Gemeente Utrecht
2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
24 Vragen van de heer V. Oldenborg
(ingekomen 21 februari 2011)
Op 5 oktober 2010 mochten wij van u een brief ontvangen over de monitoring van de luchtkwaliteit in het kader van het NSL. In deze brief wordt gesproken over een uitgevoerde quickscan teneinde te beoordelen welke gevolgen de aanpassingen in het kader van de monitoringstool voor de situatie rond de Utrechtse wegen hebben.
In de brief staat onder andere, en ik citeer:
"1. De berekeningen geven aan dat er geen nieuwe overschrijdingen voor PM10 te verwachten zijn in 2011."
Voorts staat er, ik citeer opnieuw:
"2. Ten gevolge van de verhoogde achtergrondconcentraties voor NO2 worden in de gemeente Utrecht voor 2015 op vier wegen overschrijdingen verwacht.
Het gaat om de volgende wegen of delen daarvan:
1. Amsterdamsestraatweg
2. Catharijnesingel
3. Karl Marxdreef
4. Albert Schweitzerdreef"
Op 11 februari 2011 heeft u (in het kader van een WOB-verzoek van 3 december 2010) de gegevens van de bovengenoemde quickscan openbaar gemaakt.
Bestudering van deze quickscan leidt voor de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht tot de volgende vragen.
1. De openbaar gemaakte gegevens betreft het basiswerkblad 2015. Op dit blad staan de berekende, te verwachten, concentraties van schadelijke stoffen in het jaar 2015. Hoe kan het College conclusies weergeven, zoals in citaat nummer 1 voor PM10 over het jaar 2011 als er bij de quickscan blijkbaar alleen sprake is van een berekening voor het jaar 2015?
2. In citaat 2 wordt gesproken over een overschrijding van het gehalte aan NO2 in 2015 voor vier straten in de stad. Bestudering van het werkblad laten echter ook overschrijdingen zien op de Josephlaan 3B (41), Marnixlaan 3B (40,3), de Waterlinieweg (43,2), de Nobelstraat(40,1) en op de Stads..... (41,1), wat waarschijnlijk staat voor de stadsweg in Leidsche Rijn. Waarom zijn deze knelpunten niet opgenomen onder citaat nummer 2?
3. Is het College, met Stadspartij Leefbaar Utrecht, van mening dat er in de brief van 5 oktober 2010 sprake is van het verstrekken van onjuiste of op z'n minst onzorgvuldige informatie aan de gemeenteraad?
4. Welke maatregelen denkt het College te nemen zodat de raad in het vervolg op een juiste en volledige wijze wordt geïnformeerd?
5. Welke maatregelen denkt het College te nemen ten aanzien van deze overschrijdingen?
6. Op het werkblad is ook het aantal bussen opgenomen dat op de te berekenen wegvakken rijdt. Zo rijden er volgens het werkblad op de Jacobsstraat 920 bussen per etmaal. Ik neem niet aan dat het College nu al weet welke lijnvoering er in 2015 zal zijn. Het huidige aantal is echter hoger, namelijk ruim 1000. Daar echter van afgezien gebeurt er iets vreemds bij de kruising Oudenoord/David van Mollemstraat. Volgen wij de bussen op de route Jacobsstraat naar Oudenoord dan verdwijnen er eerst 170 bussen (in werkelijheid 190) in de Kaatstraat (GVU lijn 5) vervolgens slaat GVU lijn 1 af bij de David van Mollumstraat (190 bussen) echter er blijven er op de Oudenoord slechts 380/280 over, terwijl dit er volgens de eigen logica 920 - (170+190) = 560 zou moeten zijn. In werkelijkheid rijden er over dit deel van Oudenoord 4 buslijnen, te weten de GVU-lijnen 6,7,26 en 36 samen goed voor ruim 600 bussen. Een zelfde fenomeen doet zich overigens voor bij de overgang van de Talmalaan naar de kardinaal De Jongweg (vv). Kan het College deze ondoorzichtige berekeningen verklaren?
7. Stadspartij Leefbaar Utrecht is op de hoogte van het feit dat de SSLU het College een reeks vragen over dit werkblad heeft gesteld. Is het College bereid om, teneinde dubbel werk te voorkomen, de raad een afschrift te sturen van het antwoord dat het College de SSLU ongetwijfeld op korte termijn zal geven?
---- --