Universiteit Utrecht

Persaankondiging van de Universiteit Utrecht

28 februari 2011

Utrechtse onderzoekers publiceren boek over sport en identiteit

De alledaagse kracht van sport

Sport verbindt, maar maakt ook verschillen zichtbaar. Zo zijn voetbalclubs een ontmoetingsplaats voor verschillende culturen. Een plek waar verschillen worden bevochten, maar waar je tegelijkertijd van elkaar kunt leren en aan kracht kunt winnen. Tot deze conclusie komen onderzoekers van de Universiteit Utrecht in het boek 'De alledaagse kracht van sport'. Het boek - onder redactie van Paul Verweel, hoogleraar Bestuur- en Organisatiewetenschap en bezetter van de Krajicek-leerstoel aan de Universiteit Utrecht en Marlies Wolterbeek, ecologisch pedagoge aan de Hogeschool Utrecht ­ verschijnt deze week bij uitgeverij SWP. Het boek zal tijdens een symposium op 2 maart worden aangeboden in aanwezigheid van onder meer Richard Krajicek.

Wekelijks zijn maar liefst acht miljoen Nederlanders actief bezig met georganiseerde sport. Ongeveer vijf miljoen daarvan als sporter, de rest als vrijwilliger of betrokkene.

Voetbal en identiteit: verschillen overbruggen

'Bij sport en bij voetballen in het bijzonder draait alles om identiteit', aldus Verweel. 'Elkaar even hartstochtelijk als hardvochtig bestrijden. Maar ook na de wedstrijd samen een biertje of een kopje muntthee drinken. Door samen te sporten kun je je eigen identiteit bepalen.' Tegelijkertijd kun je van elkaar leren en verschillen overbruggen. Tussen autochtonen en allochtonen, migrantengroepen onderling en jongens en meisjes. Verweel: 'Zo hebben de Marokkaanse meiden van een Utrechtse voetbalclub hun plek letterlijk moeten veroveren op hun - mannelijke - clubgenoten door van de wc-ruimtes in het clubhuis hun eigen kleedhok te maken.' Een ander voorbeeld is de voetbalvereniging 'De Rivierenwijkers', vernoemd naar de gelijknamige Utrechtse volksbuurt, waar in de kantine inmiddels ook Turkse muziek naast André Hazes uit de boxen schalt.

Sociaal-economische achtergond van belang, religie niet

Anders dan je zou verwachten blijkt de religieuze achtergrond van de spelers op het veld geen rol te spelen. Moslimspelers noemen zich weliswaar moslim, maar het gaat meer om hun nationale achtergrond dan om religie. Het is volgens Verweel vooral de sociaal-economische achtergrond van de spelers die voor problemen zorgt. Verweel: 'Veel allochtone spelers hebben ouders die niet het geld en de middelen hebben om hun kinderen met de auto bij wedstrijden te halen en te brengen en om in de kantine geld te spenderen. Dat zet nogal eens kwaad bloed bij andere, autochtone ouders.' Migranten hebben sowieso een andere manier van omgaan met regels. Maar dat ziet Verweel, in tegenstelling tot veel beleidsmakers, die het verenigingsleven liever verder zouden willen formaliseren, allesbehalve als een probleem: 'Sportverenigingen zijn nu eenmaal geen bedrijven en moeten dat ook niet worden. De informele processen die zich op het veld afspelen zie je nergens anders in de samenleving terug. En dat is precies waar het allemaal om draait en waar ons boek over gaat: de alledaagse kracht van sport.'

Boekpresentatie en symposium in Utrecht

Op 2 maart wordt, ter gelegenheid van de opening van de voetbalkooi bij VV Hoograven in Utrecht, het boek aangeboden aan Richard Krajicek en vertegenwoordigers van de Gemeente Utrecht. Tevens vindt er een symposium plaats, met de auteurs van het boek en sprekers uit politiek en sport, onder wie Clémence Ross-Van Dorp, directeur van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en Bernard Fransen, voorzitter amateurs KNVB en vice-voorzitter bondsbestuur.

Journalisten zijn van harte uitgenodigd om dit symposium bij te wonen. Aanmelden kan bij onderstaande personen.

Het boek 'De alledaagse kracht van sport' verschijnt op 2 maart bij uitgeverij SWP. Voor meer informatie zie http://alledaagse.swpbook.com.

Meer informatie

Erzsó Alföldy, persvoorlichter faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, (030) 253 7497, e.alfoldy@uu.nl.

B.g.g. Perscommunicatie Universiteit Utrecht, (030) 253 3550, perscommunicatie@uu.nl.