PERSBERICHT
Utrecht, 2 maart 2011
Petitie 'Tien knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen' aan Tweede Kamer.
Nederlandse Jeugdzorg brengt scheidingskinderen regelmatig in de knel
Kinderen van gescheiden ouders worden door moeders vaak misbruikt als wapen in de strijd tegen de ex partner. Vreemd genoeg worden zij geholpen door de Nederlandse Jeugdzorg, waardoor kinderen nog eens extra in de knel komen. Vaders en kinderen trekken daardoor vaak aan het kortste eind.
Eén van de grootste knelpunten is bv. het ontbreken van waarheidsvinding waardoor bij beslissingen binnen de Jeugdzorg en bij rechterlijke uitspraken de ouder die de meeste beschuldigingen uit zijn of haar gelijk krijgt. Recent heeft de Nationale Ombudsman verklaard dat waarheidsvinding in de Jeugdzorg wel degelijk verplicht is. Het zou goed zijn als dit in de Wet verankerd wordt.
Dit en 9 andere knelpunten, variërend van knelpunten in de achterlopende wetgeving rond het ouderlijk gezag en de omgangsproblematiek bij scheiding tot de klachtenafhandeling binnen de Jeugdzorg, heeft Vaderkenniscentrum|SKO neergelegd en uitgebracht in een 'Petitie Knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen', welke i.v.m. de lopende en komende kamerdebatten over de herziening van de Jeugdzorg vandaag wordt toegezonden aan de Algemene Tweede Kamercommissie Jeugdzorg. (Vaderkenniscentrum|VKC heeft de voorzitter van deze kamercommissie daarbij ook belet gevraagd om de petitie met een nadere toelichting aan de kamercommissie te mogen komen aanbieden.)
Bijlage: 'Petitie tien knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen', Vaderkenniscentrum|SKO, Utrecht 2 maart 2011
Voor de redactie:
* De petitie is tevens terug te vinden op
* Indien u vragen heeft kunt u zich wenden tot Alec Balledux (
-------------------------
Vaderkenniscentrum|SKO, J. Cabeliaustraat 17, 3554 VH Utrecht, T. 030.2383636, E.
--
Drs. Peter Tromp
voorzitter
Vaderkenniscentrum|SKO
Jacob Cabeliaustraat 17
3554 VH Utrecht
t. 030.2383636
e.
Symposium Vaderschap en uitreiking Vaderdagtrofee m/v 2011: Op vrijdag 17 juni 2011 zal op het jaarlijkse Symposium Vaderschap van
Petitie 'Knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen' Vaderkenniscentrum, 2 maart 2011
Nederlandse Jeugdzorg brengt scheidingskinderen regelmatig in de knel.
Tien belangrijke knelpunten in de maatschappij en de regelgeving waardoor scheidingskinderen in de knel worden gebracht en Jeugdzorg vaker voor problemen zorgt dan dat ze die problemen oplost, met voorstellen tot aanpassing van regelgeving.
Inleiding:
Vaderkenniscentrum/SKO (verder aan te duiden met VKC|SKO) moet constateren dat er diverse met elkaar samenhangende knelpunten bestaan als gevolg van het huidige vaderexclusieve functioneren van de Nederlandse jeugdzorg t.a.v. gescheiden vaders en hun scheidingskinderen in eenoudergezinnen of nieuw-samengestelde gezinnen. Het VKC|SKO gaf daarom opdracht aan een werkgroep bestaande uit Alec Balledux, Martin Barto en Peter Tromp (voorzitter van VKC|SKO) om een breder eerste beeld te schetsen van de knelpunten in onder meer de Jeugdzorg zoals zij die waarneemt. Deze knelpuntennotitie wordt door het VKC|SKO onderschreven. Enkele van de knelpunten heeft Alec Balledux al eerder in zijn mail van 6 februari 2011 bij de Tweede Kamer Commissie Jeugdzorg naar voren gebracht en deze mail wordt eveneens door het VKC|SKO onderschreven.
Het VKC|SKO overhandigt deze eerste knelpuntennotitie gezien de lopende politieke discussies over de toekomst van de Nederlandse jeugdzorg aan de Commissie Jeugd en Gezin en is voornemens om ook de oplossingen aan te dragen voor de gesignaleerde knelpunten maar acht het van belang u nu reeds over deze knelpunten te informeren. Deze petitie komt ook op de site van het VKC|SKO en wordt daarmee openbaar gemaakt.
Toelichting vooraf: Waar in de tekst van de knelpuntennotitie wordt gesproken over Jeugdzorg, worden zowel de Raad voor de Kinderbescherming als Bureau's Jeugdzorg bedoeld. Vanaf de knelpunten 3 en verder wordt gerefereerd aan 'moeders' dan wel 'vaders' en is de meest voorkomende situatie weergegeven. Het kan in sommige situaties ook andersom zijn.
Na de opsomming van de knelpunten volgt een toelichting met concrete voorstellen op hoofdlijnen voor diverse maatregelen. Veel daarvan zijn niet nieuw en liggen ook niet louter en alleen op het terrein van de Jeugdzorg. Zo was er eerder tijdens de Vadertop 2007 (m/v/grootouders) te Amsterdam, vanuit een wat andere context een breed gedragen Manifest 'Samen verder bij zorg en opvoeding' opgesteld, dat wij als bijlage toevoegen. We moeten constateren dat er al veel langer een roep vanuit de samenleving is die door de politiek dient te worden opgepakt.
Waarvan akte!
De knelpunten zelf.
1. Steeds meer kinderen hebben door achterlopende wetgeving alleen een moeder met ouderlijk gezag waardoor het kind in scheidingssituaties onnodig veel risico loopt de zorg en opvoeding van de vader te moeten gaan missen. Meer dan de helft van de clientèle van Jeugdzorg bestaat uit scheidingskinderen wonend bij de moeder.
2. Er is een maatschappelijk verkeerd beeld van mishandelende ouders, waarbij de vader wordt beschouwd als de ouder die kinderen het vaakst mishandelt. Dit komt omdat in de media uitsluitend aandacht is voor zwaar fysiek geweld. De meeste mishandelingen, waaronder ook geestelijke mishandeling en verwaarlozing, vinden door moeders plaats.
3. Ouderverstoting en oudervervreemding worden niet als een vorm van geestelijke kindermishandeling beschouwd, noch in de toepassing van het strafrecht noch in de Jeugdzorg dat veel moeders alleen maar ondersteunt in deze vorm van kindermishandeling.
4. Er zijn geen expliciete en objectieve criteria in de Wet rond de toekenning, instandhouding en effectuering van omgang als specifieke invullingsvorm van de wettelijke verdeling van zorg- en opvoedtaken tussen de beide ouders na een scheiding in het zogenaamde ouderschapsplan. 'In het belang van het kind' wordt te vaak vertaald naar 'in het belang van moeder'. Dat is maar al te vaak juist niet in het belang van het kind.
5. Bij Bureaus Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en binnen het familierecht wordt niet aan waarheidsvinding gedaan. Beslissingen worden genomen op basis van onderbuikgevoelens, leugens, roddel en achterklap.
6. Er is daarbij een groeiende groep van calculerende moeders die met valse beschuldigingen van incest en/of mishandeling en met hulp van instellingen en kwakzalvers de kinderen hun vader ontnemen hetgeen zelfs vaak door de overheid wordt gefinancierd middels rechtsbijstand.
7. Zorgmeldingen van vaders worden door Jeugdzorg vaak terzijde gelegd.
8. Kinderen worden in sommige provincies onnodig uithuis geplaatst (UHP). De kans op een UHP varieert per provincie afgerond tussen de 25 en 80%. Er zijn perverse financiële prikkels in de Jeugdzorg die daarbij een rol spelen.
9. Als kinderen een UHP krijgen is dat meestal vanuit een situatie dat het kind alleen met zijn moeder woont. Er wordt niet gekeken of het kind beter bij vader af is maar het kind wordt bijna altijd direct bij pleegouders of in een tehuis gestopt.
10. Het klachteninstrument binnen Jeugdzorg is niet effectief.
De knelpunten met toelichting en voorstellen:
1. Steeds meer kinderen hebben door achterlopende wetgeving alleen een moeder met ouderlijk gezag waardoor het kind in scheidingssituaties onnodig veel risico loopt de zorg en opvoeding van de vader te moeten gaan missen. Meer dan de helft van de clientèle van Jeugdzorg bestaat uit scheidingskinderen wonend bij de moeder.
In het komend decennium zal zonder wettelijke aanpassing de helft van de kinderen geen twee maar slechts één ouder met ouderlijk gezag hebben. Kinderen behoren bij geboorte het recht te hebben op twee gelijkwaardige ouders en dat kan alleen als vaders ook direct medegezag krijgen als ze hun kind erkennen. De huidige wettelijke obstakels voor vaders om medegezag te krijgen (eerst juridisch het recht op erkenning en daarna afzonderlijk ook nog eens op gezag af moeten dwingen; het toelaten van valselijke geboorteaangiftes) zijn niet in het belang van het kind en lijken alleen te willen benadrukken dat moeders wil in Nederland de enige wet is die er toe doet.
Voorstellen:
a) Iedere biologische vader dient zijn kind zonder rechtsgang te kunnen erkennen. Moeder kan daarin dan berusten of dit bestrijden indien er vraagtekens zijn omtrent het biologisch vaderschap en moeder op de geboorteaangifte een andere naam dan de vader heeft ingevuld. Alsdan zijn vader en moeder verplicht mee te werken aan een genetisch onderzoek ten einde de biologische verwantschap tussen vader en kind in voldoende mate van zekerheid te kunnen bepalen. Zonder medewerking van vader en/of biologische verwantschap is erkenning nietig. Zonder medewerking van moeder wordt zij geacht in erkenning te berusten. b) Indien moeder berust in de erkenning verkrijgt de vader hiermee automatisch het ouderlijk gezag. c) De uitvoering van deze bepalingen zou aan een notaris kunnen worden overgelaten waardoor de meeste erkenningen zonder rechtsgangen plaats kunnen vinden terwijl zo ook de meeste kinderen weer twee ouders met gezag zullen krijgen.
2. Er is een maatschappelijk verkeerd beeld van mishandelende ouders, waarbij de vader wordt beschouwd als de ouder die kinderen het vaakst mishandelt. Dit komt omdat in de media uitsluitend aandacht is voor zwaar fysiek geweld. De meeste mishandelingen, waaronder ook geestelijke mishandeling en verwaarlozing, vinden door moeders plaats.
Dit verkeerde beeld leidt ook tot de huidige kromme wetgeving waarbij (zeker ongehuwde) vaders op een achterstand worden gezet. Kindermishandeling door vaders komt juist minder vaak voor dan de veel vaker voorkomende en geruislozere kindermishandeling door moeders, die weinig aandacht van de media trekt. Ondanks de ons inziens misleidende conclusies in de recente WODC/van Montfoort rapportage onder het beperkte aantal van politie-aangiften van kindermishandeling, blijkt uit de veel massalere meldcijfers van kindermishandeling bij de Nederlandse AMK's al jarenlang dat het juist 2,5 keer zo vaak moeders dan vaders zijn, die hun kinderen mishandelen en/of verwaarlozen. Dit wordt ook in internationaal onderzoek bevestigd. Daarnaast blijkt uit de (inter)nationale literatuur en het (inter)nationale onderzoek naar kindermishandeling dat eenoudergezinnen en stiefgezinnen een vergroot risico op kindermishandeling hebben. Maar gezien het bestaande verkeerde maatschappelijke beeld worden bij een OTS vaders al snel buiten beeld gebracht door Jeugdzorg.
Voorstel:
Publiciteitscampagnes van de overheid met betrekking tot kindermishandeling en huiselijk geweld dienen genderneutraal te worden opgezet met zowel aandacht voor vaders als moeders als daders van huiselijk geweld of kindermishandeling.
3. Ouderverstoting en oudervervreemding worden niet als een vorm van geestelijke kindermishandeling beschouwd, noch in de toepassing van het strafrecht noch in de Jeugdzorg dat veel moeders alleen maar ondersteunt in deze vorm van kindermishandeling.
Niet alleen wordt oudervervreemding door moeders niet bestraft, het wordt zelfs door rechters beloond want deze rancuneuze moeders indoctrineren eerst ongestraft hun kind, daarna wordt in een kort gesprek met het geïndoctrineerde kind door de rechter het kind en de vader de omgang ontzegt 'in belang van het kind'. Nederland riskeert dezelfde tik op de vingers als die Duitsland van het Europees Hof voor de rechten van de mens kreeg. Kinderen in Nederland worden in het geheel niet beschermd tegen oudervervreemdende moeders. Oudervervreemding is als geestelijke kindermishandeling op zich strafbaar, het dient dan ook vervolgd te worden en te leiden tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van het kind om die daartegen te beschermen.
Voorstellen:
a) Oudervervreemding en het brengen van kinderen in een loyaliteitsconflict is een vorm van geestelijke kindermishandeling en dient door Jeugdzorg en ook door het OM als zijnde mishandeling als zodanig te worden behandeld. b) Indien er sprake is van oudervervreemding of het gevaar voor ouderverstoting reëel is dan dient dit vanuit Jeugdzorg tegengegaan te worden door de band tussen het kind en de andere ouder weer op te bouwen en te versterken. c) Bij oudervervreemding en/of het aanhoudend brengen van kinderen in een loyaliteitsconflict dient de hoofdzorg bij de andere ouder te komen te liggen.
4. Er zijn geen expliciete en objectieve criteria in de Wet rond de toekenning, instandhouding en effectuering van omgang als specifieke invullingsvorm van de wettelijke verdeling van zorg- en opvoedtaken tussen de beide ouders na een scheiding in het zogenaamde ouderschapsplan. "In het belang van het kind" wordt te vaak vertaald naar "in het belang van moeder". Dat is maar al te vaak juist niet in het belang van het kind.
Het criterium `In het belang van het kind zet de deur open voor willekeur. In het belang van het kind wordt bovendien al snel uitgelegd dat er rust moet komen voor de kinderen in de omgang die door de moeder wordt verstoord omdat ze daar alle ruimte voor krijgt in zowel wetgeving als door Jeugdzorg. Het gebrek aan expliciete objectieve criteria om de omgang te ontzeggen zorgt voor veel procedures, oudervervreemding, valse beschuldigingen en vooral veel kinderleed.
Voorstellen:
a) Ontzegging van de zorg- en opvoedtaken dient alleen op grond van objectieve criteria, opgenomen in de Wet, gebeuren. Rechters kunnen onmogelijk in een kort gesprek uitmaken of ze te maken hebben met een geïndoctrineerd kind of met een kind dat zeer terecht geen zorgtaak van een ouder wenst. Alleen een zorgvuldig onderzoek door gekwalificeerde deskundigen kan dit rechtvaardigen. b) De bewaking van de kwaliteit van onderzoeken door externe deskundigen dient te worden geborgd in het kwaliteitskader, geldig voor zowel de Raad als BKZ's. De lang geldende en adequate bijlage 3 van de Normen 2000 heeft geen opvolging gekregen en is per 31-12-2000 stilletjes vervallen. c) Indien de zorg en omgang tussen kind en ouder door de andere ouder wordt belemmerd is er sprake van geestelijke kindermishandeling (waarvan de strafbaarheid onduidelijk is) en onttrekking aan het ouderlijk gezag. Het eerste zou strafbaar dienen te zijn. Het laatste wordt beschouwd als een strafbaar feit conform artikel 279 Sr. Vaders die op grond van dit artikel vervolgd worden krijgen vaak jarenlange gevangenisstraf terwijl moeders als ze al vervolgd worden door het OM en als de aangifte al wordt opgenomen slechts voorwaardelijke taakstraffen krijgen. Er dienen maatregelen genomen te worden zodat er genderneutraal wordt gehandeld in het strafrecht door politie en justitie. d) Beslissingen omtrent de zorg en opvoeding of de verblijfplaats dienen door de rechter genomen te worden op basis van geverifieerde feiten en beweringen. In het geval dat er sprake is van beschuldigingen tussen ouders over en weer, of beschuldigingen door één van de ouders die door de andere ouder wordt tegengesproken, dient in opdracht van Jeugdzorg eerst onderzoek door gekwalificeerde onderzoekers gedaan te worden naar feiten, zodat de rechter op basis van feiten een beslissing kan nemen omtrent de zorg en opvoeding en de hoofdverblijfplaats van een kind.
5. Bij Bureaus Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en binnen het familierecht wordt niet aan waarheidsvinding gedaan. Beslissingen worden genomen op basis van onderbuikgevoelens, leugens, roddel en achterklap.
In plaats van onderzoeken door ter zake kundigen (BIG ingeschreven) wordt afgegaan op geruchten, onderbuikgevoelens van betrokkenen of zelfs kwakzalvers. De bepalingen voor onderzoeken rond externe deskundigen (opgenomen in de Normen 2000) zijn recent in alle stilte gesneuveld. De kwaliteit van de informatie speelt nauwelijks een rol om vergaande beslissingen te nemen en in Jeugdzorg wil men dat simpelweg ook niet.
Recent oordeelde de Nationale Ombudsman in rapport 20110015 dat in de Jeugdzorg wel degelijk zoveel mogelijk aan waarheidsvinding gedaan dient te worden:
"De stelling van de Raad voor de Kinderbescherming of van Bureau Jeugdzorg dat er niet aan waarheidsvinding wordt gedaan, is geen vrijbrief om de mening van één van de strijdende partijen zonder verifiëring in de rapportages op te nemen. Van instanties als Bureau Jeugdzorg en de Raad wordt een meer actieve houding verwacht. Indien zij een verklaring belangrijk vinden om daarmee een bepaalde beslissing te rechtvaardigen dan moet zoveel mogelijk de ware toedracht worden onderzocht. Alleen de beweringen die getoetst zijn kunnen als feiten in de rapportages worden opgenomen zodat de rechter zich daarover een gemotiveerd oordeel kan vormen."
Voorstellen:
a) Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming dienen hun adviezen te rechtvaardigen op grond van geverifieerde feiten en beweringen. De ware toedracht dient achterhaald te worden alvorens van een feit te mogen spreken. b) Een beschuldiging door een ouder of een instantie over de andere ouder mag alleen worden vastgelegd in een rapportage van Bureau Jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming als de mening van de andere ouder direct na deze beschuldiging (en niet in een vaak zoekgeraakte bijlage) wordt opgenomen in de rapportages zelf. c) Jeugdzorg dient te voldoen aan alle vereisten die de Wet op het Bestuursrecht stelt. Thans blijven adviseurs en verantwoordelijken bijna altijd anoniem en handelt men verre van zorgvuldig door ouders niet te wijzen op de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen in het kader van de AWB, men stelt dat alleen een klachtenprocedure mogelijk is en zo fungeert Jeugdzorg als een Staat binnen een Staat.
6. Er is daarbij een groeiende groep van calculerende moeders die met valse beschuldigingen van incest en/of mishandeling en met hulp van instellingen en kwakzalvers de kinderen hun vader ontnemen hetgeen zelfs vaak door de overheid wordt gefinancierd middels rechtsbijstand.
Knelpunten 4 en 5 lokken valse beschuldigingen uit. De kokervisie van veel organen zoals de politie maakt het mogelijk dat veel vaders eerst ten onrechte worden vastgezet of opgepakt, soms in bijzijn van hun kinderen. Iedereen moet dan haast wel denken dat er wat aan de hand is. Soms is pas na jaren het onderzoek gereed en blijkt dat er een valse beschuldiging achter zit die echter onbestraft blijft. Vader en kinderen beschadigd en de rancuneuze moeder krijgt op zijn hoogst een mondelinge berisping. De politie zou bij aangiftes binnen afhankelijkheidsrelaties ambtshalve een onderzoek dienen te doen naar valse aangifte. Valse beschuldigingen vormen daarnaast een van de ernstigste vormen van (geestelijk) huiselijk geweld, aan de vaststelling waarvan consequenties verbonden dienen te worden.
Voorstellen:
a) Indien er aangifte wordt gedaan van huiselijk geweld, stalking of (seksuele) kindermishandeling binnen afhankelijkheidsrelaties dient ambtshalve ook de valselijkheid van de aangifte onderzocht door een ander team binnen de politie te worden onderzocht. Alvorens te beslissen over hun advies aan het OM overleggen de teams. b) Gepleit wordt voor de instelling bij het OM van een Landelijke Expertisegroep Aangiften in Afhankelijkheidsrelaties (naar het voorbeeld van de LEBZ) maar dan met verplichte consultatie indien de teams het niet eens worden. c) Gefinancierde rechtshulp rond de zorgplicht van ouders dient beperkt te zijn tot de eerste procedure. Latere procedures worden achteraf door de overheid gefinancierd mits de gefinancierde voornamelijk in het gelijk is gesteld. d) De overheid dient vast te leggen bij welke beroepsverenigingen onderzoekers dienen te zijn aangesloten en alvorens de onderzoeksresultaten gebruikt kunnen worden door Jeugdzorg om te voorkomen dat kwakzalvers hun rol behouden bij valse beschuldigingen en aangiftes.
7. Zorgmeldingen van vaders worden door Jeugdzorg vaak terzijde gelegd.
Gescheiden vaders die zich oprecht zorgen maken over hun kinderen lopen tegen een gesloten deur bij Jeugdzorg. Meldingen bij het AMK zijn vaak tevergeefs. Zeker als het om geestelijke kindermishandeling gaat zoals verwaarlozing of oudervervreemding.
Voorstel:
Ook een melding van kindermishandeling door de vader of diens familie dient serieus te worden opgepakt en onderzocht door het Advies- en meldpunt kindermishandeling.
8. Kinderen worden in sommige provincies onnodig uit huis geplaatst (UHP). De kans op een UHP varieert per provincie afgerond tussen de 25 en 80%. Er zijn perverse financiële prikkels in de Jeugdzorg die daarbij een rol spelen.
Er is volstrekt geen landelijk beleid en bijna volkomen willekeur bij kinderbeschadigende uithuisplaatsingen. Terwijl de ene provincie in 25% van de OTS gevallen over moet gaan op een UHP, doet de andere provincie dat in liefst 80% van de gevallen waarmee een OTS dus bijna zeker ook een UHP impliceert. Hoewel een Savannah effect een rol kan spelen kan VKC|SKO zich niet aan de indruk onttrekken dat de perverse financiële prikkels (de beloning die een BJZ krijgt voor een UHP) een rol speelt. Een andere wijze van financiering zou naar de mening van VKC|SKO zeker bijdragen aan een meer maatschappelijk verantwoorde wijze van de totstandkoming van een UHP.
Voorstellen:
a) Perverterende financiële prikkels in de jeugdzorg tot het nemen van kinderbeschermingsmaatregelen (OTS, UHP) dienen te worden weggenomen. b) Het onderzoek naar oorzaken van provinciale verschillen bij de kans op UHP bij een OTS moet beschikbaar komen en daaruit dienen zonodig consequenties te worden getrokken zoals de formulering van een landelijk beleid terzake. c) Bureau Jeugdzorg dient bij een hulpvraag is samenspraak met beide ouders een hulpplan op te stellen en beide ouders actief te begeleiden in het verbeteren of oplossen van de situatie binnen het gezin. Hierbij dient in ieder geval gekeken te worden naar de mogelijkheden van een Eigen Kracht Conferentie.
9. Als kinderen een UHP krijgen is dat meestal vanuit een situatie dat het kind alleen met zijn moeder woont. Er wordt niet gekeken of het kind beter bij vader af is maar het kind wordt bijna altijd direct bij pleegouders of in een tehuis gestopt.
Daarnaast is het opvallend, dat BJZ's bij voorbaat vaders diskwalificeren om de zorg van de moeder over te nemen. De verificatie van de (on)mogelijkheid daarvan zou wettelijk verplicht dienen te zijn (amendement Voordewind maar dan ook voor de niet met het gezag belaste vader gezien knelpunt 1).
Voorstellen:
a) Jeugdzorg dient als uitgangspunt te hanteren dat er tussen beide ouders (moeders en vaders) een gelijkwaardige verdeling in de zorg en opvoedtaken bestaat. Bij het nemen van kinderbeschermingsmaatregelen (OTS, UHP) dient zorg en opvoeding door de andere ouder of familie daarom allereerst serieus door jeugdzorg te worden onderzocht. Het Amendement Voordewind inzake het ouderschapsplan in de Jeugdzorg wordt door ons gesteund, waarbij wel belangrijk is dat dit ook geldend gemaakt wordt voor vaders zonder gezag. b) Het begrip hoofdverblijfplaats wordt in de wetgeving vervangen door verblijfplaats. In beginsel wordt er van uitgegaan dat het kind een verblijfplaats heeft bij beide ouders, tenzij de veiligheid van het kind in gevaar is of als beide ouders overeenkomen dat de verblijfplaats slechts bij één van de ouders is.
10. Het klachteninstrument binnen Jeugdzorg is niet effectief.
Klachtencommissies binnen Jeugdzorg functioneren niet altijd omdat er sprake is van keuring van eigen vlees. Als de klachten al gegrond worden verklaard dan wordt er geen opvolging aan gegeven door de teamleiders en de Raad van Bestuur en er wordt al helemaal niet van geleerd. Wat dan rest is een gang naar de Nationale Ombudsman maar dit kan onmogelijk als een effectief klachteninstrument worden beschouwd.
Voorstellen:
a) Indien een klacht bij de klachtencommissie Bureaus Jeugdzorg of de klachtencommissie van de Raad voor de Kinderbescherming gegrond is verklaard dient deze verbindend te zijn tenzij een rechter daarover anders oordeelt en dient concreet aangegeven te worden welke stappen zijn ondernomen om de situatie te verbeteren. De stappen dienen waar mogelijk breed binnen de organisatie te worden ingezet. b) De Cliëntenraden van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming alsmede een nieuw toezichtorgaan "Toezichthouder Jeugdzorgklachten" dienen te worden geïnformeerd over de inhoud van de klachten en indien klachten gegrond zijn verklaard dienen voorstellen tot verbetering te worden voorgelegd aan de Cliëntenraden. c) De toezichthouder Jeugdzorgklachten is (te vergelijken met de AFM in de financiële wereld) bevoegd dwangsommen op te leggen indien een Bureau Jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming onvoldoende navolging geeft aan klachten c.q. onvoldoende invulling geeft aan een onafhankelijke klachtenafhandeling.
- Bijlage: MANIFEST 'SAMEN VERDER BIJ ZORG EN OPVOEDING'; Manifest van de Vadertop 2007 (m/v/grootouders) te Amsterdam, 20 juni 2007 Zie ook: http://vadertop.blogspot.com/2007/06/manifest-vadertop.html
© Copyright 2011 Vaderkenniscentrum|SKO. Integrale overname met bronvermelding van deze petitie en knelpuntennotitie c.q. verwijzing daarnaar is zonder toestemming onzerzijds toegestaan. U vindt deze petitie ook terug op de website van het Vaderkenniscentrum|SKO: http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2011/03/735.html Indien uw organisatie deze petitie wenst te onderschrijven dan verzoeken wij u ons dit per email te laten weten. BIJLAGE:
MANIFEST 'SAMEN VERDER BIJ ZORG EN OPVOEDING'
Manifest van de Vadertop 2007 (m/v/grootouders) te Amsterdam, 20 juni 2007 Zie ook: http://vadertop.blogspot.com/2007/06/manifest-vadertop.html
Manifest Vadertop 2007 (M/V/Grootouders)
SAMEN VERDER BIJ ZORG EN OPVOEDING
MANIFEST VAN DE VADERTOP, GEHOUDEN TE AMSTERDAM OP DONDERDAG 10 MEI 2007
georganiseerd door het Vader Kennis Centrum (1)
"DE BOEL BIJ ELKAAR HOUDEN"
"De boel bij elkaar houden!" (2), zo luidt het motto van de (op één na) beste burgervader ter wereld. (3)
Het is ook het motto van alle "beste vaders ter wereld", vaders van kinderen (4), gezinsvaders, van alle ouders en grootouders die het beste voorhebben met hun kinderen en kleinkinderen. En welk motto herkennen wij bij die andere vader: Vadertje staat, de Overheid? Helaas, díe vader ziet de gezinsvader als de man die op zondag het vlees komt snijden. De Overheid maakt een karikatuur van hem, stelt hem voor als de man die de kantjes er van af loopt (5). Als een bij-ouder. Als de man die zich niet thuis zou voelen in het domein waarin kinderen worden verzorgd, onderwezen en gevormd. Als de man wiens handen zo los zitten. (6) Geen wonder dat er een vadervijandig klimaat bestaat, waarin vader maar beter uit het gezin wordt verwijderd bij de eerste de beste barst in de gezinsharmonie, of gewoon als moeder van hem af wil. (7)
Mediacampagnes
De Overheid zoekt draagvlak voor rolpatroondoorbrekend gezinsbeleid door middel van mediacampagnes die zich moraliserend richten op vaders. Maar de instanties die zich bewegen op het vlak van jeugdzorg, opvoedingsondersteuning en primair onderwijs vormen tot op zekere hoogte een bastion (8) dat zelf model staat voor het gewraakte rolpatroon. Het feit dat onderwijs zijn aantrekkelijkheid en effectiviteit voor jongens lijkt te verliezen hangt volgens sommigen samen met dat bij de instanties zelf bestaande rolpatroon. Zonder uitzondering gaan de bovenbedoelde mediacampagnes uit van het geschetste negatieve vaderbeeld. Bijgevolg hebben die tendentieuze campagnes vooral een "Zie-je-wel-ze-deugen-niet"-effect. In plaats van rolpatronen te veranderen versterken zij vooroordelen waarin - in een brede maatschappelijke reflex - die rolpatronen verstarren. Zelfs wetenschappelijk onderzoek naar kindermishandeling raakt daardoor bevangen. Kindermishandeling blijkt vooral een probleem in éénoudergezinnen (9) (meestal alleenstaande moeders) en stiefgezinnen (meestal moeders met nieuwe partner), maar met de wegkijkende daderspecificatie "vader en/of moeder" in de vragenlijst (10) wordt het concrete daderschap buiten het zicht gehouden, wordt een ongemakkelijke waarheid verborgen. De vraag of het kind misschien beter aan vader had kunnen worden toevertrouwd komt niet op. In de heersende optiek wordt zodoende alle "mishandeling" op het conto van vader geschreven, nog daargelaten dat de definitie van kindermishandeling zo ver mogelijk is opgerekt (11) om het thema op de politieke agenda te houden. De term en de cijfers hebben daardoor een hoog demagogisch gehalte. Zulk politiek correct onderzoek kan niet fungeren als een deugdelijke grondslag voor beleid.
Belang van het Kind? Weg met vader!
In Nederland worden jaarlijks nog slechts circa 72.000 huwelijken voltrokken, vinden bijna 40.000 echt- én flitsscheidingen plaats én worden zo'n 70.000 samenwoonrelaties verbroken: 220.000 ex-en per jaar. Daar zijn volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2005) bijna 60.000 kinderen bij betrokken: 165 per etmaal. Bijna de helft van die kinderen heeft volgens het CBS daarna géén of nauwelijks contact met een van beide ouders meer, meestal vaders. Cumulatief gaat het om meer dan een half miljoen scheidingskinderen - ruim 15% van alle in Nederland opgroeiende kinderen - die in strijd met de internationale verdragswetgeving (12) buitengesloten van hun 'niet-verzorgende' ouders en familie opgroeien, terwijl door de huidige éénouderschapspraktijk in het scheidingsrecht nog eens ruim 15% van de in Nederland opgroeiende kinderen slechts marginaal contact overhoudt met de 'niet-verzorgende' ouder en achterliggende familie. De gevolgen van de resulterende vaderloosheid en een vaderloze opvoeding zijn voor kinderen en jongeren desastreus (13) en inmiddels ook uitgebreid middels wetenschappelijk onderzoek gedocumenteerd. Maar dit is kennelijk geen zorg voor de overheid.
Idealen en autonomie van vaders doen er niet meer toe. Hij moet bij (echt)scheiding categorisch en rigoureus wijken voor het vanuit een aanvechtbare visie gedefinieerde belang van het kind en het veld ruimen. Verdreven wordt hij, niet meer in staat om zijn kinderen nog te zien of te verzorgen. Hij màg zijn kinderen ook niet meer verzorgen en moet zijn salarisstrookje op de tafel van de rechter leggen. Ziet hij zijn kinderen afglijden naar zinloos geweld of vandalisme, of wil hij waarschuwen voor gevaren in het gezin van de moeder, dan heet het dat hij de scheiding niet heeft verwerkt en wordt zijn invloed met een straat- en contactverbod geneutraliseerd. Gaan kinderen met een PAS-syndroom zich te buiten aan ongehoorde verguizing van hun ooit zo geliefde vader dan worden zij in hun normloze houding en hun misvormde realiteitsbesef bevestigd door de rechter die vanwege de "onhaalbaarheid van de omgang" moeders wens tot ontzegging beloont. Zó ervaren vaders aan den lijve de kern van het cynische gezinsbeleid van onze bestuurlijke en familierechterlijke Overheid, waarin waarden en normen als ideaal zijn opgegeven "in het belang van het kind". Het vroegere patriarchale systeem was achterhaald; het hedendaagse matriarchale systeem, met zijn doorgeschoten accent op slachtofferschap, is op zijn minst even onevenwichtig.
Symptoombestrijding
Wetten die in de maak (14) zijn en die, aan de buitenkant, gericht lijken op "de boel bij elkaar houden" (met bemiddeling) - zij ademen intrinsiek deze negatieve tijdgeest. In het wetsvoorstel Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, wordt bemiddeling aangewend als symptoombestrijding, terwijl de ziekte van het systeem zelf niet wordt genezen. In het huidige klimaat biedt bemiddeling alleen soelaas aan de bemiddelbaren (en de bemiddelden!) en dan alleen voor zolang de bemiddeling duurt. Nadat de bemiddeling is afgelopen (en de rechter uitspraak heeft gedaan) begint de weigering van moeder meestal weer opnieuw. Ook de invoering van ouderschapsplannen betreft symptoombestrijding. Het gaat om de ontbrekende handhaving van gerechtelijke uitspraken. Als rechters, justitie en politie omgangsregelingen en gedeeld ouderschapsregelingen niet handhaven ligt het voor de hand dat ook ouderschapsplannen niet zullen worden gehandhaafd en geen stap verder brengen. Het laatste woord blijft au fond als vanouds het woord van de rechter: "Niet haalbaar". Family-engineering met de Overheid aan de knoppen, berustend op maakbaarheidsgeloof. Rechtspsychologie (15) zou het systeem als zodanig kunnen genezen, maar rechtspsychologie is in het familierecht terra incognita.
Ouders: een quantité négligeable
Niet alleen in de rechtzaal, ook in het huidige wetgevingsproces ("bevordering voortgezet ouderschap"!) vormen gescheiden ouders voor de Overheid een quantité négligeable. Zelfs een hoorzitting werd aan hen niet besteed. De betuttelende inhoud van het wetsvoorstel wordt gedomineerd door de lobby van instanties die, zich beroepend op het belang van het kind, de ouders tegen elkaar uitspelen. Instanties die ouders in een ijzeren greep hebben en bij het geringste vermoeden hun levens ontwrichten, maar die het publiek wijs maken dat de jeugdbeschermers wettelijk machteloos staan tegen die te centraal staande ouders en dat dàt de reden is waarom al die ongelukken gebeuren. En dat zij dáárom nòg meer geld nodig hebben.
Vaders en moeders
De boel bij elkaar houden - wie daarin slaagt levert al een prestatie van formaat. Het is dáárom zo'n kernachtig motto omdat het de spanning laat voelen tussen idealen, beperkingen en gebreken. Vaders en moeders, beide zijn er mee behept, met idealen èn gebreken. Beide zijn mens, de een niet beter dan de ander, maar ook niet slechter (16). Ze zijn niet gelijk. Maar wèl gelijkwaardig, vraag dàt maar aan de kinderen!
De boel bij elkaar houden:
. impliceert voortdurende alertheid op ingeslopen vooroordelen,
. stelt de vrede tussen conflicterende groepen of individuen vóór alles,
. moraliseert niet maar respecteert de autonomie van betrokkenen,
. verhult zich niet in holle frasen,
. kiest voor de kracht van autonomie in plaats van voor heteronome maakbaarheid en betutteling,
. stelt ruime, maar harde grenzen waar niet mee te spotten valt, noch door vaders, noch door moeders,
. zwicht niet voor chantage van de dwarsligger,
. is wars van politieke correctheid.
Oproep van de ouders aan de politiek
Vaders, maar ook moeders die het lot van de meeste gescheiden vaders delen, hebben hun vertrouwen in Kinderbescherming, Jeugdzorg en Rechtspraak verloren. Zij doen een klemmend beroep op Regering en Parlement.
Op donderdag 10 mei 2007 hebben deze ouders ervan getuigd hoe hun gezin nodeloos ver uiteengedreven is door de bemoeienis van de bestuurlijke en rechterlijke overheden. Uiteengedreven als gevolg van beleid en wetgeving die met het cynische dogma "Ouders doen er niet toe, Belang van het Kind vóór alles" (17) dátgene veroorzaakt wat zij vóóronderstelt: tweedracht, onverzoenlijkheid, machtstrijd, tegen welke bedreigingen hun kinderen beschermd heten te moeten worden. Deze ouders hebben hun gezin, het domein waarbinnen waarden en normen op de nieuwe generatie overgedragen plegen te worden, zien verkeren in een plaats van teloorgang van waarden en normen als gevolg van rechterlijke bemoeienis op basis van verstarde dogmatiek die ouders tegen elkaar uitspeelt en vaders verdrijft uit het leven van hun kinderen. Deze ouders onderschrijven de beginselen die door oudergroeperingen over de hele wereld zijn neergelegd in de Internationale Verklaring van Langeac (18). Deze ouders roepen de Minister voor Jeugd en Gezin op om, met gevoel voor rechtgeaard vaderschap, zijn inspiratie te zoeken in het vaderlijke adagium:
De boel bij elkaar houden.
1. Stop de imagobeschadiging van vaders. Stop de heksenjacht op ouders.
2. Ouderschap, de wederzijdse band tussen kind en ouder, is ius ante legem, recht dat aan wetten vooraf gaat. Respect voor de integriteit van het ouderschap moet weer doorklinken, zowel in de Jeugdzorg als in het scheidingsrecht.
3. Veranker gelijkwaardigheid, autonomie, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van en voor beide ouders jegens elkaar in de wet door harde waarborgen.
4. Waarborg serieuze rechtsbescherming tegen de Overheid en tegen de organen belast met de uitvoering van overheidsbeleid.
5. Erkenning dient tweezijdig te zijn: de biologische vader die zijn kind erkent moet van rechtswege worden erkend als gezagsouder.
6. Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
7. Vader gaat vóór uithuisplaatsing (UHP) of ondertoezichtstelling (OTS).
8. Roep de vadervijandige Raden voor de Kinderbescherming tot de orde.
9. Inperking van de macht van Jeugdzorg, beperk het budget van Jeugdzorg.
10. Géén centrale registratie van "verdachte" ouders.
11. Geen meldplicht van verdenking van kindermishandeling. Het leidt tot een heksenjacht die het systeem verstopt, die onverzadigbaar is, waarin de echte noodgevallen onopgemerkt blijven en die tot de schijnremedie van meer van hetzelfde leiden.
12. Handhaaf het medisch beroepsgeheim. Ouders moeten zonder vrees voor vervolging of inmenging medische hulp voor hun kind kunnen inroepen.
13. Hervorming scheidingsrecht:
. Het belang van het kind schiet zijn doel voorbij. Stel vrede tussen de ouders centraal.
. Echtscheiding moet een ordemaatregel zijn op basis van agendakwesties. Niet een inquisitoire kinderbeschermingsmaatregel.
. Elimineer de Raad voor de Kinderbescherming uit het scheidingsrecht.
. Waarborg het ouder-kind-contact vanaf dag 1 van de scheiding.
. De besloten rechtspraak in het familierecht corrumpeert het Recht. De Rechtsstaat vereist transparantie, openbaarheid en het afleggen van rekenschap. Zij verdraagt geen besloten processen, ook niet in het familierecht.
. Gelijkwaardigheid: Géén hoofdverblijf maar gelijk verdeeld co-ouderschap als uitgangspunt, grote terughoudendheid bij afwijking en alleen op zakelijke gronden.
. Gezamenlijk gezag moet méér zijn dan een cosmetische formaliteit.
. Wie om privé-redenen wil afwijken van een ouderschapsplan (bijvoorbeeld bij verhuizing) draagt zelf de consequenties.
. Wie zegt dat samenwerking met de andere ouder onmogelijk is kan niet de ander doen ontzetten uit, maar slechts zichzelf laten ontheffen van het ouderschap.
. Rechtszekerheid: onttrekking van het kind aan het door de rechter vastgestelde zorgplan moet worden voorkomen en zonodig bestreden met de bestaande middelen die nu bij voorlopige voorzieningen van rechtswege paraat (= zonder aparte rechterlijke tussenkomst) beschikbaar zijn: sterke arm resp. opsporings- en dwangmiddelen van strafvordering. Die middelen hebben hun doelmatigheid (preventieve werking) bewezen.
. Rechtsgelijkheid vereist dat de dreigende of feitelijke toepassing van die middelen even stringent tegen vaders als tegen moeders is gericht.
. Géén bijzonder curator in het echtscheidingsrecht.
. Géén terugcodificatie van contraire jurisprudentie ("hoofdverblijf" in de plaats van de afgeschafte één-ouder-voogdij, "klem of verloren"-jurisprudentie in plaats van haalbaarheidsverbod).
. Stop met het als wetgever met de rug naar ouders toe te gaan staan bij wetgeving.
. Verbeter het wetsontwerp 30.145 op de bovengenoemde punten of breng een scheiding aan in de huidige uiterst ongelukkige gecombineerde kamerbehandeling van de onderdelen (a) "administratieve scheiding" en (b) "voortgezet ouderschap na scheiding" in het wetsontwerp 30.145 én zet de behandeling van het onderdeel (b) "voortgezet ouderschap na scheiding" uit wetsontwerp 30.145 tijdelijk stop in afwachting van de resultaten van een eerst te houden consultatieprocedure en hoorzittingen waarbij ook ouders en deskundigen gehoord worden in het wetgevingsproces.
. Verbeter de publieksvoorlichting en organiseer publiekscampagnes over de juridische regeling van het vaderschap, het belang van het vaderschap en het gedeeld co-ouderschap na scheiding, de gevolgen van scheiding voor kinderen en het oudervervreemdingssyndroom (Parental Alienation Syndrome, PAS).
. Faciliteer hereniging van verloren ouders en kinderen (bv. door middel van een internettrefpunt).
Is getekend in alfabetische volgorde, 4 juni 2007:
. Stichting Dwaze Vaders (DV), Leo Bevaert
. Fathers 4 Justice (F4J): Andrew Work, internationaal coördinator, Marijke de Both, coördinator Purple Hearts, Dennis Grippeling, regiocoördinator Nederland-Midden
. Stichting Kind en Omgangsrecht (KO): drs Pieter A.N. Tromp, voorzitter, Ing Paul Bastianen, bestuurslid, Melchior Tijssen
. Stichting Kinderen - Ouders - Grootouders (KOG): drs Truus P. Barendse, bestuurslid
. Stichting Ouders Zonder Omgang (OZO): A. Ross, mede-voorzitter, dr Th.M. Nieuwenhuizen, mede-voorzitter, drs R. IJ. Bijl, bestuurslid
. Ouderverstoting.nl: Ing. Erik C. van der Waal, Interim Manager
. Rob van Altena, juridisch publicist
. Jan van Baelen, Family-4-Justice België
. Joep Zander, pedagoog en schrijver
. Stichting Sheherazade: Amina El Boukamiri
. Wouter Hanhart, arts
. Wim Orbons, gezondheidseconoom
. Mr Ir Peter J.A. Prinsen, oud-advocaat (eindredactie manifest)
Bijlagen:
Bijlage 1 - Internationale verklaring van Langeac
Bijlage 2 - Oproep aan de Tweede Kamer, Amersfoort, 21 april 2007 (Gezamenlijke oproep van de oudergroeperingen aan de Tweede Kamer inzake wetsontwerp 30 145) Bijlage 3 - Peter Prinsen: Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht Bijlage 4 - René Diekstra, Belangrijke vaders, Staatscourant 31 oktober 2006 (Adviseur René Diekstra benadrukt in Staatscourant het belang van meer vaderbetrokkenheid bij het jeugdbeleid) Bijlage 5 - Wim Orbons, Mannen agressief? Kijk ook eens naar vrouwen. NRC Handelsblad 14 april 2006 (Opinieartikel in de NRC van 14 april 2007 van Wim Orbons over de anti-vadercampagnes van de overheid en SIRE)
VADERTOP (m/v/grootouders) - 10 mei 2007
http://vadertop.blogspot.com/
Voetnoten:
(1) De Amsterdamse Vadertop (m/v/grootouders) werd op 10 mei 2007 georganiseerd door het Vader Kennis Centrum i.s.m. Stichting Kind en Omgangsrecht, Fathers-4-Justice Nederland, Stichting Dwaze Vaders, Stichting Ouders Zonder Omgang, Stichting Kinderen - Ouders - Grootouders, MSN-groep Gescheiden Vaders Nederland, Papa.nl.nu, Stichting Sheherazade, Ouderverstoting.nl en Peter Prinsen. (2) J. Cohen, Cleveringa-lezing 2002
(3) Op 5 december 2007 werd Job Cohen in de World Mayor Award internetverkiezing uitgeroepen tot de nummer 2 op de lijst van de beste burgemeesters ter wereld (4) "Pappa's houden meer van je dan wie ook". Brieven van kinderen. Lannoo, Tielt en Amsterdam 1980 (5) Campagne 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Mannen worden er beter van, en vrouwen ook (6) Publiekscampagne 2007 Ministerie van V.W.S. "Nu is het genoeg" (7) Postbus 51: "Hoe vraag ik een echtscheiding aan" (8) Zie bijlage 4: René Diekstra, Belangrijke vaders, Staatscourant 31 oktober 2006 (9) Van IJzendoorn c.s., Kindermishandeling in Nederland anno 2005, Leiden Attachment Research Program, WODC 2007 (10) Lamers-Winkelman c.s., VU, Scholieren over mishandeling, januari 2007, Vragenlijst (11) Zie bijlage 5: Wim Orbons, Mannen agressief? Kijk ook eens naar vrouwen. NRC Handelsblad 14 april 2006 (12) Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (13) Interview met Ger Groot, docent wijsgerige antropologie van de Erasmus Universiteit en medewerker van NRC: 'Ouders die de beste vrienden van hun kinderen zijn - dat werkt alleen maar contraproductief', Filosofie Magazine, Johan van de Werken, nummer 5, jaargang 2007 (14) Wetsontwerp bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, Kamerstuk 30 145 (15) Zie bijlage 3: Peter Prinsen. Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht (16) Bas Heijne, Waar komt dat onuitroeibare geloof in de vrouw als beter mens toch vandaan? Het is net zo idioot als het geloof in de vrouw als minderwaardig wezen. NRC Handelsblad 4 december 2004 (17) Zie bijlage 2: Oproep aan de Tweede Kamer, Amersfoort, 21 april 2007 (18) Zie bijlage 1: Internationale Verklaring van Langeac
---- --
PERSBERICHT
Utrecht, 2 maart 2011
Petitie 'Knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen'.
Nederlandse Jeugdzorg brengt scheidingskinderen regelmatig in de knel
Kinderen van gescheiden ouders worden door moeders vaak misbruikt als wapen in de strijd tegen de ex partner. Vreemd genoeg worden zij geholpen door de Nederlandse Jeugdzorg, waardoor kinderen nog eens extra in de knel komen. Vaders en kinderen trekken daardoor vaak aan het kortste eind.
Eén van de grootste knelpunten is bv. het ontbreken van waarheidsvinding waardoor bij beslissingen binnen de Jeugdzorg en bij rechterlijke uitspraken de ouder die de meeste beschuldigingen uit zijn of haar gelijk krijgt. Recent heeft de Nationale Ombudsman verklaard dat waarheidsvinding in de Jeugdzorg wel degelijk verplicht is. Het zou goed zijn als dit in de Wet verankerd wordt.
Dit en 9 andere knelpunten, variërend van knelpunten in de achterlopende wetgeving rond het ouderlijk gezag en de omgangsproblematiek bij scheiding tot de klachtenafhandeling binnen de Jeugdzorg, heeft Vaderkenniscentrum|SKO neergelegd en uitgebracht in een 'Petitie Knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen', welke i.v.m. de lopende en komende Kamerdebatten over de herziening van de Jeugdzorg vandaag wordt toegezonden aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamercommissie Jeugdzorg.
Bijlage: 'Petitie Knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen', Vaderkenniscentrum|SKO, Utrecht 2 maart 2011
Voor de redactie:
. De petitie is tevens terug te vinden op http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2011/03/735.html.
. Indien u vragen heeft kunt u zich wenden tot Alec Balledux (balledux@quicknet.nl) of Martin Barto (martin.barto1968@gmail.com, tel. 06-28776663), perscontactpersonen over dit onderwerp.
---- --