UMC St Radboud
Behandeling bij onvervulde kinderwens is niet altijd nodig
23-02-2011
Van koppels die verminderd vruchtbaar zijn, wordt na verloop van tijd
72 procent zwanger. Bijna de helft van deze zwangerschappen ontstaat
spontaan, dus zonder vruchtbaarheidsbehandeling. Dit blijkt uit
onderzoek onder bijna 2500 Nederlandse paren, die met een
vruchtbaarheidsprobleem naar een ziekenhuis verwezen waren. De studie
is uitgevoerd door Monique Brandes, in het kader van haar promotie (UMC
St Radboud, 24 februari).
Een systematisch onderzoek naar hoe het paren met een
vruchtbaarheidsprobleem vergaat in hun pogingen om een kind te krijgen,
is sinds de introductie van IVF in 1978 nog niet verricht. Van een
vruchtbaarheidsprobleem is sprake, als een jaar lang onbeschermde
geslachtsgemeenschap niet tot een zwangerschap heeft geleid.
Gynaecoloog in opleiding Monique Brandes heeft een dergelijke
observationele studie nu voor het eerst uitgevoerd.
Opmerkelijke resultaten
Ze verzamelde gegevens van bijna 2500 paren, die in de jaren 2002 tot
en met 2006 vanwege een vruchtbaarheidsprobleem verwezen waren naar het
Jeroen Bosch Ziekenhuis (Den Bosch), het Sint Elizabethziekenhuis
(Tilburg) of het UMC St Radboud (Nijmegen). Het onderzoek leverde
enkele opmerkelijke resultaten op.
Zo blijkt uit de ziekenhuisdata èn uit navraag bij betrokkenen, dat
maar liefst 72 procent van deze 2500 stellen zwanger was geworden. Van
de zwangerschappen was ruim de helft het gevolg van een
vruchtbaarheidsbehandeling, waaronder IVF en ICSI; de overige
zwangerschappen ontstonden spontaan. Artsen houden hier al rekening mee
door vooral jonge mensen met een onbegrepen vruchtbaarheidsprobleem te
adviseren een vruchtbaarheidsbehandeling nog even uit te stellen.
De IVF/ICSI behandeling leidde bij zestig procent van de behandelde
paren tot een zwangerschap. Vooral paren, bij wie sprake was van
verminderde vruchtbaarheid als gevolg van eileiderproblematiek,
endometriose of slecht zaad hebben baat bij IVF/ICSI. Bij een
ovulatiestoornis of bij een onbekende vruchtbaarheidsstoornis voegt IVF
weinig toe; deze stellen hebben, afhankelijk van de leeftijd van de
vrouw, ook zonder IVF een goede prognose.
Emotionele belasting
De helft van alle koppels die stoppen met een
vruchtbaarheidsbehandeling doet dit nog voor de behandeling
daadwerkelijk begonnen is. Dat wil zeggen: zij stoppen zodra onderzoek
heeft uitgewezen wat de oorzaak van hun onvruchtbaarheid is. Het
merendeel van de paren die niet zwanger zijn geworden, is vroegtijdig
op eigen initiatief met de behandeling gestopt.
De belangrijkste redenen om te stoppen zijn de emotionele belasting die
de behandeling met zich meebrengt en een slechte prognose van het stel
in kwestie. Een reden kan ook zijn dat een stel gewoon geen behandeling
wil.