Experimentele training helpt drinkgedrag alcoholisten te corrigeren
Een nieuwe experimentele methode blijkt effectief in het veranderen van het drinkgedrag van alcoholverslaafden. Zogeheten Cognitieve Bias Modificatie-trainingen kunnen, in aanvulling op conventionele gedragstherapie, de automatische actietendensen ten opzichte van alcohol verminderen. Dit blijkt uit onderzoek - uitgevoerd door psychologen van de Universiteit van Amsterdam (UvA), de Salus Klinik in Lindow (Duitsland) en de Radboud Universiteit - dat deze maand wordt gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Science.
Prof. dr. Reinout Wiers, hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie aan de UvA, bedacht een nieuwe interventiemethode, een hertraining gebaseerd op Cognitive Bias Modification (CBM). Het basisidee van CBM is het direct manipuleren van een cognitieve bias (vertekening), waarvan wordt aangenomen dat deze een cruciale rol speelt bij psychische aandoeningen zoals alcoholverslaving. In samenwerking met onderzoekers van de Radboud Universiteit en de Salus Klinik testte Wiers het hertrainen van de toenaderingsreactie bij een grote groep alcoholverslaafde patiënten (214 in totaal).
Het experimentDe patiënten werden willekeurig ingedeeld in een experimentele groep of in een controlegroep. Voorafgaand aan de reguliere behandeling - conventionele gedragstherapie - volgden de patiënten in de experimentele groep vier korte trainingssessies met CBM, waarbij zij met een joystick afbeeldingen gerelateerd aan alcohol van zich af moesten duwen, en die van frisdrank en water juist naar zich toe moesten trekken. Wanneer ze de joystick van zich af duwden, verkleinde het plaatje op het computerscherm; wanneer ze de joystick naar zich toetrokken, vergrootte het plaatje. Patiënten in de controlegroep, die een schijntraining deden, trokken en duwden de joystick even vaak in reactie op alcohol. Een deel van de controlegroep deed helemaal geen training (wat geen verschil maakte). Uitsluitend in de experimentele groep veranderde de actietendens (de neiging om bepaald gedrag te vertonen) in een automatische vermijdingsreactie op alcohol. Waar de meeste patiënten vóór de training alcohol in sterke mate met 'benaderen' associeerden, veranderde dit alleen in de experimentele groep in een associatie tussen alcohol en 'vermijden'. Dit bleek onder andere uit diverse tests met automatische associaties. De groep die naast de normale behandeling de minimale experimentele interventie kreeg, vertoonde na een jaar betere behandelingsresultaten (waarbij sprake was van minder terugval).
Beïnvloeding van automatische cognitieve processen
Neurocognitieve modellen van psychopathologie veronderstellen dat verstoringen in de informatieverwerking een belangrijke rol spelen in het ontstaan en de instandhouding van diverse psychische stoornissen. In de ontwikkeling van alcoholverslaving ontstaan diverse zogenoemde biases: een aandachtsbias voor alcohol (alles wat met alcohol te maken heeft, houdt de aandacht van een zware drinker vast), automatische geheugenassociaties en de actietendens om alcohol te benaderen. Wiers en collega's hebben nu voor al deze biases experimentele methodes ontwikkeld om ze te beïnvloeden. Deze methodes vormen een aanvulling op bestaande gedragstherapeutische behandelingen, die trachten mensen bewust te maken van irreële gedachten en deze te vervangen door functionele gedachten. Hoewel cognitieve gedragstherapie bewezen effectief is in de behandeling van verslavingsproblematiek, blijkt deze interventie niet altijd effectief in het beïnvloeden van automatische cognitieve processen. Dit maakt mensen gevoelig voor terugval. De bevindingen van Wiers en collega's wijzen erop dat een korte CBM-interventie in aanvulling op de conventionele behandeling de automatische toenaderingsreactie op alcohol kan veranderen en het behandelingsresultaat kan verbeteren.
PublicatiegegevensReinout W. Wiers, Carolin Eberl, Mike Rinck, Eni S. Becker, Johannes Lindenmeyer: 'Re-training automatic action tendencies changes alcoholic patient's approach bias for alcohol and improves treatment outcome', in Psychological Science, maart 2011. Zie ook: www.impliciet.eu
Universiteit van Amsterdam