat ook in een aantal andere landen wordt toegepast, heeft de bioscoopbond te
kennen gegeven dat het tot veel verwarring onder het publiek leidt. Veel
bioscopen houden zich daarom liever strikt aan art. 240a Sr, ongeacht of het kind
door zijn ouder(s) wordt begeleid. Binnenkort zal met de bioscoopbranche
overlegd worden om in ieder geval bij het meest schadelijk te achten
Pagina 4 van 4
Onze referentie
276625
beeldmateriaal, met de classificatie 16 jaar, geen parental guidance meer toe te
passen.
1) Persbericht OUDERS & COO, 8 februari 2011
2) De Pers, 28 januari 2011