Levenslang voor schutters café Inn en Out definitief
Den Haag, 22 februari 2011 - De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep
tegen de uitspraken van het hof Den Haag waarin drie schutters tot een
levenslange gevangenisstraf zijn veroordeeld.
Achtergrond
De drie verdachten gingen in de nacht van 18 op 19 november 2005 samen
met een vierde verdachte zwaarbewapend naar het café Inn & Out in de
Rotterdamse binnenstad met het doel de eigenaar van dit café 500.000
euro af te persen. De eigenaar, de in het café aanwezige gasten en een
toevallige voorbijganger werden vastgebonden, overgoten met
alcoholhoudende vloeistof en herhaaldelijk met de dood bedreigd.
Uiteindelijk is meermalen op de slachtoffers geschoten en werd brand
gesticht in het café. Drie personen zijn hierbij overleden, een vierde
is blijvend invalide geraakt.
Drie verdachten zijn in Nederland berecht, een vierde is in Kaapverdië
tot 25 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Procedure bij hof en Hoge Raad
Het hof Den Haag heeft de drie verdachten op 17 juli 2009 tot
levenslang veroordeeld (LJN BJ2879, LJN BJ2880, LJN BJ2882). Het hof
achtte bewezen dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het
medeplegen van moord op drie personen en poging tot moord op
verschillende andere personen, nadat ze de slachtoffers enige tijd in
gijzeling hadden gehouden.
Namens de verdachten is bij de Hoge Raad beroep in cassatie ingesteld
door G.Spong, advocaat in Amsterdam, A.B.G.T. van Bóné, advocaat in
Rotterdam en A.A. Franken, advocaat in Amsterdam.
Advocaat-generaal Machielse heeft op 23 november 2010 geconcludeerd tot
verwerping van het cassatieberoep in alle zaken.
Uitspraak Hoge Raad
In twee zaken (10/01475 LJN BO6364) en (09/02999, LJN BO6150) heeft de
Hoge Raad op 22 februari alle klachten van de verdachten verworpen met
een zogenoemde verkorte motivering op basis van art. 81RO. Dat betekent
dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat geen nadere
motivering nodig is omdat geen rechtsvragen aan de orde zijn gesteld
die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de derde zaak (09/04991 LJN BO6341) is geklaagd dat het hof het
verzoek van de verdediging tot een onderzoek naar de verenigbaarheid
van levenslange gevangenisstraf met artikel 3 van het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens heeft afgewezen. De Hoge Raad heeft deze
klacht verworpen en heeft verder overwogen dat er geen strijd is met
art. 3 EVRM omdat de mogelijkheid tot gratieverlening voor levenslang
gestraften niet is uitgesloten en dat vanwege de beoordeling van die
verzoeken per geval geen standaard beleid kan worden voorgeschreven.
Een tweede klacht is verworpen onder verwijzing naar art. 81 RO.
Gevolg van deze uitspraak
De door het hof uitgesproken veroordeling van de verdachten is
definitief geworden.
Dit is een samenvatting van de uitspraken van de Hoge Raad van 22
februari 2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraken zijn laatstgenoemde beslissend.
LJ Nummers
BO6364
BO6150
BO6341
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 22 februari 2011 Naar boven
Gerechtelijke organisatie