Rijksoverheid
Zeeuwse peuters naar het basisonderwijs
Nieuwsbericht | 22-02-2011
Minister Van Bijsterveldt (Onderwijs) gaat in Zeeuws-Vlaanderen een
proef starten waarbij peuters zich binnen de rijke leeromgeving van de
basisschool kunnen ontwikkelen. "Kinderen kunnen vanaf 2,5 jaar naar de
basisschool waar ze spelenderwijs in aanraking komen met taal. Zo
krijgen kinderen een vliegende start op de basisschool en profiteren
kleine scholen van een toenemend aantal leerlingen", aldus Van
Bijsterveldt.
Binnenkort wordt bekend gemaakt onder welke voorwaarden scholen zich
kunnen aanmelden voor de proef. Voor de bewindsvrouw staat in ieder
geval vast dat er een pilot in de krimpregio Zeeuws-Vlaanderen komt.
Van Bijsterveldt wil scholen die geconfronteerd worden met een
terugloop van leerlingen op deze manier de helpende hand bieden. "Het
is belangrijk dat leerlingen in hun eigen buurt of dorp op school
kunnen blijven. Dat is goed voor de leefbaarheid in de dorpen en de
menselijke maat," aldus Van Bijsterveldt. De proef is ook bedoeld om de
prestaties van jonge leerlingen met een (taal)achterstand vroegtijdig
en spelenderwijs te verbeteren, zodat deze kinderen alsnog een
vliegende start kunnen maken op het moment dat ze naar de basisschool
gaan.
Vorig jaar heeft de Onderwijsraad het advies uitgebracht "Naar een
nieuwe kleuterperiode in de basisschool". De Raad stelt daarin voor dat
de basisschool een rijk aanbod voor alle driejarigen zou moeten
verzorgen gedurende vijf ochtenden in de week. Ook stelde de Raad om
voor deze specifieke groep meer hbo-opgeleide docenten in te zetten. In
lijn met dit advies heeft Van Bijsterveldt besloten een landelijk
experiment te starten voor peuters in het basisonderwijs.
In de peutergroepen die meedoen aan de proef bestaat de begeleiding
zowel uit mbo'ers als uit hbo'ers. Hbo'ers hebben meer kennis over de
ontwikkeling van kinderen en de verschillen in ontwikkeling bij jonge
kinderen. Bovendien kunnen hbo'ers met de juiste opleiding zowel voor
de `Startgroep' als voor de hogere groepen in het basisonderwijs staan.
Dit kan een uitkomst zijn voor scholen die met een teruglopend aantal
leerlingen te maken hebben.
Met het `Startgroep'-experiment wordt een inhoudelijke aansluiting met
het basisonderwijs beoogd. Er vindt in dit experiment geen structuur-
of stelselwijzigingen plaats voor basisscholen, peuterspeelzalen en
kinderdagverblijven. Hoewel het inhoudelijke leeraanbod onder
verantwoordelijkheid van het schoolbestuur komt, zal het aanbod in
nauwe samenwerking met de peuterspeelzaal en/of het betrokken
kinderdagverblijf uitgevoerd worden. De afgelopen jaren hebben scholen,
peuterspeelzalen en kinderdagverblijven elkaar al steeds meer opgezocht
om met elkaar samen te werken.
Voor het experiment met de `Startgroep' stelt het kabinet ruim 1
miljoen euro beschikbaar. Dat zal met name worden ingezet om
hbo-leerkrachten in te zetten. Scholen en gemeenten die buiten de proef
vallen, maar wel graag een `Startgroep' willen opzetten, kunnen hier
zelf het initiatief toe nemen binnen de geldende wet- en regelgeving.
Zij ontvangen dan geen extra financiële bijdrage van het ministerie van
Onderwijs.
Het kabinet neemt meer maatregelen om kleine scholen open te houden en
zo een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in de dorpen. De
minister van Onderwijs kan sinds 1 januari jongstleden een school met
minder dan 23 leerlingen open houden mits de school kwalitatief goed is
en er perspectief is dat het aantal leerlingen weer toeneemt. Ook is
begin februari 2011 een wetsvoorstel samenwerkingsschool aangenomen.
Kleine scholen voor basis- en voortgezet onderwijs die met sluiting
worden bedreigd vanwege een afnemend aantal leerlingen, kunnen hiermee
in de toekomst mogelijk toch blijven bestaan. Zij krijgen onder strikte
voorwaarden de mogelijkheid om een `samenwerkingsschool' tot stand te
brengen, waar zowel bijzonder als openbaar onderwijs wordt gegeven. Om
zo goed mogelijk mbo en hoger onderwijs aan te bieden in Zeeland hebben
onderwijs, bedrijfsleven en lokale overheden de handen ineengeslagen en
is de Zeeuwse Onderwijsautoriteit aangesteld.