KPMG
Datum: 22-2-2011
Woningcorporaties willen af van huidig verdienmodel
Nederlandse woningcorporaties willen de greep op hun financiële
huishouding versterken en het huidige verdienmodel heroverwegen. Dit
model gaat er nog vanuit dat de waarde van de woningvoorraad en van de
vastgoedportefeuille toeneemt en dat hiermee voldoende draagvlak wordt
gecreëerd voor toekomstige projecten en activiteiten. Ruim 90% van de
corporaties vindt het model achterhaald, niet langer toereikend voor
het maken van de noodzakelijke financiële afwegingen en wil dan ook op
een andere manier met kosten, opbrengsten en balansposten omgaan.
Dit blijkt uit onderzoek van KPMG onder honderd bestuurders en managers
van middelgrote en grote Nederlandse woningcorporaties. Daarnaast is
90% van de corporaties van plan in te grijpen in de interne organisatie
door middel van kostenbesparingen en verwacht 85% een reorganisatie van
de bedrijfsprocessen. Nog eens 85% vindt een aanpassing van de
strategische doelstellingen noodzakelijk en zeven van de tien
corporaties verwachten dat de huidige samenwerking- en fusietrend zal
doorgaan.
Volgens Kees Tegel, segmentleider Woningcorporaties van KPMG, getuigt
het voornemen van de corporaties om het verdienmodel te heroverwegen
van realisme. Tegel: "In een situatie dat de opbrengsten nauwelijks
zullen toenemen, de kosten zullen stijgen en substantiële
waardevermeerderingen van het vastgoed onzeker zijn geworden is een
degelijk financieel beleid een noodzakelijke voorwaarde voor de
continuïteit.
De corporaties willen dan ook met name de financiële functie versterken
en meer aandacht schenken aan een gezonde financiële huishouding en een
krachtige monitoring van de risico's, met name bij vastgoedprojecten.
Maar gezien de gewijzigde omstandigheden dienen de corporaties ook
inhoudelijk een nieuw startpunt te zoeken. De brede taakopvatting die
ze de laatste decennia hebben gehuldigd is steeds moeilijker houdbaar
geworden en staat onder druk. Ze moeten er nu in de eerste plaats voor
zorgen dat zij hun basistaken kunnen blijven uitvoeren. Bovendien
worden de verschillen tussen de corporaties steeds groter, zowel qua
marktpositie als qua financiële kracht om de problemen op te lossen."
Uit het onderzoek van KPMG blijkt voorts dat de corporaties zich zorgen
maken over de toekomst van de sector, zowel wat betreft de
volkshuisvesting in het algemeen als wat betreft het vermogen om taken
te kunnen uitvoeren in het bijzonder. Tegel: "Bijna 80% maakt zich
zorgen over het functioneren van de sector op de lange termijn. De
zorgen worden met name gevoed door het steeds complexer worden van de
projectrisico's en de terughoudendheid van banken om projecten te
financieren.
Ruim 60% vindt dat de banken te terughoudend zijn met de
kredietverlening van projecten en vindt het steeds moeilijker om
projecten gefinancierd te krijgen. Daarnaast maakt 95% van de
corporaties zich zorgen over de opstelling en de maatregelen van de
Nederlandse overheid in de richting van de corporaties. De corporaties
verwachten dan ook dat de ontwikkelingen niet alleen voor henzelf
negatief zullen uitwerken, maar ook voor hun huurders en stakeholders
in het zorg-, welzijn- en onderwijsveld."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, +31 20 656
7039.