Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid


Den Haag, 21 februari 2011

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

over het verband tussen narcolepsie en vaccinatie tegen Mexicaanse griep


1. Bent u op de hoogte van de berichtgeving over een verband tussen vaccinatie tegen Mexicaanse griep en het voorkomen van narcolepsie bij kinderen en jongeren?* Kunt u zich voorstellen dat mensen zich ongerust maken over deze mogelijke bijwerking van een vaccin dat werd aangeraden door de Nederlandse overheid?


2. Is het juist dat onderzoeken er op wijzen dat het verband tussen het optreden van narcolepsie en vaccinatie tegen Mexicaanse griep naar alle waarschijnlijkheid wordt veroorzaakt door de toevoeging van het adjuvans aan het vaccin?


3. Is het juist dat in Nederland gekozen is voor vaccinatie met het vaccin met adjuvans, op aanbeveling van de heer A. Osterhaus? In hoeverre was de bemoeienis van de heer Osterhaus van doorslaggevend belang bij de keuze voor een vaccin met adjuvans? Kan precies worden aangegeven op welke gronden de keuze voor dit vaccin tot stand is gekomen?


4. Klopt het dat de heer Osterhaus heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een adjuvans en adjuvantia voor tal van bedrijven test, waaronder GSK, het bedrijf dat het geadjuveerde vaccin tegen de Mexicaanse griep maakte dat in Nederland en België werd gebruikt?


5. Klopt het dat het Europees Agentschap dat het vaccin met adjuvans goedkeurde wist dat er geen klinisch onderzoek bekend was bij kinderen, jongeren en ouderen, precies de groep die gevaccineerd is? Was bij de Nederlandse overheid bekend dat het vaccin onvoldoende getest was, toen de keuze voor dit vaccin werd gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is deze keuze toch gemaakt? In hoeverre speelden financiële afwegingen daarbij een rol?


6. Bent u met mij van mening dat overheid de verantwoordelijkheid heeft burgers te informeren en zo nodig gerust te stellen, nu het gaat om een ernstige bijwerking van een vaccin dat op aanraden van de overheid werd toegediend? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze heeft voorlichting en communicatie plaatsgevonden?


7. Bent u met mij van mening dat overheid de verantwoordelijkheid heeft alle artsen in Nederland er op te wijzen alert te zijn op verschijnselen van narcolepsie bij risicogroepen en dat het optreden van narcolepsie centraal gemeld moet worden ? In hoeverre gebeurt dit op dit moment? Welke stappen zijn ondernomen om artsen in Nederland te informeren? Op welke wijze worden nieuwe gevallen geregistreerd en opgespoord?


8. Bent u met mij van mening dat er nog veel onduidelijk is over de hele gang van zaken rond Mexicaanse griep en dat het aanbeveling verdient dat een onafhankelijke onderzoekscommissie de hele gang van zaken eens in kaart brengt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid een commissie in te stellen die de Kamer bericht welke invloeden ten grondslag lagen aan de beslissing van de WHO om de uitbraak van Mexicaanse griep tot een pandemie te verklaren, hoe vervolgens de besluitvorming in Nederland precies tot stand is gekomen, wie daar een rol in hebben gespeeld en in welke mate daarbij sprake was van belangenverstrengeling of financiële overwegingen? Kunt u zich voorstellen dat deze kennis van belang kan zijn voor de toekomst?


9. Wilt U de Kamer zo spoedig mogelijk berichten wanneer en op welke wijze de motie Arib inzake een wettelijk register met banden tussen de farmaceutische industrie en artsen/onderzoekers, wordt uitgevoerd? **


* Een Vandaag, 14-2-2011

** Kamerstuk 22894, nr. 243