Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

Reactie Henk Don, lid Raad van Bestuur: Concentratie zaak van verzekeraars


02-03-2011

In zijn artikel 'Geef topklinische ziekenhuizen een regionale regierol' (FD 21 februari), suggereert Maarten Rook dat topklinische ziekenhuizen een belangrijke rol kunnen spelen bij concentratie en spreiding van zorg, samen met de hen omringende basisziekenhuizen. De NMa merkt dat er nog steeds veel verschillende ideeën bestaan over de vraag of ziekenhuizen onderling specialisatieafspraken mogen maken. Voor de NMa is het helder: onderlinge specialisatieafspraken waardoor de zorg bij bepaalde ziekenhuizen wordt geconcentreerd, beperken de keuzemogelijkheden voor patiënten en daarmee de concurrentie. Een gezamenlijk overleg waarin een regionale taakverdeling wordt afgesproken, valt in de regel onder het kartelverbod.

De NMa is niet tegen concentratie, mits onder de regie van de zorgverzekeraars; zij zijn de vragende partij namens hun verzekerden. Door de regie te nemen kunnen verzekeraars mede bepalen welk ziekenhuis welke zorg mag aanbieden. Zo garanderen zij de kwaliteit en de bereikbaarheid van zorg voor hun polishouders. Uiteraard mogen ziekenhuizen ook zelfstandig bepalen of zij zich willen specialiseren. Het is dan aan de zorgverzekeraars om na te gaan hoe zij aan hun zorgplicht kunnen voldoen.

Ik zie twee problemen als ziekenhuizen concentratieafspraken maken. Aan de ene kant biedt het voordelen voor de kwaliteit omdat er meer volume ontstaat, maar tegelijkertijd moet het ziekenhuis wel voldoende geprikkeld worden om de kwaliteit en efficiëntie hoog te houden en voortdurend te verbeteren. Concurrentiedruk van andere ziekenhuizen zorgt voor deze prikkel en mag dus niet wegvallen.

Een ander probleem is dat ziekenhuizen niet per definitie de beste keuze maken bij het concentreren van zorg. Zo bestaat de kans dat elk van de betrokken ziekenhuizen bepaalde behandelingen krijgt toegewezen. Uit het oogpunt van prijs-kwaliteitverhouding is het wellicht beter dat één of twee ziekenhuizen alle specialistische behandelingen blijven verrichten en de andere daar volledig mee stoppen. Die keuze is dan in het belang van de patiënt en de zorgverzekeraar.