CDA-lijsttrekker voor Zuid Holland bezoekt de DCMR
24.02.2011 11:45
Communicatie en informatie
"Over de DCMR zeggen bedrijven: ze weten wat ze willen en ze weten waar
ze het over hebben"
Nog even en dan staan de verkiezingen voor de Provinciale Staten op de
rol. Voor Liesbeth Spies, CDA-lijsttrekker in Zuid Holland, aanleiding
om in haar verkiezingscampagne de DCMR te bezoeken, samen met CDA
Statenlid Ton van der Stoep. Jan van den Heuvel, directeur van de DCMR,
en Maarten de Hoog, afdelingshoofd Haven en Industrie, ontvingen hen.
Wat volgde was een geanimeerd gesprek over milieu, veiligheid, groen en
duurzaamheid. De hamvraag: kunnen bewoners van de provincie Zuid
Holland en de DCMR er bij een goede verkiezingsuitslag voor het CDA op
rekenen dat het milieu nog steeds in goede handen is?
Na wat leuke anekdotes over het gebruik van Twitter, ontmoetingen met
andere bestuurders, gaat het eerste compliment al snel over tafel.
Liesbeth Spies:" Wanneer ik bedrijven spreek dan komt altijd een ding
bovendrijven als het over de DCMR gaat. Ze weten wat ze willen en ze
weten waar ze het over hebben. Ze zien jullie als een autoriteit die
niet alleen toeziet op naleving van regels, maar ook zorgt voor een
goede veiligheidscultuur". Jan van den Heuvel incasseert het
compliment. "Het is belangrijk dat de overheid voldoende deskundigheid
heeft, op gelijk niveau als de bedrijven. Dat geeft je het gezag dat
nodig is om bedrijven scherp te houden op veiligheid en milieu". Het
besluit om in Zuid-Holland regionale uitvoeringsdiensten op te richten,
draagt bij aan de verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van
het omgevingsbeleid. "Een ontwikkeling waar ik van harte achter sta",
aldus Liesbeth Spies.
Een heel andere aanpak
Om de grote bedrijven in de haven op een verantwoorde manier te kunnen
laten produceren, heb je een robuuste organisatie nodig die de
expertise en schaalgrootte heeft om dat te managen", stelt Maarten de
Hoog. "In Nederland hebben 35.000 bedrijven een vergunning nodig.
Daaronder vallen 500 bedrijven die vallen onder de BRZO, maar
bijvoorbeeld ook hele kleine bedrijven als maneges. Die eerste
categorie is natuurlijk van een heel andere orde en vraagt om een heel
andere aanpak. Ideaal zou zijn om in Nederland vier organisaties à la
DCMR te hebben, die uitgerust zijn om die 500 bedrijven aan te kunnen.
De samenleving heeft recht op veiligheid. Om daarvoor de optimale
omstandigheden te creëren, heb je een dergelijke organisatiegraad
nodig."
Rentmeesterschap
Op de vraag van Jan of het rentmeesterschap nog wel centraal genoeg
wordt gesteld binnen het CDA antwoordt Liesbeth bijna verontwaardigd.
"Alle toekomstige ontwikkelingen in Zuid-Holland, dus ook in Rijnmond,
zullen worden beoordeeld op duurzaamheid. Het gaat om de juiste balans
tussen people, planet en profit. Rijnmond heeft zich kunnen
ontwikkelen, door consequent de dubbeldoelstelling van economie en
milieu te hanteren, en dat zal wat ons betreft in de toekomst niet
anders zijn". Zij ziet haar stelling bevestigd, nadat Maarten wat
statistieken vertoont. Die geven aan hoe in relatief korte tijd, door
een streng milieubeleid, de luchtkwaliteit in Rijnmond is verbeterd,
zonder dat dit ten koste is gegaan van de economische ontwikkeling van
dit gebied. "Door onze aanpak staat in Rijnmond een van de meest
efficiënt producerende industriële complexen ter wereld", is zijn
stelling.
Het werkbezoek wordt besloten met een bezoek aan de meldkamer, waar
Dick Amesz de werkzaamheden vakkundig toelicht. Het is de plek waar het
meest zichtbaar is hoe belangrijk het werk van de DCMR voor de burgers
is. En dus voor de kiezers. Liesbeth en Ton zijn duidelijk onder de
indruk, vooral na de demonstratie van de e-nose.
Nadat de politici zijn vertrokken realiseren we ons dat ze geen
CDA-flyer hebben achtergelaten. Of ze het aantal stemmen op het CDA
hebben kunnen vergroten is dus maar de vraag. Wel is duidelijk dat de
nieuwe Provinciale Staten, en wellicht in Gedeputeerde Staten, straks
weer leden zal tellen die goed geïnformeerd zijn over de DCMR.
Milieudienst Rijnmond