Vereniging Nederlandse Gemeenten

Geen gemeentelijke stijging woonlasten door bezuinigingen

04.03.2011

VEH TOONT AAN: GEMEENTEN VERHALEN BEZUINIGINGEN NIET OP WOONLASTEN

Het zojuist verschenen onderzoek van Vereniging Eigen Huis (VEH) naar de gemeentelijke woonlasten bevestigt het beeld uit eerdere onderzoeken door het COELO dat gemeenten de noodzakelijke bezuinigingen niet afwentelen op de woonlasten. Gemeenten zetten de tering naar de nering en de gemeentelijke woonlasten stijgen slechts licht. Gemeenten gaan, ondanks de eerder geuite vrees van VEH, verantwoord om met hun belastinginstrumentarium. Opmerkelijk detail daarbij is dat de contributie van VEH veel harder stijgt dan de gemeentelijke lasten.

De eerder verschenen woonlastenmonitor van de rijksuniversiteit van Groningen plaatst de woonlasten in een breder perspectief. De gemeentelijke woonlasten blijken slechts minimaal (4 cijfers achter de komma) een invloed uit te oefenen op de koopkracht en een bescheiden onderdeel uit te maken van een heel scala aan woonlasten.

Ter illustratie: de gemiddelde stijging van de OZB bedraagt vijf euro. Een stijging van de hypotheekrente met 0,3 % heeft een netto gevolg van ruim 300 euro.

Dat de OZB gestegen is bij gelijktijdige daling van de WOZ-waarde is niet zo opmerkelijk als VEH doet voorkomen. Relevant voor de portemonnee van de burgers is de opbrengst van de OZB, die wordt bepaald door waarde én tarief. Jarenlang hebben gemeenten bij waardestijgingen consequent hun tarieven verlaagd om niet boven de gewenste opbrengst uit te komen. VEH rekende gemeente - terecht - af op opbrengstontwikkelingen en niet op de dalende tarieven. De keerzijde van de medaille is nu zichtbaar: bij waardedaling gaat het tarief omhoog.

VEH trekt uit het onderzoek conclusies over ´dure´ en ´goedkope´gemeenten. Dergelijke ranglijsten komen ook in allerlei andere onderzoeken naar voren. Opvallend daarbij is dat de uitkomsten vaak verschillend zijn, dit komt doordat op basis van hetzelfde cijfermateriaal verschillende veronderstellingen worden gehanteerd over bijvoorbeeld de gemiddelde woningwaarde. De VNG pleit er voor om met alle betrokken partijen te komen tot één gezaghebbend onderzoek zodat er geen gekissebis ontstaat over de feiten en niet keer op keer een herhaling van zetten plaatsvindt omdat de beschikbare gegevens weer op een net iets andere manier uitgevraagd en gegroepeerd worden.