Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
P RESS R ELEASE . P RESSEBERICHT . COMMUNIQUÉ DE P RESSE
Rijksmuseum verwerft Surinaams `gelegenheidsglas'
Het Rijksmuseum heeft een zeer zeldzaam 18de eeuws glas verworven met een voorstelling van de Surinaamse suikerplantage Siparipabo en de tekst t welvaren van Siparipabo. Het bevat prachtig gedetailleerde gegraveerde voorstellingen die deels zijn gepolijst. Het glas krijgt na heropening van het hoofdgebouw van het Rijksmuseum een belangrijke plaats in de opstelling van de 18de eeuw, waar het het verhaal vertelt van de plantage-economie van Suriname. Met glazen als deze toastten plantage-eigenaren in Suriname of Europa op het welzijn van hun bezit, in dit geval de suikerplantage Siparipabo in Suriname. De plantage wordt voor het eerst vermeld op een kaart uit 1686 en was gelegen aan de Commewijnerivier. Het glas is waarschijnlijk besteld door de eigenaresse van de plantage aan het begin van de 18de eeuw, Catharina Marcus, weduwe van Willem Pedij d'Oude. De graveur van het glas baseerde zijn voorstelling op gravures uit het boek Beschryvinge van de volks-plantinge Zuriname van J.D. Herlein uit 1718. Eén scène toont een rustende slavin onder een boom en een slaaf met een schop en een bundel suikerriet. De andere scène laat het huis van de planter, de suikermolen en de slavenhutten zien. De graveur heeft de
't Welvaren van Siparipabo
voorstelling in prent zeer vakkundig vertaald naar het glas, rekening houdend met de toelopende vorm van de kelk. Door sommige delen te polijsten bracht hij levendigheid in de voorstelling. Zo zijn de hutjes op de achtergrond minder nauwkeurig uitgewerkt dan de suikermolen op de voorgrond. Vanaf het moment dat Nederland in 1667 Suriname als kolonie ruilde tegen NieuwAmsterdam (nu New York) brachten de Nederlanders daar Afrikaanse mannen en vrouwen heen om als slaven te werken op de plantages. In de 17de eeuw circa 100.000, in de 18de eeuw circa 400.000. In 1775 waren er in Suriname zo'n 600 (voornamelijk suiker-) plantages aanwezig. Toen Nederland in 1863 de slavernij afschafte, bevonden zich in de kolonie nog 35.000 mensen in slavernij. Eveline Sint Nicolaas, conservator Geschiedenis: `Toen ik het glas zag wist ik meteen dat het heel bijzonder is. Er zijn maar weinig glazen die verwijzen naar Surinaamse plantages en de combinatie met de prominent afgebeelde slaven bij de suikermolen, maakt het een bijzondere aanwinst. De voorstelling en tekst zetten je aan het denken. Waarom staat er `welvaren'? Dat effect heeft het hopelijk straks ook op de bezoekers. We hebben daarnaast maar weinig objecten in de collectie die de slavernij in de voormalige koloniën in beeld brengen. In het vernieuwde Rijksmuseum krijgt het glas daarom een belangrijke plek in de opstelling over de achttiende eeuw'. Het `gelegenheidsglas' werd verworven met steun van het Johan Huizinga Fonds, een Fonds op Naam van het Rijksmuseum.