In twaalf dagen de wereld rond
Onderzoek naar rooktransport bosbranden Australië
1 maart 2011 - Rookpluimen van omvangrijke bosbranden kunnen onder
bepaalde omstandigheden verder komen en langer standhouden dan eerder
was gedacht. Dat stelt klimaatonderzoeker Ruud Dirksen in zijn
promotieonderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven.
OMI-waarnemingen van het transport van de rookpluim van de Australische
bosbranden in december 2006. De getallen tonen het dagnummer van de
meting. De kleurenschaal is een maat voor de hoeveelheid aërosol in de
rookpluim. De metingen zijn geplot op een maandgemiddelde opname van de
MODIS satelliet (Bron: KNMI).
OMI-waarnemingen van het transport van de rookpluim van de Australische
bosbranden in december 2006. De getallen tonen het dagnummer van de
meting. De kleurenschaal is een maat voor de hoeveelheid aërosol in de
rookpluim. De metingen zijn geplot op een maandgemiddelde opname van de
MODIS satelliet (Bron: KNMI).
Dirksen onderzocht het transport van een rookwolk uitgestoten door de
hevige bosbranden in december 2006 in Australië. De rook kwam op meer
dan 12 kilometer hoogte in de stratosfeer terecht en maakte mede
dankzij de straalstroom (een sterke windband op grote hoogte) in twaalf
dagen een reis om de wereld.
De rookpluim kon zo hoog komen omdat een toevallig passerend koufront
zorgde voor optilling van de lucht, pyro-convectie genoemd. Bovendien
gaf de intense hitte van de branden een extra zetje. Dat blijkt uit een
combinatie van waarnemingen van het Ozone Monitoring Instrument (OMI)
met het CALIOP Lidar satellietinstrument, een soort radar aan boord van
de satelliet. Onder specifieke omstandigheden kan de levensduur en de
transportreikwijdte van rookpluimen van bosbranden dus aanzienlijk
worden vergroot, wat gevolgen kan hebben voor de stralingsbalans van de
aarde.
Vergelijking van de OMI-waarnemingen met simulaties van een mondiaal
transportmodel laten zien dat de beschrijving van het transport van
bosbrandemissies door dit soort modellen verbeterd kan worden
door rekening te houden met pyro-convectie.
Wolkenvorming in de rook (pyrocumulus) van de branden in Rusland Modis
satellietopname van de rook in Rusland (Bron:
Earthobservatory.nasa.gov)
Wolkenvorming in de rook (pyrocumulus) van de branden in Rusland Modis
satellietopname van de rook in Rusland (Bron:
Earthobservatory.nasa.gov)
Uit het promotieonderzoek blijkt ook dat nauwkeurige metingen van OMI
aan stratosferisch NO2 een belangrijke bijdrage leveren aan het
onderzoek van de ozonlaag. Waarnemingen vanaf de grond komen goed
overeen met OMI-metingen, die laten zien dat OMI betrouwbare metingen
van stratosferisch NO2 verricht. Door de grote kijkhoek en dagelijkse
dekking van de gehele aarde kan OMI variaties in het stratosferisch NO2
op een tijdschaal uiteenlopend van uren tot maanden en jaren waarnemen.
Met name de trends in NO2 zijn interessant voor de toekomst van de
ozonlaag.
Ruud Dirksen promoveerde op 28 februari op dit onderwerp aan de TU
Eindhoven. Zijn proefschrift "On satellite observations of atmospheric
composition and their interpretation" gaat over metingen van de
samenstelling van de atmosfeer die gedaan zijn met het Nederlandse
Ozone Monitoring Instrument (OMI), waarvan het KNMI de
wetenschappelijke leiding heeft.
---
Wolkenvorming in de rook (pyrocumulus) van de branden in Rusland Modis
satellietopname van de rook in Rusland (Bron:
Earthobservatory.nasa.gov)
Eerste uitgave: 01-03-11
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut